‘Stikstofslot provincie legt renovatie waterzuivering Oijen lam.’

Onder deze alarmerende kop presenteert Brabants Dagblad op 26 juni 2023 een opmerkelijk interview met directeur Peter Verlaan van waterschap Aa en Maas.

De provincie weigert toestemming te geven voor een ingrijpende opknapbeurt van de 50 jaar oude, versleten rioolwaterzuiveringsinstallatie (kortweg rwzi) aan de Maasdijk bij het dorpje Oijen, in de polder ten noorden van Oss. Een project van maar liefst 93 miljoen euro waardoor het afvalwater dat de rwzi op de Maas loost schoner wordt.

Het stikstofslot is feitelijk een vergunningenverbod dat het provinciebestuur op 1 maart 2023 afkondigt voor werkzaamheden die met de uitstoot van stikstof schade toebrengen aan Europees beschermde leefgebieden van zeldzame planten en dieren, vallend onder de noemer Natura 2000. En dat raakt ook het rwzi-project.

Spectaculaire start

Begin 2023 lijkt er in Oijen nog niets aan de hand. Dan gaat de opknapbeurt tamelijk spectaculair van start. Op het rwzi-terrein verrijst een installatie die met poederkool, bekend van de Norit-tabletten tegen diarree, meer medicijnresten uit rioolwater haalt dan voorheen. Dit gebeurt zonder stikstofvergunning omdat de bouw van deze installatie werd aangemerkt als beheer en onderhoud. Voor dergelijke werkzaamheden omzeilt de overheid zelf het stikstofdoolhof. Achterstallig onderhoud aan allerlei infrastructuur (wegen, viaducten en bruggen) wordt op deze manier overal in den lande uitgevoerd, ook al komt daar stikstof bij vrij.

De Norit-installatie staat er in een mum van tijd. Al op 9 maart toogt minister Harbers naar Oijen om deze vooruitgang in waterstaatsland officieel te openen. Dat levert veel positieve publiciteit op.

Aanwezig bij de festiviteiten is ook provinciebestuurder Hagar Roijackers die over de Brabantse natuur gaat. Zij had kort daarvoor, op 1 maart nationaal nieuws gemaakt met haar afkondiging van de provinciale vergunningenstop. Ogenschijnlijk drukt dat de pret deze dag niet.

Oplopende spanningen

Maar binnenskamers zijn de spanningen al aan het oplopen. Dat culmineert op 31 maart in een interventie van waterschapsdirecteur Verlaan richting directeur Jan Lenssen van de omgevingsdienst Brabant Noord (odbn) Die voert namens het provinciebestuur de Natuurbeschermingswet uit en is daarmee ook verantwoordelijk voor alle stikstofvergunningen in Brabant.

Verlaan maant Lenssen op te schieten met het verlenen van de vergunning voor de rzwi Oijen. Uiterlijk 12 juni moet het renovatiewerk verder gaan ‘om vertraging inclusief alle gevolgen hieruit, te voorkomen’.

‘De druk op de planning neemt toe en dat geeft onrust binnen de projectorganisatie en inmiddels ook bij mij’, mailt de waterschapsdirecteur aan zijn odbn-collega.

Lenssen kaart het probleem aan bij zijn vergunningverleners. Zij vertellen hem dat hier bepaald sprake is van een complexe procedure, waarbij het met Aa en Maas bepaald niet lekker loopt. Het waterschap is traag met het aanleveren van gegevens.

Maar wat is nu eigenlijk het probleem?

Uit een zogeheten ecologische voortoets blijkt de tijdelijke stikstofbelasting zo klein dat de dichtst bij Oijen gelegen Natura 2000-gebieden hier geen schade van ondervinden. Dat zijn Rijntakken in het Gelderse rivierenland (op 5,5 kilometer, in de uiterwaarden van de Waal bij Ophemert), en Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek bij Den Bosch (op 20 kilometer).

Voor de grote opknapbeurt van de rwzi is een stikstofvergunning ‘niet aan de orde’, concludeert ecologisch adviesbureau Eelerwoude dat de toets namens Aa en Maas uitvoert. ‘Het gaat om minder dan een halve ganzenkeutel per hectare.’

Maar voor het bevoegd gezag is dit een halve ganzenkeutel te veel. ‘Effecten op de overbelaste natuur zijn niet uit te sluiten. De kans op een positief oordeel is erg klein’, luidt het antwoord op de vraag van Eelerwoude of hier nog aan te sleutelen valt.

