Categorie: Columns Pagina 1 van 3

Columns van Ron Lodewijks

Herbert Marcuse is terug, en dan vooral bij Albert Heijn!

Herbert Marcuse is terug! Althans volgens de intellectuele elite in de randstad.

Hét symbool van nieuw-links uit de jaren zestig van de vorige eeuw heeft dat te danken aan de opnieuw vertaalde Nederlandse heruitgave van zijn studie over de eendimensionale mens.

Het weekblad De Groene Amsterdammer afficheert de Amerikaans-Duitse geleerde vervolgens op de voorkant van haar 13 april-nummer als ‘de filosoof van de valse verlangens’. Een week later volgt een Marcusedebat in de Amsterdamse cultuurtempel De Balie, ‘in samenwerking met uitgeverij Athenaeum en De Groene’.

Zo krijg je de bal aan het rollen. Weer een week later brengt gevierd publicist Bas Heijne het Marcuse-hypje nationaal wat verder met zijn beschouwing over de ’terugkeer van een vlijmscherp pessimist’ in de boekenbijlage van NRC.

Het wachten is nog op de volgende intellectueel die in De Volkskrant of wellicht nog Het Parool zijn licht mag laten schijnen over ‘de schutspatroon van een opstandige generatie’ (Bas Heijne). En dan heb je het wel gehad in Nederland krantenland dat volledig in handen is van twee Belgische uitgevers. Die zullen de lezers van hun regionale kranten niet lastig willen vallen met de voorbije academicus Herbert Marcuse.

Wat maakt Marcuse nou nog zo bijzonder, ook voor niet-ingewijden in de overblijfselen van de linkse kerk?

Oftewel moet je ‘De eendimensionale mens’ gelezen hebben om het heden te begrijpen? Het boek behoorde in ieder geval niet tot de uitverkoren 18 klassiekers die De Groene Amsterdammer in 2018 onder deze noemer te boek stelde. Marcuses tijdgenoten James Baldwin, Kurt Vonnegut en Frantz Fanon kregen voorrang in deze serie der onvergetelijken.

Totalitaire overconsumptie

Maar nu dan toch Herbert Marcuse in de herkansing. En wel omdat hij toen de maatschappij voorspelde waarin wij nu leven. Het zegevierende kapitalisme, gebaseerd op overconsumptie waarmee de aarde in hoog tempo wordt opgebruikt. Een totalitair systeem waarin de arbeidersklasse wordt verdoofd met ‘valse’ (overbodige) behoeftes, aangejaagd door technologische hoogstandjes die ons persoonlijk leven tot in de haarvaten gaan beheersen. Wie niet kan of wil meedoen aan de welvaartsrace plaatst zichzelf buitenspel.

Herbert Marcuse had dit een halve eeuw geleden al in de smiezen. Doemdenken van het zuiverste water. Wat moet je ermee en wat doe je ertegen?

Dit alles overpeinzend begaf ik mij voor enkele wekelijkse boodschappen naar ‘Appie’, zoals wij thuis het plaatselijk filiaal van de eertijdse Zaanse grootgrutter nog steeds noemen. Met een zekere liefkozing die stamt uit mijn jeugd.

Opgegroeid met Appie

Ik groeide op met Albert Heijn, waar wij onze meeste boodschappen haalden. De meegekochte zegels plakte mijn vader direct na thuiskomst in het daarvoor bestemde boekje van de Premie van de Maand Club. Hadden wij genoeg gespaard dan werden de volle boekjes ingewisseld voor artikelen van doorgaans degelijke kwaliteit. Mijn regenpak en rubberboot komen uit die succesvolle AH-catalogus.

Wij waren toen blij met Appie en Appie zeker ook met ons. De Zaanse grootgrutter werd rijk met zijn uitgekiende klantenbinding. Geheel volgens de voorspelling van Herbert Marcuse groeide Albert Heijn uit tot de multinational Ahold waar winstmaximalisatie sociaal beleid is gaan verdringen.

Personeel als kostenpost

‘Het bedrijf ziet ons als een kostenpost op een excelsheet’, luidt de schrijnende conclusie van Lianne Jol, procescoördinator bij één van de AH-distributiecentra waar momenteel wordt gestaakt voor meer loon naar werken. Op de dag dat zij 25 jaar bij Albert Heijn in dienst was, legde Jol het werk neer, zo vertelde zij aan dagblad Trouw.

Als kaderlid van vakbond CNV steekt deze voorvrouw ook haar nek uit voor collega’s die AH in het weekeinde de helft minder wil gaan betalen. De besparing die dat oplevert gebruikt het bedrijf volgens Jol voor de magere loonverhoging die het zijn personeel wil geven. Zo’n sigaar uit eigen doos wenst deze jubilaris niet op te steken.

De acties duren voort tot de schappen bij veel AH-filialen zo leeg raken dat Ahold stevige schade lijdt en verdere concessies moet doen. De stakers hebben mijn volle steun, al vrees ik dat de afgedwongen hogere lonen bij Appie straks resulteren in een versneld verlies aan arbeidsplaatsen. Dat tikt aan, want de winkels van Albert Heijn zijn heel wat beter bezet dan de uitgebeende filialen van Lidl en Aldi, waar voor serieuze klantenservice geen personeel is.

Maar ook Appie is al aan het uitbenen. Je kunt je boodschappen, oftewel de streepjescodes daarop, tegenwoordig eigenhandig scannen en vervolgens afrekenen. Steeds meer klanten doen dit. Weer zo’n Marcuseaanse ‘valse’ behoefte die zichzelf vervult. Die is ten koste gegaan van het aantal bemenste kassa’s.

De klant als verdachte

Verdwenen caissières worden inmiddels benut om de zelfscannende mens op misbruik cq diefstal te controleren. Ben je aangemerkt als verdachte dan kun je pas afrekenen nadat alle boodschappen zijn gescand. Dat overkomt mij nu al drie weken achtereen en is langzamerhand geen toeval meer. Kennelijk vinden ze deze oudere klant, speurend op de verpakkingen naar streepjescodes, een risicofactor van betekenis.

Het lijkt er sterk op dat camera’s je gedrag in de gaten houden, maar dat blijft gissen. Het vriendelijke meisje dat in mijn boodschappentas duikt weet verder van niets.

Gewoon weer langs de kassa

Groeiend onbehagen hierover noopt tot een koerswijziging. Ik ga bij Appie gewoon weer langs de kassa. Als we dat allemaal doen kan het vriendelijke meisje daar ook weer plaatsnemen en hebben we een ‘valse’ behoefte minder. Hopelijk met behoud van werkgelegenheid, anders wordt het ook bij Appie aansluiten in de rij.

Want bij Lidl en Aldi is het doorgaans aanschuiven voor de kassa. Het AH-actievirus steekt in deze twee Duitse supermarktketens nog niet de kop op. Ter inspiratie beveel ik daarom de onderbetaalde werkers aldaar Marcuse aan, althans een begrijpelijke samenvatting van ‘De eendimensionele mens’. Want het boek zelf is vrijwel onleesbaar, vindt zelfs Bas Heijne.

De apartheid leeft nog steeds in democratisch Zuid-Afrika

Zeg eens eerlijk, ben je nu beter af dan onder de apartheid?

Deze vraag stellen is in Zuid-Afrika vragen om aandacht én moeilijkheden. De vooraanstaande wetenschapper Johathan Jansen deinst echter niet terug voor deze provocatie van het ANC. Zijn wekelijkse column in de Sunday Times gebruikt de buitengewoon hoogleraar opvoedkunde aan de universiteit van Stellenbosch om de machthebbers in het land een spiegel voor te houden.

Voorafgaand hieraan had Jansen aan zijn volgers op twitter de volgende vraag voorgelegd:

Denkt u dat de algehele infrastructuur van dit land (wegen, energie-, water- en transportvoorzieningen) in 1993, het laatste jaar van de apartheid in betere staat verkeert dan nu, 30 jaar later?

Dat de professor hier vroeg naar de bekende weg blijkt onmiskenaar uit de 2410 reacties: slechts 11 procent is dat niet met hem eens. Maar dat zijn dan ook mensen die volgens Jansen in een andere wereld leven en het nieuws niet volgen. ‘Want dat is behoorlijk somber: het leven in de rijkste stad van het continent, Johannesburg, wordt gehinderd door een chronisch gebrek aan drinkwater, dagelijkse stroomuitval en door gaten als kraters in steeds meer wegen. Dat hadden we niet aan de vooravond van de democratie.’

Ook sociaal is het armoe troef. Rijdend door Kaapstad, Zuidafrika’s toeristische kroonjuweel, had de professor nog nooit zoveel daklozen langs de wegen zien bivakkeren.

Leven tussen de vangrails

Hij overdrijft niet. De Nederlandse journalist Bram Vermeulen portretteerde in zijn afscheidsreportage van Kaapstad (en als Afrikacorrespondent) een dakloos echtpaar dat bivakkeert tussen de vangrails in de middenberm van een stedelijk verkeersriool. En daar hebben zij over nagedacht. Want de dag- en nacht langsrazende auto’s beschermen hen uitstekend tegen beroving door criminelen die de townships aan weerszijden van de snelweg onveilig maken. Dit is sociaal veilig overleven in erbarmelijke omstandigheden.

Deze twee mensen en veel van hun mede-daklozen die inmiddels de moederstad bevolken, raakten hun werk kwijt tijdens de coronapandemie. Doordat het land volledig op slot ging konden zij hun al schamele onderkomens in de townships van de Kaapse vlakte niet meer bekostigen. De paar miljoen banen die toen landwijd verloren gingen, dreven en de toch al torenhoge werkloosheid verder op.

Waren al deze armen beter af tijdens de apartheid?

Daar valt geen zinnig woord over te zeggen aangezien een flink deel van hen pas na 1994 werd geboren. Dat weet professor Jansen natuurlijk donders goed. Zijn provocatie is dan ook net zo ongefundeerd als de propaganda waarmee het ANC ‘de apartheid’ de schuld is blijven geven van zo’n beetje alles wat de laatste 30 jaar onder zijn bewind fout ging en nog steeds gaat.

Steeds minder mensen van wie de ANC-politici het moeten hebben zijn nog vatbaar voor deze versleten excuustruc. Weinigen onder hen zullen de falende erflaters van Nelson Mandela met hun loze beloftes bij de komende parlementsverkiezingen in 2024 wederom aan een meerderheid willen helpen. Vooropgesteld dat binnen de zwarte onderklasse nog animo bestaat om te gaan stemmen voor een beter leven.

Heel wat veelzeggender dan de intellectuele opwinding over het schrijfsel van professor Jansen is de reportage die het kwaliteitsweekblad Mail&Guardian maakte over de desastreuze uitwerking van de in het land heersende energiecrisis op het leven in de townships van Johannesburg.

In dat artikel spreekt één van de bewoners, Noah Mogosetse, over de dagelijkse worsteling die zijn twee dochters doormaken bij hun zoektocht naar een baan omdat het internet door al die stroomonderbrekingen om de haverklap uitvalt. Wachtend op telefoontjes van werkgevers die niet doorkomen.

‘Het leven is hier heel moeilijk. Mijn koelkast en tv zijn stukgegaan als gevolg van veelvuldige stroomonderbrekingen. Ik kijk nu naar het nieuws bij de buren en mag ook mijn boodschappen in hun koelkast leggen.’

De schuld van deze droevenis legt Mogosetse bij de ANC-regering. De omstandigheden zijn inmiddels zodanig achteruitgegaan dat het leven onder de apartheid volgens hem zelfs aangenamer was. ‘Dat waren moeilijke tijden, maar het land verkeerde toen niet in zo’n slechte toestand als nu’, luidt zijn opmerkelijke conclusie.

‘Stem het ANC uit de regering’

Mogosetse is bepaald niet de enige gefrustreerde Joburger. ‘We moeten het ANC uit de regering stemmen, want zij falen bij voortduring om ons te helpen’, zegt Melita Kekana in hetzelfde artikel. Zij verloor haar baan tijdens de coronapandemie en begon een eigen salon met tien mensen in dienst. Maar de energiecrisis maakte weer rap een einde aan dit bedrijfje en dompelde tien gezinnen in armoede.

Het is steeds hetzelfde liedje: wie zelf geen energie opwekt om huishouden en bedrijf aan de gang te houden tijdens de dagelijkse stroomuitval van zo’n zeven uur, is de sigaar. Dat zijn de mensen die geen zonnepanelen of generator kunnen bekostigen.

En dat zijn in de metropool Johannesburg vooral de miljoenen arme zwarte Afrikanen die de vele townships bevolken. Dertig jaar na afschaffing van de staatkundige apartheid leven zij nog altijd gescheiden van de blanken, kleurlingen en mensen van Indische en Aziatische komaf. Deze bevolkingsgroepen blijven eveneens gegroepeerd in hun eigen wijken, zo is duidelijk te zien op de segregatiekaart van Johannesburg die de nationale statistische dienst op basis van een volkstelling samenstelde.

Hetzelfde beeld zie je in andere grote steden als Kaapstad en Durban. Ook op het Zuidafrikaanse platteland is de sociale en economische segregatie nog manifest.

‘De apartheid is geprivatiseerd’

‘De apartheid ging niet dood, zij werd geprivatiseerd’, stelt wetenschappelijk onderzoeker Sizwe Mpofu-Walsh vast in zijn boek ‘De Nieuwe Apartheid’. De blanke elite verspreide haar vermogen en de staat bouwde haar grote economische macht af. Deze privatisering was al gaande onder het blanke apartheidsregiem en werd na de machtsovername voortgezet door het ANC.

Via de zogeheten Zwarte Economische Bemachtiging kwam de nieuwe politieke elite terecht op topfuncties in bedrijven die zijn gefinancierd met blank kapitaal, beschrijft Mpofu-Walsh de opkomst van de zogeheten ANC-miljardairs.

Geld en macht smelten volgens de auteur bij uitstek samen in de persoon van Cyril Ramaphosa. De rechterhand van Nelson Mandela werd een geslaagd zakenman in de nieuwe democratie, keerde terug in de politieke arena als vice-president van Zuid-Afrika en stootte vandaar door naar het presidentschap.

Gebrek aan daadkracht

Deze zwarte kapitalist moet als ’s lands ‘nummer één’ nu met gezwinde spoed de energiecrisis onder controle zien te krijgen voordat de parlementsverkiezingen van 2024 aanbreken. Ramaphosa straalt uit dat hij daartoe in staat is, maar zijn gebrek aan daadkracht benauwt inmiddels ook de slinkende groep mensen die het nog in deze president ziet zitten.

Om aan de macht te blijven moet het ANC de brug blijven slaan naar zijn achterban: de massa zwarte kiezers, oftewel ‘onze mensen’ zoals de president hen in bijkans elke toespraak noemt. Het dakloze paar tussen de vangrails in Kaapstad kan hij vergeten. Noah Mogosetse en Melita Kekana in het township Tembisa is hij ook kwijt.

Wie gaan dan nog wel op het ANC stemmen?

Wellicht de kiezers van Soweto. ’s Werelds beroemdste township in Johannesburg. Nelson Mandela en Desmond Tutu woonden er in dezelfde straat. Cyril Ramaphosa groeide er op.

Miljoenen inwoners van Soweto betalen al tientallen jaren hun elektriciteitsrekening niet, of tappen illegaal stroom af. Het wankelende staatsenergiebedrijf Eskom loopt daardoor een vermogen aan inkomsten mis. Afsluiting van dit reusachtige township is voor Eskom een politieke brug te ver. De ANC-regering nam zelf de Sowetoschuld twee keer voor haar kap en liet de wanbetalers vervolgens ongemoeid. Een tamelijk eenvoudige maatregel bleef daardoor achterwege: sluit huizen aan op een automaat die pas elektriciteit levert als je er vooraf voor hebt betaald.

Dit systeem werkt op veel plaatsen in Zuid-Afrika maar dus nog steeds niet Soweto. Desondanks wil Ramaphosa deze vrijstaat opnieuw op staatskosten uit de wind houden. ‘Tegen bepaalde voorwaarden’, voegt hij daar in alle vaagheid aan toe.

Het ANC poogt hier overduidelijk stemmen mee te kopen in zijn bolwerk Soweto. Stemmen die het hard nodig heeft om de macht te behouden. Maar in delen van arm Zuid-Afrika waar het principe ‘geen geld-geen stroom’ onverbiddelijk geldt, stuit deze gesubsidieerde rechtsongelijkheid op diepe verontwaardiging.

Ook in Alexandra, een heel wat kleiner township aan de noordkant van Johannesburg heerst rechtsongelijkheid. Daar betaalt volgens de lokale autoriteiten slechts vier procent van de bedrijven en bewoners voor hun energieverbruik. En wie nog wél betaalt wordt afgestraft met soms dagenlange stroomuitval omdat het stadsenergiebedrijf niet tot reparatie van gebreken in staat is, zo komt naar voren in het Mail&Guardian-artikel.