Het bureau produceert vervolgens een aangepaste stikstoftoets die spoort met ‘de kennis en gedachtengang van de meeste provincies’. Dit is kortom een werkstuk volgens het boekje.

Terug naar nul komma nulnul

Maar Brabant is een geval apart. Hier heerst de ecologische noodtoestand. De stikstofbelasting moet terug naar nul komma nulnul, zo blijkt klip en klaar tijdens ambtelijk crisisberaad op 3 juli dat volgt op het kranteninterview van 23 juni met Peter Verlaan.

Machines en medewerkers staan sinds 12 juni stil, maar de kosten lopen door, schetst de waterschapsdirecteur. Hij houdt de provincie verantwoordelijk voor de vertraging. Het bestuur van Brabant wil voor het waterschap als maatschappelijke organisatie geen uitzondering op het stikstofslot maken, zo krijgt Verlaan te horen tijdens ’topoverleg met de gedeputeerde’. De naam van deze provinciebestuurder wordt in het interview niet genoemd.

Van dit belangwekkende gesprek blijkt desgevraagd geen verslag te zijn. Ook de toenmalige CDA-gedeputeerden met wie Verlaan gesproken zou kunnen hebben, Erik Ronnes dan wel Elies Lemkes-Straver, kunnen zich niets van zo’n gesprek herinneren, zo blijkt uit ambtelijke navorsing.

Heeft dat topoverleg dan wel plaatsgehad?

De provincie legt deze vraag neer bij het waterschap. Verlaan geeft via zijn adviseur juridische zaken aan ‘nooit gesproken te hebben met een gedeputeerde over de vergunning en dat ook niet gezegd heeft’. Wat daarover in het artikel heeft gestaan, ‘weet hij niet (meer) precies’. Dat had de directeur vrij eenvoudig kunnen nalezen via de eigen website van Aa en Maas waarop het interview wordt gepromoot.

De webpagina van Aa en Maas waarop anno 20-11-2024 nog steeds wordt doorverwezen naar het bewuste krantenartikel.

Aankoop mestfabriek

Tijdens het crisisberaad van 3 juli waar ook een advocaat van het waterschap aanschuift, komt een pikante ‘denkvariant’ op tafel, zo vermeldt het verslag. Namelijk dat Aa en Maas mestfabriek MVB koopt en uit bedrijf neemt. Die staat op waterschapsgrond achter de rwzi, heeft een geschiedenis van stankoverlast, werd na een faillissement weer opgestart en is nu kennelijk te koop. Met daarbij de stikstofrechten die het waterschap aan zijn natuurvergunning voor het renovatieproject kunnen helpen.

Nadat het Bossche advocatenkantoor Holla de juridische eisen aan de mestfabriekoptie op een rij heeft gezet, gaat er een streep door. Ingewikkeld, kostbaar, tijdrovend en derhalve niet realistisch.

Zicht op de mestfabriek MVB aan de noordkant van de rioolwaterzuivering Oijen. Van vergisting werd hier na een faillissement overgestapt op mestverwerking.

Aan de natuurvergunning voor de opknapbeurt zitten meer haken en ogen. Vooral omdat onduidelijk is hoeveel stikstof de rioolwaterzuivering al mag uitstoten. Ambtelijk wordt de nodige koffie gezet over de noodzaak van deugdelijke gegevens die juridisch stand kunnen houden. Maar dat materiaal is er niet.

De rwzi Oijen draait al 20 jaar zonder natuurvergunning. Ook de meest recente milieuvergunning uit 2015 biedt geen houvast. De provincie stelt daarin slechts vast dat de bedrijfsactiviteiten die van invloed zijn op de beschermde natuurgebieden ongewijzigd zijn gebleven. Met als conclusie dat de Natuurbeschermingswet op de rwzi dus niet van toepassing is.

Bij Aa en Maas stijgen ongeduld en ongenoegen ondertussen naar een hoogtepunt. Dat blijkt uit een gepeperde mail die directeur Verlaan stuurt aan provinciedirecteur Michèle Vlug die milieu, natuur, water en stikstof bestiert. Hij schetst het beeld dat de provincie te streng is geweest jegens het project Oijen en daarmee onnodige vertraging heeft veroorzaakt. ‘Het werk ligt al maanden stil. Wij vinden dat u ons schadeloos moet stellen.’

Schadeclaim waterschappen dreigt

Hij verwijst op dit punt nadrukkelijk naar De Dommel en Brabantse Delta, de andere Brabantse waterschappen die ook zijn getroffen door het stikstofslot. Er loopt een gezamenlijk onderzoek ‘hoe wij de schade op de provincie kunnen verhalen, voor het geval er bestuurlijk onverhoopt geen oplossing wordt gevonden’.

Tegelijk doet Verlaan ‘een klemmend beroep’ op Vlug om bij te dragen aan beperking van de schade. Die loopt al ‘in de enkele miljoenen’, onthult hij dezelfde dag in een NRC-artikel over het schoonwaterproject in Oijen dat stuit op het stikstofslot.

Deze georkestreerde actie van Aa en Maas valt slecht in het provinciehuis. ‘Jammer dat het waterschap op deze manier zijn frustratie uit. Door de pers in te schakelen ontstaat het risico dat milieugroeperingen de natuurvergunning gaan aanvechten en de procedure dus langer duurt’, aldus een notitie aan gedeputeerde Saskia Boelema. Deze provinciebestuurder heeft de waterschappen én vergunningverlening in portefeuille.

Verlaan wordt ambtelijk de oren gewassen en Boelema zal dijkgraaf Mario Jacobs erop aanspreken ‘hoe wij als overheden met elkaar omgaan’.

Over een schadeclaim van Aa en Maas maken ze zich in het provinciehuis geen zorgen. Het waterschap handelt op eigen risico door ‘een aannemer al opdracht te geven, terwijl ze de benodigde vergunningen nog niet hebben’. Juridisch is dat op voorhand een uitgemaakte zaak: ‘die schade komt voor rekening van het waterschap’.

Schadeclaim aannemer afgekocht

De vertraging met het renovatieproject kost Aa en Maas uiteindelijk 7,1 miljoen euro. De schade van 5,2 miljoen euro die de aannemer, de Overijsselse ADS Groep, bij het waterschap claimt wordt afgekocht voor 4 miljoen. De juridische kosten die hiermee samenhangen belopen 790.000 euro, zo blijkt uit de jaarrekening 2023.

De resterende 2,3 miljoen gaat onder meer op aan extra personeelskosten en inhuur van adviesbureaus die aanvullend onderzoek deden om de natuurvergunning rond te krijgen.

Deze financiële strop wordt op 6 juni 2024 als hamerstuk afgetikt door het algemeen bestuur van Aa en Maas. In de voorbereidende commissievergadering is het echec in Oijen amper besproken. Bestuurder Suzanne de Zoeten noch directeur Peter Verlaan worden door de commissie serieus aan de tand gevoeld.

In reactie op één opmerking ‘dat het werk al was gestart terwijl de vergunning nog niet helemaal rond was’, geeft De Zoeten toe een les te hebben geleerd. ‘Het is niet verstandig een aannemer werk te gunnen voordat we vergunning hebben. Daar moeten wij heel voorzichtig mee zijn.’

Niet zonder reden ging het waterschap er in 2021 nog vanuit dat bouwprojecten die tijdelijk stikstof uitstoten zonder natuurvergunning kunnen worden uitgevoerd. Een wettelijke regeling hiervoor wordt in de zomer van dat jaar van kracht.

Drie maanden later vraagt Aa en Maas bouwvergunning voor de ‘Noritinstallatie’. Het onderliggende stikstofrapport berekent meteen ook de natuurbelasting van de totale opknapbeurt. Die is dusdanig gering dat de provincie in de Noritvergunning van 31 december 2021 ook alvast het sein op groen zet voor de rest van het renovatieproject zodat het waterschap ‘op volle kracht vooruit kan’.

Kink in de kabel

Eind 2022 dreigt er een kink in de kabel te komen. De Raad van State torpedeert dan de algehele vrijstelling voor bouwprojecten als strijdig met het Europees natuurbeschermingsrecht. Deze zogeheten Porthos-uitspraak over ondergrondse opslag van koolzuurgas in de Noordzee, kwam volgens De Zoeten als ‘een donderslag bij heldere hemel’. ‘De grond zakte weg onder alle vergunningen’, analyseert zij achteraf.

Niets aan de hand

Maar dat staat te bezien. Want de hoogste bestuursrechter maakt direct duidelijk dat zijn uitspraak geen algehele bouwstop betekent. Voor elk project moet afzonderlijk worden uitgevlooid hoe groot de stikstofbelasting daarvan is op Europees beschermd natuurgebied (Natura 2000). Is die te verwaarlozen (‘niet significant’) dan kan er nog steeds gebouwd worden zonder natuurvergunning. Voor de rwzi Oijen was dat in 2021 al vastgesteld. Niets aan de hand dus.