Alexandra ligt in de periferie van Sandton, hét commerciële zakencentrum van Zuid-Afrika. Daar had in 2002 de wereldtop over duurzame ontwikkeling plaats. De brede bufferzone van snelwegen en industriegebied tussen beide stadsdelen markeert de scheidslijn tussen arm en rijk.

Wie beter af is in Zuid-Afrika lijdt ook hier geen twijfel.

Bank dicht en postkantoor bijna, maar in Zuidkaaps dorp geen Brabantse leegloop

Dè bank van het volk, zoals zij zichzelf afficheerde, is Absa al lang niet meer.

Wie in Zuid-Afrika maandelijks de eindjes aan elkaar moet knopen kan beter maar geen geld stallen bij Absa. Want die troggelt je per transactie meer ‘onkosten’ af dan bijvoorbeeld de First National Bank waar doorgaans de meer welgestelden hun geld parkeren.

Tegen kersttijd nam Absa afscheid van ons dorp aan de Zuidkaap. Van het bankfiliaal resteert alleen nog de geldautomaat. Je zag het al een tijdje aankomen. De aardige manager die hier jarenlang de scepter zwaaide was al overgeplaatst en werd niet meer vervangen. Met de openingstijden verschraalde ook de dienstverlening.

Lusteloos en troosteloos

Een lusteloos einde, troosteloos verwoord op een raamplakkaat: ‘This branch is Deactivating… as part of our ongoing Network Footprint Management project.’ De lezer wordt verwezen naar filialen in omliggende dorpen die nog wel open zijn, het dichtstbijzijnde 30 kilometer van hier.

Daar moet ik mij nu vervoegen om een telefoonnummer in mijn klantendossier gewijzigd te krijgen. Want dit lukt volgens de Absa-klantenservice niet digitaal.

Denkend aan Brabant

Denkend aan Brabant, onderga ik de sluiting van Absa toch met enige weemoed.

Is dit het begin van de leegloop aan voorzieningen die veel Brabantse dorpen al achter de rug hebben?

Met de kerken nog steeds naijlend, als uitstervend symbool van het geborgen roomse leven van weleer. En met de Rabobank, de boerenbank die nu ook grotere plattelandskernen de rug toekeert. Het heeft iets onvermijdelijks, waar weinigen zich nog druk over maken. (In Boxtel zijn in het Rabokantoor Oekraïnse vluchtelingen opgevangen).

Als een dief in de nacht

Maar hier aan de Zuidkaap grijpt de Brabantse nostalgie mij werkelijk naar de keel bij lezing van het bericht in het regionale weekblad Forum over de schokkende sluiting van het postkantoor in Stilbaai, een prestigieuze badplaats waar Absa overigens nog wel huist. Als een dief in de nacht, in het zomerse hoogseizoen kort voor kerst.

Het postkantoor bleek al geruime tijd haar rekeningen voor onder meer energie en water niet meer te betalen en was daarom door de gemeente afgesloten. Overheidsinstanties die elkaar vanuit hun eigen bolwerk bestrijden, dat is in Zuid-Afrika schering en inslag. Einde oefening.

‘Wij verontschuldigen ons voor het ongemak. Dank U. Prettige vakantie’, lezen de vele badgasten op de deur van het Stilbaaise postkantoor waar zij hun visvergunning wilden komen ophalen. Waar ze dan nog wél terecht kunnen, staat nergens.

Ook pensioengerechtigden die hier hun staatsuitkering komen ophalen, worden aan hun lot overgelaten. De hogere postbazen staan Forum evenmin te woord. De redactie spreekt er schande van.

Het dichtstbijzijnde postkantoor is 42 kilometer verderop. ‘Maar hoe lang is dat nog open?’, vraagt Forum zich terecht af. Want postkantoren in Zuid-Afrika sneuvelen bij bosjes tegelijk. Ook aan de Zuidkaap heerst kaalslag.

Staatspostbedrijf in gruwelijk verval

Het staatspostbedrijf SAPO verkeert dan ook in een staat van gruwelijk verval. ’s Lands grootste oppositiepartij, de Democratische Alliantie, stelde laatst tijdens een steekproef vast dat op 90 procent van de postkantoren die zij belde de telefoon niet werd opgenomen.

Vrijwel niemand verstuurt nog iets per post. Want brief of pakje komen slechts met zeer grote vertraging of in het geheel niet meer ter bestemming aan. Voor zo’n 6000 postbeambten dreigt loonkorting of ontslag.

Het postkantoor in ons dorp is nog open. Gevestigd in een juweel van een gebouwtje uit 1936 dat nog prachtig oogt. Gelukkig maar, want even verderop bezweek in 2022 het dak van de monumentale Anglicaanse kerk uit 1889 onder zware regelval. Het gat gaapt nog steeds, maar reparatie is gaande. In het ongeschonden kerkgedeelte gaan de zondagse diensten ondertussen voort.

Is er ook nog hoop voor het postkantoor alhier?

De dienstdoende postbeambte weet het niet. De rode postbus vóór het gebouwtje wordt nog maar tweemaal in de week geleegd. Uitbetaling van pensioenen is een maand geleden gestaakt toen het computersysteem de geest gaf. ‘Je kunt hier wel nog rekeningen betalen.’

Er is weinig aanloop meer. Maar het postwezen als systeem bestaat nog, benadrukt de vrouw. ‘Wij hebben hier op kantoor ook een manager.’ Hoe lang nog? ‘Dat is aan het centrale gezag in Pretoria.’

Dit stelt niet gerust. Gelukkig kan dit dorp tegen een stootje. Het heeft een centrumfunctie temidden van welvarende boerenbedrijvigheid. Dat vertaalt zich in voorzieningen als een politiebureau, rechtbank, gemeentekantoor, twee grote scholen voor lager en middelbaar onderwijs, een openluchtzwembad, een groot evenemententerrein waar de jaarlijkse landbouwexpo plaatsheeft en drie flinke supermarkten.

Het vredige dorp in een aantrekkelijke omgeving trekt ook mensen uit heel het land die rust en ruimte zoeken. Zij kopen of bouwen een huis. Van hier rij je in een half uur naar zee en in anderhalf uur naar de dichtstbijzijnde stad. Het dorp sluit aan op de N2 die 270 kilometer verderop uitloopt in de metropool Kaapstad.

Ondergang van de spoorwegen

Het einde der tijden is ter plaatse dus bepaald niet in zicht. De grootste aderlating alhier was de ondergang van de spoorwegen. Dertig jaar geleden kon je met de trein nog overal naar toe. Boodschappen doen in een omliggende plaats of op familiebezoek in Kaapstad. Goedkoop en betrouwbaar openbaar vervoer. Niets meer van over. Niets meer voor in de plaats gekomen. Werkgelegenheid weg. Spoorwegmensen vertrokken. Het verlaten station ernstig verpauperd. Alleen de rails liggen er nog. Wekelijks tuffen hierover nog zo’n twee goederentreintjes. Al het vervoer – mensen en goederen – gaat over de weg.

De aftakeling van spoorwegen en posterijen markeert het gestage verval van allerlei publieke voorzieningen in Zuid-Afrika sinds 1994, toen de apartheid ten einde kwam en het ANC van Nelson Mandela het land ging besturen.

Wéér de ramptoestand

Tragisch dieptepunt van deze neergang is de epidemische energiecrisis die heel Zuid-Afrika verlamt. Om het bevret van onvermogen van zich af te schudden, heeft president Ramaphosa wéér de ramptoestand afgekondigd.

Die gold ook al tijdens de coronapandemie en duurde maar liefst 750 dagen. Zoveel tijd is er nu bij lange na niet. De parlementsverkiezingen van 2024 naderen met rasse schreden. Willen Ramaphosa en zijn ANC nog aan de macht kunnen blijven, dan moet massieve stroomuitval zijn uitgeroeid. Het worden spannende tijden.

Boxtels superverkeersproject wordt een pijnlijke vertoning

‘Ken je die mop van dat superverkeersproject in Boxtel?……. Dat komt er niet.’

Deze parodie op een pseudograp in ‘Turks Fruit’ (het verfilmde boek van Jan Wolkers) over de jongens die nooit naar Parijs gingen, betreft twee uitspraken van de Raad van State van deze zomer. Daarin rekende de hoogste bestuursrechter af met twee onderdelen van dat lokale superverkeersproject.

Het gaat hierbij om verbreding van de zuidelijke hoofdweg in Boxtel, de Keulsebaan die het bedrijventerrein Ladonk verbindt met de snelweg A2. En om een fietstunnel onder het spoorknooppunt Tongersestraat. Daar steken nu nog dagelijks zo’n 6400 auto’s de drukke spoorlijnen Den Bosch-Eindhoven en Tilburg-Eindhoven over. Vooral woon-werkverkeer richting Ladonk rijdt dwars door de dorpskern van Boxtel en staat om de haverklap stil voor dichte spoorbomen.

De dubbele overweg is slecht voor de leefbaarheid in het dorp én voor de doorstroming van het treinverkeer. Ook spoorwegbeheerder Prorail wil al jaren af van dit beruchte knelpunt.

Om sluiting mogelijk te maken heeft de gemeente een veelomvattend pakket verkeersmaatregelen in elkaar geknutseld waar de hogere overheden (rijk en provincie) aan meebetalen.

Maar dit superplan schiet voor geen meter op. Vorig jaar nog blokkeerde de hoogste bestuursrechter het meest prestigieuze verkeersproject: een nieuwe noordelijke verbinding door het buitengebied naar het bedrijventerrein Ladonk die het buurtschap Kalksheuvel omzeilt. Omdat de stikstof uit automotoren die vanaf deze weg zal neerdalen op de Kampinase heide niet werd gecompenseerd. Deze voorwaarde vloeit voort uit de stikstofcrisis die uitbrak in 2019, twee jaar na het gemeenteraadsbesluit over dit project.

Wrang is dat de gemeente haar nederlaag met de twee navolgende deelprojecten wél zelf had kunnen voorkomen. Om te beginnen door bij de fietstunnel fatsoenlijk te handelen jegens drankenhandel/slijterij De Leijer, alias Boxly. Die staat zodanig in de weg dat voor Boxly op deze plek geen toekomst meer is, concludeert de Raad van State.

De gemeente had dus het volledige bedrijfscomplex moeten aankopen, inclusief de gebouwen. Om deze kostbare aangelegenheid te ontlopen wilde zij zich beperken tot onteigening van alleen het parkeerterrein. Daardoor zou de drankenhandel van de buitenwereld worden afgesloten. Boxly weigert dit terrein te verkopen.

Onbehoorlijk bestuur

In juridische termen bestempelt de Raad van State dit gemeentelijk handelen als onbehoorlijk en vernietigt om die reden het bestemmingsplan voor de fietstunnel. Daarmee valt definitief het doek voor een project dat ten gemeentehuize toch al als onbetaalbaar was aangemerkt.

Wordt dit ook einde oefening voor verbreding van de Keulsebaan?

Daar lijkt het sterk op als je het gemeentelijk optreden bij de Raad van State beziet. Elf omwonenden vechten het bestemmingsplan aan bij de hoogste bestuursrechter nadat de gemeenteraad hun bezwaren daartegen op 10 november 2020 heeft afgewezen.

De belangrijkste tegenzet uit dit pientere gezelschap volgt vijf maanden na het raadsbesluit: een deskundigenrapport van het Nijmeegse bureau Loendersloot met alternatieve verkeersprognoses. Die bestrijden dat wegverbreding noodzakelijk is, zoals de gemeente beweert op basis van haar verkeers- en vervoerplan uit 2008.

Op het juiste moment

Zo’n ‘second opinion’ is een prijzige investering van burgers die geen verdubbeling van een verkeersriool in hun achtertuin believen. Zij kunnen dit betalen, wetende hoe zo’n ’tegenrapport’ werkt in de krochten van de bestuursrechtspraak. Strategisch kiezen deze mensen hiervoor het juiste moment. De politiek is uitgepraat over dit project en wordt dus omzeild. Tien maanden voor de openbare rechtszitting over de Keulsebaan dringen zij de gemeente binnenskamers in de verdediging.

Die móét tijdig op de proppen komen met een tegenrapport om deze zaak straks nog te kunnen winnen. Te schrijven door een deskundoloog van buiten, dat wil zeggen niet eerder betrokken bij het Keulsebaanproject. Want zo werkt dat in het bestuursrecht: de ene specialist die de andere bestrijdt om de juridische slag te winnen. Wie dit spel niet meespeelt delft het onderspit, zoals ditmaal de gemeente Boxtel. Haar wegverbredingsplan is geplaveid met rapporten, maar nu het er echt om spant, laat zij het afweten.

Noodzaak niet aan te tonen

In plaats daarvan geeft de gemeente tegenover de Raad van State toe dat zelfs haar meest actuele verkeersberekeningen de noodzaak van een bredere Keulsebaan niet kunnen aantonen. Daarmee gooit zij de handdoek in de ring. Tijdens de rechtszitting delft de Boxtelse delegatie, maar liefst zes man sterk, het onderspit.

‘De gemeenteraad zal opnieuw moeten bezien wat voor plan hij vaststelt voor de Keulsebaan’, oordeelt de Raad van State. Hoogste tijd nu dus voor een politieke discussie of het nog zin heeft voort te gaan met een project waarvan de noodzaak niet is aan te tonen. Bovendien is de wegverbreding gaandeweg door allerlei prijsstijgingen financieel niet meer op te brengen, kreeg de politiek eerder deze zomer ineens te horen van de gemeentelijke projectmanager. Dat wordt trekken aan een dood paard.

Nuttige nederlaag

Hun gezichtsverlies bij de Raad van State is weliswaar pijnlijk, maar de teloorgang van fietstunnel en bredere Keulsebaan komt de beleidsbeslissers in het gemeentehuis niettemin goed van pas. Deze projecten vonden zij toch al niet nodig om de dubbele overweg te kunnen afsluiten. Essentieel hiervoor is volgens hen alleen de nieuwe noordelijke ontsluiting van bedrijventerrein Ladonk. Dit ijzer is deze zomer opnieuw in het vuur gelegd.

Boxtel wil de verbindingsweg alsnog mogelijk maken door stikstofrechten die zij heeft gekocht van een gestopte Oirschotse kippenboer, in te zetten tegen verdere aantasting van de Kampina.

Of die transactie door de beugel kan moet blijken tijdens een volgende beroepsprocedure tegen het opnieuw vastgestelde bestemmingplan voor de weg. Voor het eerst zal de Raad van State dan ook de noodzaak van deze omleiding door kleinschalig landschap tegen het licht moeten houden. Dat is geen uitgemaakte zaak.

Natuurvergunning ook essentieel

Essentieel wordt ook de natuurvergunning die de provincie nog voor dit nieuwe stuk asfalt moet afgeven. Vanuit de maatschappij heeft alleen de natuur- en milieubeweging toegang tot die procedure. De Raad van State serveert individuele burgers tegenwoordig zonder pardon af als belanghebbend bij de natuur.

Omdat de natuurvergunning louter over stikstofbelasting van de Kampina gaat, zal met name Natuurmonumenten als eigenaar/beheerder van dit vermaarde natuurgebied positie moeten kiezen in deze zaak.

Met twee beroepsprocedures die zich los van elkaar voltrekken, blijft de verbindingsweg zeker nog eens een jaar of twee in de lucht hangen. Oplopenden wachttijden bij de Raad van State die kampt met grote achterstanden, maken zo’n project steeds duurder.

Toch nog een troefkaart

Mocht het bestemmingsplan voor de weg opnieuw stranden in de rechtszaal, dan is het Boxtelse verkeersdebâcle compleet. En blijft de dubbele overweg gewoon open, tegen ’s Rijks wil. Dit gegeven is op dat moment wel weer een gemeentelijke troefkaart om uit te spelen als onder nationale druk opnieuw onderhandeld moet worden over sluiting ervan.

Dan kan Boxtel bijvoorbeeld van ‘Den Haag’ eisen dat er geld komt voor hernieuwde aansluiting van de Schijndelsedijk/provinciale weg N618 op de A2. Ofwel herstel van de vroegere aansluiting Peters Hoek die de gemeente prijsgaf bij ombouw van de N2. Daardoor zal het autoverkeer zich beter over Boxtel kunnen spreiden. De dubbele overweg kan dan toch dicht, mits ook nog Kalksheuvel wordt verlost van doorgaand vrachtverkeer naar bedrijventerrein Ladonk. Simpelweg door dit te verbieden, wat de gemeente tot dusver hardnekkig weigert.

Zo’n pakket aan verkeersmaatregelen kan de leefomstandigheden van veel burgers verbeteren. Mooi slotakkoord van een pijnlijke vertoning? Zover is het bij lange na niet.

(lees verder onderstaand geactualiseerd verhaal op deze site over de perikelen met de verbindingsweg en de veehouderij rond de Kampina)

Het boostercircus

‘Wat fijn dat u een afspraak heeft gemaakt voor een boostervaccinatie.’