De bouwvergunning voor het grote renovatieproject die al in april 2022 was aangevraagd, had gewoon verleend kunnen worden.

Maar die vergunning is er nog steeds niet als het provinciebestuur op 1 maart 2023 Brabant in het stikstofslot gooit.

Het hele spel komt daardoor opnieuw op de wagen. Aa en Maas zit met de gebakken peren. ‘Alle pijn ligt nu bij ons, in plaats van dat die een beetje kan worden gedeeld met de provincie’, constateert een burgerlid van het CDA in de waterschapscommissie.

Volgens bestuurder De Zoeten is de schade echter niet op de provincie te verhalen. ‘Daar hebben we juridisch naar laten kijken.’ Wél vindt zij dat de provincie zich in Oijen meer als toezichthouder dan als partner van het waterschap heeft opgesteld. ‘We hadden dit met elkaar beter moeten aanpakken.’

Geen stikstofschadeclaim waterschappen

Ook de Brabantse waterschappen laten hun gezamenlijke claim richting provincie varen. De rapporten die zij hierover hebben laten samenstellen door advocatenkantoor Hekkelman en organisatie-adviesbureau Berenschot komen niet meer ter tafel. Het onderwerp verdwijnt geruisloos van de bestuurlijke agenda.

Het poldermodel blijft leidend in Brabant. Ook het provinciebestuur hecht daar zeer aan. Gedeputeerde Boelema looft ‘de goede verstandhouding en prettige samenwerking in deze tijd waarin we elkaar hard nodig hebben’. ‘Ik waardeer de waterschappen als partners, waarmee goed, compleet en snel geschakeld kan worden in geval van frictie’, onderstreept Boelema de onderlinge verbondenheid.

De provincie gedoogt

Het is 25 oktober 2023 als de gedeputeerde deze genotuleerde verklaring aflegt in haar overleg met de Brabantse Waterschapsbond. Kort daarna wordt in Oijen de positieve daad al bij het woord gevoegd. Op 6 november geeft Boelema haar fiat aan een gedoogverklaring waarmee Aa en Maas vrij spel krijgt om alvast zonder vergunningen met de grote opknapbeurt te beginnen. Deze tegemoetkoming stoelt op de provinciale beleidsregels ‘Grenzen aan gedogen Noord-Brabant 2001’ en is bedoeld om de financiële schade voor Aa en Maas in Oijen verder te beperken. Het waterschap had van gedogen een halszaak gemaakt. ‘Anders wordt het project stopgezet’, klonk het nog op 1 november.

De buitenwereld krijgt over de gedoogverklaring niets te horen.

‘Dit is in juridische zin geen besluit waartegen bezwaar en beroep open staat’, zo wordt gemeld aan het waterschapsbestuur. Gedeputeerde Staten verwijzen in hun gedoogbesluit naar een toonaangevende uitspraak die de Raad van State in 2019 deed over een gedoogkwestie in Hoogeloon (gemeente Bladel).

Alleen via een omweg zou het voor een buitenstander nog mogelijk zijn om zo’n gedoogverklaring aan te vechten. Namelijk door het provinciebestuur te gelasten de vroegtijdige werkzaamheden in Oijen stil te leggen. Een besluit om dat te weigeren kan dan aan de rechter worden voorgelegd. Dat wordt een kostbaar en uitzichtloos gevecht in het juridisch moeras.

Gemeente Oss werkt mee

Aan het gedogen in Oijen kleeft de harde voorwaarde dat het renovatieproject te vergunnen valt. De gemeenteraad van Oss bepaalt op 28 oktober dat voor de bouw van een reeks installaties mag worden afgeweken van het bestemmingsplan. Deze zogeheten verklaring van geen bedenkingen is een hamerstuk. Ook in de voorbereidende commissievergadering blijft het oorverdovend stil.

De provincie kan nu bouwvergunning verlenen. Het ontwerpbesluit hiervoor wordt gepubliceerd op 2 november.

Uitputtend gesteggel

Maar zover is het dan bepaald nog niet met de stikstofvergunning. Ambtelijk wordt verder gesteggeld over berekeningen die moeten aantonen dat er geen schade optreedt aan de beschermde natuur bij Den Bosch.