Met deze opgewekte tekst verwelkomt het overheidsreserveringssysteem mij voor een bezoek op 5 januari aan de priklocatie Zaltbommel.

De barre werkelijkheid is dat ik deze afspraak als enige mogelijkheid moest accepteren om te voorkomen dat ik dadelijk boosterloos het vliegtuig naar Kaapstad in zou moeten.

De eerstvolgende optie was 25 januari ergens in Breda. Terwijl ik toch op loopafstand woon van het Boxtelse vaccinatiecentrum in sporthal De Braken. Maar deze prikplek bleef bij alle vingeroefeningen digitaal onvindbaar.

Enkele dagen daarvoor had ik in Boxtel nog kunnen meeliften met mijn alerte buurman die door een klantvriendelijke GGD-medewerker werd uitgenodigd om toch vooral iemand uit zijn omgeving mee te laten boosteren. Helaas ging die vlieger niet op omdat ik nog wachtte op de uitslag van een pcr-test.

Volgens de officiële regels van het vaccinatiespel had de GGD mij als 67-jarig coronarisicogeval al hoog en breed per brief moeten uitnodigen voor een booster. Daarmee kon je dan telefonisch een afspraak maken. Maar dat bleek een illusie. Al had ik die brief ontvangen, dan waren er nog een kwart miljoen wachtende bellers voor mij.

Vervolgens zou de GGD mij als 60-plusser met voorrang gaan benaderen voor een booster, zo las ik in de krant. Onder het verstandige motto: beveilig eerst de risicogroepen en daarna de rest van de bevolking.

Een dag later al zet minister Hugo de Jonge de vaccinatiesluis open voor 60-minners. Thans kunnen 40-plussers al een afspraak maken. Ondertussen gaat de ene na de andere prikhal open.

Half januari is iedereen geboosterd, roept het orakel De Jonge in zijn laatste stuiptrekking als coronaminister.

Deze massacampagne wordt voluit gesteund in de media. Alle deskundigen die we inmiddels kennen roepen in koor dat de boosterprik van Pfizer- en Moderna-makelij zeker helpt tegen omikron, ook al zijn deze vaccins niet afgestemd op de hoogst besmettelijke variant. Kwestieus bewijsmateriaal tot mantra verheven!

Maar de boodschap slaat breed aan. Mensen stromen massaal toe. Zelfs tijdens de kerstdagen is het dringen geblazen in de vaccinatiecentra.

Zestig plussers (en ouderen) moeten gewoon in deze rij aansluiten. Pogingen van ondernemende huisartsen om kwetsbare leeftijdsgroepen nog met voorrang te vaccineren, werden door de gezondheidsbureaucraten tegengewerkt en verder verijdeld.

Terwijl bij twee geneesmiddelenfabrikanten de miljardenwinsten binnenstromen, slaat zelfs bij de vrijdenkende medicus/ziekenhuismanager Marcel Levi gematigheid toe. De beste minister van volksgezondheid die Nederland niet krijgt, zwijgt deze kerstmiddag in het interviewprogramma Buitenhof over zijn recente oproep niet langer te accepteren dat de hele maatschappij wordt gegijzeld door een chronisch tekort aan intensivecare-bedden. Hij wordt er evenmin over bevraagd.

Na afloop van Buitenhof begeef ik mij naar het vaccinatiecentrum om de hoek, in een vertwijfelde poging om de kerstdagen af te ronden met een lokaal toegediende boosterprik.

‘Dat zal niet gaan. U heeft een afspraak in Zaltbommel’, constateert de poortwachter.

‘Maar ik woon in Boxtel. Dat moet toch te regelen zijn. Vorige week kon ik hier nog zonder afspraak terecht.’

Het systeem en de man hebben aan deze klant geen boodschap. Wegwezen!

Een rechtschapen Boxtelse medeburger die principieel alleen lokaal geboosterd wenst te worden en na lang telefonisch soubatten uiteindelijk tweede kerstdag in het lokale prikcentrum terecht kon, zag met eigen ogen dat ‘daar geen fuck te doen was’.

Dus wie houdt hier nou wie voor de gek?

Daarom thuis ook de telefoon maar gepakt als ultieme poging om nog wat voor elkaar te krijgen. Zowaar meteen contact! Maar ook nu is de boodschap teleurstellend. Vóór half januari kom ik in Boxtel niet aan de bak. Hoogst haalbaar in het boostercircus is Veghel op 2 januari.

In zomers Kaapstad sluiten ondertussen de laatste grote vaccinatiecentra wegens gebrek aan belangstelling. Ook de boostercampagne van de overheid valt in droog zand. Want de gevolgen van omikron dat half november in Zuid-Afrika aan het licht kwam, blijken reuze mee te vallen. Men viert daar lekker vakantie.

Benieuwd wanneer ook Europa uit de paniekstand komt. Nederland heeft het vliegverbod naar Zuid-Afrika inmiddels geruisloos opgeheven.

Gaandeweg rijst de vraag waar die boosterprik eigenlijk nog voor nodig is. De Jonge dreigde al dat je anders het vliegtuig niet meer in komt. De sfeer in dit land wordt er niet beter op.

Nieuwe uitbraak coronagekte met Afrika als kop van jut

Het was dezer dagen weer als vanouds in coronatijd. Een nieuwe variant en alles en iedereen slaat meteen op tilt.

En omdat die is ontdekt in Zuid-Afrika waar veel Britten naar toe reizen, was Boris Johnson er als de kippen bij om het land meteen weer in de ban te doen. Terwijl hij als allerlaatste regeringsleider de reisbeperkingen jegens Zuid Afrika pas net had versoepeld. Tegen heug en meug en onder grote druk van collega Ramaphosa.

In één adem dankte Boris de Zuidafrikanen voor de alertheid en deskundigheid waarmee zij de nieuwe variant blootgelden en die wetenschap meteen met de wereld deelden.

Deze vorm van Brits cynisme wordt hier te lande bepaald niet op prijs gesteld. De Zuidafrikaanse toeristenindustrie die sinds maart 2020 op apegapen ligt en juist komende zomermaanden weer wat perspectief ontwaarde, krijgt hierdoor nieuwe klappen. En de werkloosheid in dit land is al zo hoog.

In een misplaatste poging tot leiderschap, want zij gaat niet over reisverboden, volgde Europa’s topvrouw Ursula von der Leyen direct met haar oproep tot een algeheel Europees vliegverbod voor zuidelijk Afrika. Maar de beer was al los. Duitsland volgde de Britten op de voet en dus kon Nederland niet achterblijven. Dit zijn de drie landen waar toeristisch Zuid-Afrika het internationaal grotendeels van moet hebben.

Bitterheid

Bitterheid overheerst hier dan ook over de paardenmiddelen van de rijke landen die volgens de Wereld Gezondheidsorganisatie WHO helemaal niet helpen. Want je houdt de nieuwe variant, omikron gedoopt, in onze open wereldeconomie toch niet tegen. Hoogstens vertraag je de opmars wat. Ook dat is betrekkelijk. Omikron schijnt al sinds september onder ons te zijn, waar ook ter wereld.

Vanuit Zuid Afrika keken wij tegelijkertijd naar het onheil dat premier Rutte en minister de Jonge over besmet Nederland verkondigden. De nieuwe lockdown is een herhaling van zetten in de donkere dagen voor kerst. En dat met bijna 88 procent van de bevolking gevaccineerd!

In Zuid-Afrika is nog geen 40 procent ingeënt. Geen kwestie van schaarsheid, want de vrieshuizen puilen hier uit van de vaccins. Maar velen hebben geen trek of interesse in een (gratis) spuit. Uitzichtloze armoede maakt moedeloos.

Ook door al dat Europese machtsvertoon jegens Zuid-Afrika ontstaat de indruk dat het in dit land bepaald niet pluis is. In werkelijkheid is het hier als gevaccineerde momenteel een stuk beter toeven dan ten noorden van de evenaar.

De zomer breekt aan, het is lang licht en het maatschappelijk verkeer beweegt zich vooral buitenshuis. Gasten ontvang je in de tuin. Risico’s voor de gezondheid zijn daardoor vrij eenvoudig te beperken.

Daar komt bij dat het aantal dagelijks gemeten besmettingen in dit grote land zeer veel lager is dan in het kleine Nederland. Volgens de laatste cijfers: 3200 versus 22.000.

Toch wordt ook hier geleefd onder het juk van corona. Mondkapjes alom, binnen én buiten verplicht. Een (beperkte) avondklok. Sportwedstrijden zonder of met weinig publiek. Dunbevolkte theaters en concertzalen.

Niettemin loopt het aantal besmettingen de laatste weken snel op, aangedreven door omikron. Maar het land wordt niet meer stilgelegd zoals in 2020. Die lockdown ontaardde in een sociaal-economische ramp.

Reizigers klemgezet

Vol mededogen leven wij via de media mee met beklagenswaardige reizigers die door het botte overheidsingrijpen op vliegvelden worden klemgezet en vervolgens aan hun lot overgelaten. Voor hen geen compensatie van gedwongen uitgaven aan peperdure luchthavenhotels en exponentieel stijgende vliegprijzen voor een terugtocht.

Wereldwijd was er aandacht voor de 600 passagiers op twee KLM-vluchten uit Zuid-Afrika die na aankomst, in afwachting van hun pcr-test, langdurig op de luchthaven werden vastgehouden. Geen reclame voor de gastvrijheid van ons koninkrijk.

Benieuwd welk onheil ons straks nog boven het hoofd hangt als wij de terugtocht door het luchtruim aanvaarden. Dubbel getest mag je thans pas het vliegtuig in, na aankomst op Schiphol volgt wéér een test. Ongeacht de uitkomst volgen hoe dan ook minimaal vijf dagen thuisquarantaine onder gemeentelijk toezicht. Ook al ben je kiplekker, draag je de best beschermende mondkapjes (ffp2, ffp3), ontsmet je de handen veelvuldig en hou je de medemens op afstand. Maakt niet uit.

Maar het kan erger. Vanaf Engelse luchthavens wordt de thuiskomer standaard gedeporteerd naar een quarantainehotel voor tien dagen opsluiting op eigen kosten.

Op een Rotterdamse kade vroegen opgewonden journalisten zondagmiddag indringend aan minister Hugo de Jonge of dat bij ons dan ook niet zou moeten. Want ja, er kwamen toch maar liefst 61 van de 600 passagiers als besmet uit de prc-test tevoorschijn, onder wie 13 omikronners. Dat ging De Jonge te ver, al zitten die 61 dan wel in hotelisolatie. Gelukkig voor deze journalisten laat hij zich adviseren over verdere reisbeperkingen.

Vaderlijk

Later die dag sprak Cyril Ramaphosa de Zuidafrikaanse natie vanuit zijn presidentiële stoel op vaderlijke toon toe. Vaccineren, vaccineren, vaccinneren, luidde zijn standvastige boodschap. ‘Dat helpt echt. Wees verstandig, doe dat nou.’ Wél stelde hij enige overheidsdwang hierbij in het vooruitzicht. De opgelierde discussie hierover vertoont veel verschillen van mening.

De president haalde hard uit naar al die landen die Zuid Afrika en haar buurlanden inmiddels in de ban hebben gedaan en daarmee de toch al wankele economie van zijn land verder beschadigen: ‘ongerechtvaardigd’!

Ondertussen berichten Zuidafrikaanse huisartsen dat hun omikronpatiënten, ook niet-gevaccineerden, slechts milde klachten krijgen. Inmiddels is ook duidelijk dat British Airways weer gaat vliegen op Zuid-Afrika. KLM is dat blijven doen. Tekenen dat deze nieuwe uitbraak van coronagekte misschien snel weer wordt beteugeld.

Dorpsuitbreiding strandt op verdonkeremanen van natuur

Lennisheuvel. Kerkdorpje aan de zuidrand van Boxtel met zo’n 500 huizen en 1500 inwoners. Enerzijds omsingeld door het opgerukte bedrijventerrein Ladonk met zijn vele vrachtverkeer en zware bedrijvigheid.

Anderzijds uitvalsbasis naar het natuurgebied de Kampina en het cultuurlandschap de Mortelen. Twee parels in het onvolprezen groene hart van Brabant die wonen in Lennisheuvel vooral aantrekkelijk maken.

Een van de eerste stenen gebouwen in het dorp was Den Eijngel, een toenmalige brouwerij annex herberg. Gebouwd in 1494 als pleisterplaats aan de handelsroute Den Bosch-Turnhout. Het monumentale pand wordt inmiddels geflankeerd door een lange rij van voornamelijk vrijstaande huizen.

Aan deze zuidrand van Lennisheuvel wordt de volgende uitbreiding met maximaal 87 woningen vastgeplakt. Tot aan de flanken van de Heerenbeekloop die ter plaatse uitmondt in de Beerze. ‘Achter den Eingel’ heet dit uitbreidingsplan van 2,5 hectare dat projectontwikkelaar Janssen de Jong vanaf 2018 met de gemeente heeft opgetuigd. Tot vreugde van de dorpsraad die zich zorgen maakt over de leefbaarheid van Lennisheuvel, waar al enige tijd niet meer is gebouwd.

De Boxtelse gemeenteraad stelt het bestemmingsplan ‘Achter den Eingel’ in april 2019 vast. Daarin enkele wijzigingen die echter niet al het verzet tegen het bouwproject indammen. Een groepje omwonenden en de vereniging Het Groene Hart blijven ontevreden en stappen met hun bezwaren naar de Raad van State.

Maar liefst 15 maanden verstrijken voordat hun hoger beroep wordt behandeld. Vervolgens duurt het nog eens 8 maanden, in plaats van de gebruikelijke zes weken, voordat de hoogste bestuursrechter uitspraak doet.

Aan alleen corona kan deze buitensporige traagheid niet hebben gelegen. Want in 2020 deed de Raad van State met vijf maanden gemiddeld vrijwel net zo lang over zo’n zaak als een jaar eerder. De slakkengang met ‘Achter den Eingel wordt in de uitspraak niet verklaard. Burgers die hun beroepstermijn overschrijden hoeven ook niets uit te leggen: zij worden zonder pardon buitenspel gezet.

Waar moest de Raad van State in Lennisheuvel nu zo lang over nadenken?

De uitspraak oogt in ieder geval simpel. Alle bezwaren tegen het bouwproject worden van tafel geveegd, op het enige harde juridische punt na. Dat is de inbreuk die ‘Achter den Eingel’ maakt op de beschermde zone langs de Heerenbeekloop, onderdeel van het Natuur Netwerk Brabant.

De provincie schrijft bij verordening voor dat zo’n natuurverbinding binnen dorpen en steden minstens 50 meter breed moet zijn (dat is 25 meter aan elke zijde) om nog enigszins te kunnen functioneren als vrije doorgangsroute voor dieren en planten. Twee wakkere omwonenden hadden opgemerkt dat ter plekke slechts maximaal 40 meter beschermd is, terwijl één bouwkavel de Heerenbeekloop zelfs tot op minder dan 20 meter nadert.

Wil de gemeente van de verplichte 50 meter afwijken dan is dat volgens de Raad van State maar op één manier mogelijk: door de natuurzone opnieuw te begrenzen. De aparte procedure die de provincie hierbij voorschrijft, werd echter niet gevolgd. Onmiskenbaar een schending van het recht, zo blijkt tijdens de zitting van september 2020. Deze bui hangt dus al geruime tijd in de lucht.

‘Diep triest’

Het vonnis dat wordt geveld aan de Haagse Kneuterdijk kan dan ook geen verrassing zijn, maar wekt lokaal niettemin verontwaardiging. ‘Diep triest’, spreekt de voorzitter van het dorpsberaad in het Brabants Dagblad van 10 juni. ‘Ik snap werkelijk niet dat 10 meter meer of minder natuurzone zwaarder weegt dan het bouwen van woningen waaraan enorme behoefte is’.

De gemeente komt in haar reactie niet verder dan een laf persbericht waarin teleurstelling wordt betoond en nader beraad over de uitspraak wordt aangekondigd. Dat is langzamerhand een gebruikelijk patroon: zodra het moeilijk wordt duiken bestuurders weg.

Terwijl de verantwoordelijk wethouder gewoon zelf tegen het journaille had moeten zeggen: ‘Vervelende uitspraak, maar de boodschap is helder. Wij willen dit snel oplossen om de natuur recht te doen en de woningbouw vlot te trekken’.

Loopje met de feiten

Ook uit moreel oogpunt zou zo’n reactie op haar plaats zijn geweest. Want het gemeentebestuur nam in 2019 bij de vaststelling van ‘Achter den Eingel’, zelf een loopje met de feiten. ‘Aan beide zijden van de Heerenbeekloop wordt een zone van 25 meter gehanteerd’, luidde het antwoord op bezwaren die daarmee ongegrond werden verklaard.