Na alle koffie die erover is gezet, haalt de provincie een streep door de strategie van het waterschap om het renovatiekarwei vergunningvrij te kunnen klaren. Het project moet ordentelijk uit het Brabantse stikstofslot worden gehaald.

Onder hoge druk komt hiertoe een aangepaste stikstoftoets op tafel. Maar die stuit op bezwaren bij de omgevingsdienst. De behandelend jurist aldaar trapt op rem. Want drie machines die volgens de aannemer voor 50 tot 80% op elektriciteit zouden draaien, blijken straks toch meer diesel te gaan verbruiken. ‘Daarmee zijn de effecten anders en wordt het verhaal dat afgesproken is met de provincie ook weer anders’, meldt deze jurist aan alle betrokken deskundigen.

De spanning stijgt

De provincie kaart deze strubbeling op directieniveau aan bij het waterschap. De spanning stijgt want het is vrijdagmiddag 3 november 2023 en maandagmiddag 6 november moet de gedoogverklaring ten provinciehuize worden afgetikt met gedeputeerde Boelema.

In recordtempo produceert stikstofbemiddelaar Eminet deze vrijdagmiddag ‘aangepaste berekeningen en invoergegevens’ die volgens het bureau sporen met de definitieve tweede versie van de stikstoftoets waarmee Eelerwoude een dag eerder op de proppen is gekomen.

Maar nóg is het niet gedaan. Een uur later volgen wéér nieuwe stikstofberekeningen die dan wél het fiat krijgen van de omgevingsdienst.

De betrokken jurist verwittigt de provincie van het heuglijke nieuws dat de stikstofvergunning voor de rwzi Oijen kan worden verleend. ‘Wij kunnen jullie groen licht geven’.

Daarmee is ook de gedoogverklaring rond. De werkzaamheden starten 8 november, na een half jaar vertraging.

De werkzaamheden aan de rioolwaterzuivering inmiddels in volle gang

Maar ook de uiteindelijk goedgekeurde stikstoftoets klopt niet. Het renovatiewerk belast een minder klein deel van het 879 hectare omvattende Natura 2000-gebied bij Den Bosch, zo blijkt uit een naberekening die op 10 november het licht ziet.

Behalve glanshaverhooiland worden ook blauwgrasland en de drijvende waterweegbree geraakt. Bij elkaar 3900 vierkante meter zeldzame natuur die in totaal 0.0546 gram stikstof uit Oijen over haar heen krijgt.

Deze belasting valt in het niet bij de eerste stikstoftoets waarmee het bureau Eelerwoude in april 2023 op de proppen kwam. Toen ging het nog om 2.24 gram Oijens stikstof verspreid over 16 hectare natuur waarvan 13 hectare blauwgrasland in de Moerputten.

Geen breekpunt meer

Alle toetsen kennen wél een gelijkluidende conclusie: de tijdelijke gevolgen voor de Europees beschermde natuur rond Den Bosch zijn ecologisch verwaarloosbaar. Dat ook de finale stikstofberekening niet op nul komma nulnul uitkomt, vormt voor de provincie geen breekpunt meer. Want daar kun je bij de Raad van State inmiddels mee wegkomen.

Op 13 november 2023 valt ten provinciehuize, tijdens beleidsoverleg tussen de ambtelijke top en gedeputeerde Boelema, het besluit om de herberekende stikstofvergunning in procedure te brengen.

De Gelderse oplossing

Voor de Gelderse Natura 2000-gebieden Rijntakken en Veluwe wordt in deze vergunning de stikstoflast vanuit Oijen wél teruggebracht tot nul komma nulnul. Dat gebeurt met Brabantse ammoniakrechten die binnen Brabant als gevolg van het stikstofslot niet meer mogen worden ingezet. Zonder te reageren wordt de provincie Gelderland geacht dit te hebben goedgevonden.

De rechten zijn afkomstig van de verdwenen stierenhouderij Beemdstraat 6 , gesitueerd op 800 meter van de rioolwaterzuivering Oijen. Aa en Maas koopt ze volgens directeur Verlaan voor enkele tienduizenden euro’s via stikstofbemiddelaar Eminet van bedrijfseigenaar M. den Brok.

Daarmee verdwijnt de ammoniakbelasting van 60 Oijense vleesstieren op de twee Gelderse natuurgebieden. Op Beemdstraat 6 huizen dan nog 940 stieren die samen 4412 kilo aan ammoniak uitpoepen, althans volgens de milieuvergunning voor deze intensieve veehouderij.