Het bestemmingsplan dat vervolgens wordt vastgesteld gaat onmiskenbaar uit van in totaal 40 meter natuur langs de Heerenbeekloop. Die is ondertussen op de schop genomen en kronkelt door het landschap. ‘Hiermee is invulling gegeven aan het provinciale beleid, ondanks dat in de verordening een grotere breedte is aangegeven’. In gewone taal: al klopt het op papier niet helemaal, we hebben het goed voor elkaar.

Dat de Verordening Ruimte op zijn minst 50 meter langs de Heerenbeekloop verplicht stelt, wordt voor de politiek verzwegen. De gemeenteraad krijgt te horen dat slechts naar circa 50 meter gestreefd hoeft te worden. Geruisloos wordt het maximum steeds verder geminimaliseerd.

Gebreken te ernstig

Pas bij de Raad van State loopt de gemeente met haar gedraai tegen de lamp. Om de onafwendbare schade te beperken, vraagt zij onmiddellijk om de fouten nog tijdens de beroepsprocedure te mogen herstellen. Maar de hoogste bestuursrechter vindt de gebreken daarvoor te ernstig en vernietigt het hele bestemmingsplan.

Uithuilen dus en opnieuw beginnen. Meer ruimte aan de natuur geven en dorpsuitbreiding overeind houden, zo luidt de opdracht. Dit wordt nu besproken met de projectontwikkelaar én de provincie, kondigt de gemeente aan.

Rol van de provincie

Dit maakt interessant om te zien welke rol de provincie speelt in het verdonkeremanen van 10 meter natuur langs de Heerenbeekloop. De gemeente heeft haar vooraf geraadpleegd over de invulling van deze zone en over de bezwaren daartegen, zo blijkt uit het bestemmingsplandossier. Concreet ligt daar echter niets van vast.

Voorheen zou over zo’n precair uitbreidingsplan als ‘Achter den Eingel’ door de provinciale planologische commissie (ppc) advies zijn uitgebracht aan het provinciebestuur. Maar de ppc werd afgeschaft en sindsdien wordt in de Brabantse polder vooral gekonkelfoesd over ruimtelijke plannen.

Geheime overeenkomst

Juist in de achterkamer legt de natuur het al vrij snel af tegen kortststondig economisch gewin. Het profijt van projectontwikkelaar Janssen de Jong met het bouwproject in Lennisheuvel, zit verstopt in zijn geheime exploitatie-overeenkomst met de gemeente. Daardoor blijft ook ongewis wat er achter Den Eingel straks wordt gebouwd. Het bestemmingsplan is een lege huls. Slechts twee bouwpercelen staan op kaart.

De Raad van State heeft met zijn uitspraak van 9 juni 2021 ingegrepen in een schimmig onderonsje binnen de krochten van de overheid waar anders geen haan meer naar zou hebben gekraaid.

Vion bouwde met watertorens zijn boven de wet-monument

Over smaak valt niet te twisten. Ook met deze dooddoener in het achterhoofd valt moeilijk vol te houden dat de twee reusachtige wateropslagtanks die recent verrezen in de Boxtelse spoorzone tot de monumentale wonderen van deze tijd mogen worden gerekend.

De afzichtelijke torens verrijzen boven het massieve complex van de Vion-slachterij waar evenmin veel architectonische tijd en energie aan is verspild.

Dit is het treurige visitekaartje van Boxtels zuidelijke entree. Een affront voor het oog van de toevallige passant en groene recreant, maar helemaal voor de pechvogels met permanent uitzicht op de 20 meter hoge torens.

Dat zijn de 90 huishoudens die op 150 meter wonen van de slachterij met al het andere ongerief dat deze mastodont voor hun welbevinden veroorzaakt.

Positief advies

Maar hun werkelijkheid is niet die van de regionale welstandscommissie. Zij meent dat ‘de silo’s passen bij het industrieel karakter van het gebied en van de bedrijfsmatige uitstraling van het perceel’, zo valt te lezen in het positieve welstandsadvies over het geniale ontwerp van architectenbureau Bessels uit het verre Twello.

Kennelijk was in Brabant geen ontwerper te vinden die kon voldoen aan de hoogste eisen van welstand die de gemeente Boxtel sinds 2016 stelt aan het bedrijventerrein Ladonk dat voluit wordt gedomineerd door Vion met zijn transportbedrijf Distrifresh.

Want de lat ligt hoog, zo lezen wij in de toelichting. Ladonk valt namelijk onder de bijzondere toetsing van het hoogste niveau waar de welstandscommissie zich bij haar beoordeling van bouwprojecten op moet baseren.

‘Deze toetsing houdt in dat de gemeente de bijzondere kwaliteiten van het bedrijventerrein wil behouden en/of verbeteren, ofwel een gebied met bijzondere kwaliteiten wil realiseren’. Dat liegt er dus niet om.

Dat de watertorens deze zware ballotage hebben doorstaan, geeft toch wel aan hoe serieus de architect en welstandscommissie zich van hun taak hebben gekweten. Van het Vion-complex viel immers toch al geen chocola meer te maken.

Of en hoe de uit haar krachten gegroeide veehouderij annex slachterij – ooit overgewaaid uit Eindhoven omdat zij daar te veel stonk – nog enigszins valt in te passen in het fraaie achterland van Dommel en Stapelen, is al lang niet relevant meer.

Daar hoeft de welstandscommissie van de gemeente niet eens naar te kijken en dat deed zij dus ook niet. De tijd van adviezen buiten de beleidskaders, oftewel het gebruik van gezond verstand, ligt ook in welstandsland ver achter ons.

Paarlen voor de zwijnen

Zou de commissie wél over haar eigen schaduw zijn heengestapt, dan waren dat toch paarlen voor de zwijnen geweest. Want die torens stonden er al voordat de vergunning hiervoor was verleend.

Door de berichtgeving hierover in Brabants Dagblad bleef dat niet onopgemerkt.

Dat Vion in het geheel niet van zins was om te wachten op de vergunning en welbewust op eigen houtje aan de gang ging, blijkt uit de feiten die naar voren komen in het vergunningsdossier.

De watertorens werden op een zaterdagochtend met zwaar materieel aangevoerd en geplaatst op een betonnen fundering die rust op 24 palen.

Deze constructie moet bestand zijn tegen 20.000 kilo staal, gevuld met een half miljoen liter afvalwater. Dat is geen kinderspel.

Stak de vleesreus hier met voorbedachte rade zijn middelvinger op richting een onmachtige gemeente of stond het bevoegd gezag dit boven de wet-gedrag oogluikend toe? Dat zal vermoedelijk de vraag blijven.

Opmerkelijk is ieder geval wél dat het oorverdovend stil bleef vanuit de bestuurskamer ten gemeentehuize over dit strafbare feit.

Als die torens onverhoopt door hun fundering zakken omdat die niet blijkt te deugen , dan ligt in ieder geval de dader op het kerkhof. Verkeerde berekeningen, verkeerde uitvoering, wie zal het nog zeggen?

De vergunning die werd verleend als mosterd na de maaltijd, schrijft desondanks voor dat de gemeente dit alles vooraf en tijdens de bouw moet controleren.

Wie houdt nu wie voor de gek?

En waar was al die haast toch voor nodig? Waarom kon Vion niet wachten op de vergunning die zonder twijfel zou afkomen?

In de vergunning staat dat de torens ’s nachts het water moeten opvangen waarmee de nieuwe vleesverwerkingsfabriek wordt schoongemaakt. Dat is de grote hal die zonder natuurvergunning middenin de stikstofcrisis werd gebouwd. Openlijk toegestaan door de provincie. De rechtbank in Den Bosch moet over de houdbaarheid van deze vergunning nog een oordeel vellen.

De vleesverwerking ter plekke is inmiddels een maand in bedrijf, getuige een foto van Vion-makelij die het Brabants Dagblad 7 mei afdrukte ter illustratie van een paginagroot verhaal over dit nieuwsfeit. Kennelijk wordt daar nu mondjesmaat schoongemaakt, want de watertorens zouden nog moeten worden aangesloten op de hal.

Afvalwater slachterij

In dat artikel maakt Vion evenwel duidelijk dat ‘de tanks niets met de nieuwe hal te maken hebben’. ‘Ze gaan puur om het afvalwater van de slachterij’, citeert de krant de bedrijfswoordvoerder.

Dat klinkt logisch, ook bezien vanuit duurzaam waterverbruik. Want structureel een half miljoen liter kostbaar grondwater verkwisten aan alleen het schoonspuiten van één hal, getuigt niet van enig besef over de ernstige verdroging die te velde in Brabant heerst.

Maar de nieuwe werkelijkheid van Vion is wél in flagrante tegenspraak met de recent verleende vergunning die is gebaseerd op wat het bedrijf zelf aan informatie heeft aangeleverd.