De 940 meststieren zijn volgens deze tekening verdeeld over drie stallen. Van onder naar boven: stal C (568 dieren na aftrek van de ingeleverde 60); rechterhelft stal E (127); stal B (245).

Maar volgens een recent vastgesteld bestemmingsplan bestaan de agrarische activiteiten op Beemdstraat 6 nog slechts uit het houden van paarden, het kweken van wormen en uit akkerbouw. De drie stierenstallen worden gebruikt als parkeergarage en opslagruimte, zoals blijkt uit onderstaande afbeelding met daarop stal C bovenaan.

Met dit bestemmingsplan fiatteert de gemeente Oss het gebruik van bijna 3000 vierkante meter stal als opslagruimte. In plaats van stieren worden hier caravans, campers, auto’s en boten gestald. Dat is al tientallen jaren zo en daar heeft niemand last van, verklaart eigenaar Den Brok als hij in 2019 tevergeefs poogt de Raad van State ervan te overtuigen dat gemeentelijke dwang tot ontruiming van zijn parkeergarage onredelijk is.

Oss is dan al van zins om het met Den Brok op een akkoordje te gooien. In ruil voor sloop van een voormalige varkenshouderij in Megen, wordt de parkeergarage aan Beemdstraat 6 gelegaliseerd.

Windhandel in stikstof

De stierenhouderij behoort daarmee definitief tot het verleden. Desondanks trekt de gemeente Oss de milieuvergunning hiervoor niet in. Het reservoir aan ammoniakrechten van deze verdwenen veehouderij blijft daarmee beschikbaar om de belasting van meer kwetsbare natuur af te kopen. Voorbeeld van de lucratieve windhandel in stikstof.

Er is echter nog één probleem. Om de deal met het waterschap Aa en Maas rond te maken, moet volgens de regels van het stikstofspel worden aangetoond dat de 60 stieren van Beemdstraat 6 sinds 2006 onafgebroken op stal staan of nog kunnen staan.

Het aangeleverde bewijs hiervoor zijn buitenopnamen van de bewuste veestal C, getooid met dagblad De Telegraaf van 24 augustus 2023. Op de foto’s is geen stier te zien en ook geen stal die van binnen nog als dierenverblijf in tact is.

De Telegraaf van 24 augustus 2023 als actueel bewijs voor het functioneren van van Beemstraat 6 als vleesveehouderij.

Dit kwestieuze bewijs wordt stilzwijgend geaccepteerd. Tegen beter weten in. De provincie had zelf in het voorjaar van 2023 bezwaar gemaakt tegen verdrievoudiging van de parkeergarage Beemdstraat 6. Zo’n omvangrijke ‘statische opslag’ hoort volgens haar niet thuis in het buitengebied maar op een bedrijventerrein (zie onderstaande tekst).

De gemeente Oss raadpleegt tezelfdertijd ook Aa en Maas als waterbeheerder in de Oijense polder over het legalisatieplan voor Beemdstraat 6. Het waterschap ziet geen waterstaatkundig beletsel. Want de bebouwing neemt niet toe: de stallen staan er immers al.

De gemeenteraad van Oss verwerpt het bezwaar van de provincie en fiatteert het plan op 6 juli 2023 bij hamerslag. De provincie laat het er verder bij zitten en stapt niet naar de rechter.

Het bestemmingsplan voor Beemdstraat 6 is daarmee in beton gegoten. Ook de stikstofvergunning voor de rioolwaterzuivering haalt geruisloos de eindstreep. Bezwaar en beroep daartegen blijven uit.

De vrees ten provinciehuize dat de milieubeweging op deze kwestie zou duiken, blijkt ongegrond. Verder tijdverlies en nóg grotere schade blijven Aa en Maas daarmee bespaard.

Het werk aan de rioolwaterzuivering zal duren tot in de zomer van 2026. De kosten van deze totale opknapbeurt belopen ondertussen bijna 93 miljoen euro, terwijl oorspronkelijk 57 miljoen was begroot. Voor verdere prijsstijgingen zijn de afgevaardigden in het algemeen bestuur van Aa en Maas inmiddels gewaarschuwd. De weg naar 2026 is nog lang.

(De meeste documenten waaruit in dit artikel wordt geciteerd zijn door de omgevingsdienst Brabant Noord en het provinciebestuur verstrekt op grond van de Wet open overheid (Woo) waar beterinbrabant een beroep op deed)