Daarin houdt het gemeentebestuur ons voor dat er sprake is van ‘relatief schoon afvalwater, afkomstig van schoonmaakwerkzaamheden in de vleesverwerking’. ‘Dat bevat dus geen bloed, mest en dergelijke.’

Als de wateropslagtanks ’s nachts worden ontlucht ruik je daar vrijwel niets van, bezweert het bevoegd gezag.

Maar afvalwater uit de slachterij is van een geheel andere samenstelling. Dat stinkt als de hel, zo zullen omwonenden straks merken als bij zuidwestenwind de pure Vion-lucht hun slaapkamers binnendringt. Dan ben je opeens klaarwakker.

Vergunning en woordvoering spreken elkaar dus tegen. Wat is nu waar?

Laat ik een voorspelling wagen. In geval van hernieuwde publieke opwinding verklaart Vion bij nader inzien dat de woordvoerder zich ongelukkig heeft uitgedrukt, dan wel verkeerd is begrepen. En anders zwijgt men deze alternatieve interpretatie van de papieren werkelijkheid gewoon dood, op weg naar de volgende leugen.

De watertorens kunnen we alvast koesteren als monumenten van de in Brabant nog steeds manifeste boven-de wet-cultuur die wordt gedicteerd door macht en invloed.

Ondertussen is het volgende Vion-hoogtepunt al weer in de maak: een schoorsteen van 40 meter die de vuile slachterijlucht in hogere sferen moet brengen.

‘Vion geeft hiermee het verkeerde voorbeeld’

(Burgemeester van Boxtel Ronald van Meygaarden tijdens de gemeenteraadsvergadering van dinsdag 20 april 2021)

Geachte leden van de raad,

‘Uw lid mevrouw Bemelmans heeft ons college gisteren gevraagd of er handhavend moet worden opgetreden tegen twee waterbuffertanks die slachterij Vion afgelopen weekeinde illegaal heeft neergezet.

Wij doen ons best om haar vraag morgen schriftelijk te beantwoorden, maar ik vind het belangrijk om daar nu tijdens deze vergadering toch iets over te zeggen, al doorbreek ik daarmee het protocol.

Morgen staat er ongetwijfeld van alles in de krant over nieuwe onrust rond Vion en dan weet nóg niemand wat wij als bestuurders hiervan vinden. Dat is niet handig, juist omdat ik als burgemeester van Boxtel een stevige opvatting heb over deze kwestie.

Maar eerst even de feiten. De watertanks staan er inderdaad zonder vergunning. Wél is een aanvraag hiervoor ingediend maar die wordt nog door mijn ambtenaren bekeken.

Vion had die tanks dus niet mogen neerzetten en dat heb ik de directie ook in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk gemaakt. Het grootste bedrijf binnen onze gemeentegrenzen geeft hiermee het verkeerde voorbeeld. En ook nog eens op een pijnlijk moment. Want wij worden de laatste tijd overstelpt met aanvragen voor bouwvergunningen, terwijl veel van mijn ambtenaren momenteel zijn uitgeschakeld vanwege corona.

Al die burgers moeten daardoor langer wachten op hun vergunning dan gebruikelijk en dat is heel vervelend. Als zij het voorbeeld van Vion zouden volgen en ook maar alvast aan de slag gaan, is het eind zoek. Dan wordt het wild-west in onze gemeente.

Ik wijs er overigens op dat bouwen zonder vergunning ook een strafbaar feit is. Als ik daartegen proces verbaal laat opmaken, wordt strafvervolging mogelijk. Dat is een zwaar middel en het is niet mijn stijl van besturen om dat lichtvaardig in te zetten.

Ik doe liever een moreel beroep op een ieder binnen onze gemeenschap om zich aan de regels te houden.

In het geval van Vion passen de watertanks in het bestemmingsplan en kunnen ze dus in beginsel vergund worden. In de richting van mevrouw Bemelmans zeg ik dat wij die tanks dus niet kunnen laten weghalen omdat ze te legaliseren zijn.

Ik wil deze gelegenheid meteen ook aangrijpen om te benadrukken dat wij ambtelijk al geruime tijd grote inspanningen verrichten om te bereiken dat de overlast van Vion op de omgeving tot een eind komt, zoals uw raad ons college heeft opgedragen.

Dit is een traject van nog enige jaren en daar helpt een incident als afgelopen weekeinde bepaald niet bij.

Gelukkig ziet de directie van Vion dat ook in en heeft zij mij verzekerd dat zoiets niet meer zal gebeuren. Het bedrijf wacht nu dus met verdere werkzaamheden tot wij de vergunning voor de watertanks definitief hebben verleend.

Wat mij betreft is de kous daarmee af en gaan wij opgewekt verder.’

(deze toespraak hád burgemeester Van Meygaarden kunnen houden. Dat deed hij niet. De vragen van het raadslid Mirjam Bemelmans (PvdA/GroenLinks) werden een dag na de raadsvergadering schriftelijk beantwoord. De burgemeester stond ook de pers hierover niet te woord)

Burger afgeserveerd, wetsovertreder vrijuit

Open brief aan de directeur der Omgevingsdienst Brabant Noord

Geachte heer Lenssen,

Afgelopen dinsdag diende voor de rechtbank Oost-Brabant het beroep tegen de natuurvergunning die u als ODBN-directeur namens Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant in 2020 heeft verleend aan het vleesverwerkingsconcern Vion in Boxtel.

Ik heb daar geprobeerd de belangen te verdedigen van een Boxtelse natuurliefhebber die zeer bezorgd is over de teloorgang van het natuurgebied Kampina. En ik moet u zeggen: dat viel niet mee. U had er in de voorbereidende schermutselingen op aangekoerst ons juridisch af te serveren en de rechtbank maakte van dat huiswerk tijdens de zitting dankbaar gebruik.

Uw medewerkers waren zo scherp van geest geweest om de afstand te meten tussen de woning van ‘appellant’ en de Kampina. Vervolgens grasduinden zij wat in uitspraken van de Raad van State en trokken daaruit de eenvoudige conclusie dat ‘appellant’ te ver van de Kampina af woont om een persoonlijk belang te hebben bij het welzijn van dit natuurgebied. En klaar was Kees.

Dus ging u verder ook maar voorbij aan de argumenten die ‘appellant’ had ingebracht tegen de door uw dienst verrichtte prestaties bij het verlenen van de vergunning. Dat was overigens geen verrassing, want dat deed u ook al voordat wij elkaar in de rechtszaal troffen.

Ter zitting kon ik verder praten als brugman, maar met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid wordt uw heldendaad beloond en zal de rechtbank ‘appellant’ buitenspel zetten. Die slag heeft u alvast binnen.

Maar vanwaar toch deze ijver? Was u wellicht bevreesd dat de rechtbank even zou zijn vergeten dat het bestuursrecht in dit land niet is opgetuigd om de burger te beschermen tegen de overheid maar om de overheid te beschermen tegen de burger die probeert zijn recht te halen? Wilde u daarom de voorzienigheid een handje helpen om daarmee de natuurvergunning van Vion over de eindstreep te trekken?

Want het moet gezegd dat ik onder de indruk ben van alle moeite die u zich tot dusver, in eendrachtige samenwerking met Vion, heeft getroost om de rechtbank ervan te overtuigen dat het wel snor zit met deze vergunning.

Kort voor de zitting kwam u nog met de verpletterende vondst dat Vion voor de vleesverwerkingsfabriek helemaal geen natuurvergunning nodig heeft, zoals u eerder ook al beweerde.

Deze ijver legde u echter niet aan de dag toen ik op 17 oktober 2019 een van uw medewerkers er per mail op attendeerde dat Vion al met de bouwwerkzaamheden was begonnen, terwijl de aanvraag voor de natuurvergunning nog liep.

Omdat antwoord uitbleef heb ik 1 november opnieuw om een reactie gevraagd. ‘Als u hier zelf verder niets mee doet, dan hoor ik graag van u waar ik dán moet zijn om dit aan te kaarten’, voegde ik daaraan toe.

Taal noch teken.

‘Provincie laat Vion begaan met uitbreiding’, las ik vervolgens op 21 november 2019 in de krant. Want volgens de ODBN was er concreet zicht op het verlenen van de vergunning op korte termijn, zo vermeldt het artikel. En dus werd er niet opgetreden.

Zeven dagen later meldt uw dienst aan Vion niet te kunnen beoordelen of de ‘gevraagde vergunning al dan niet kan worden verleend’. Daarvoor moest eerst een reeks aanvullende gegevens op tafel komen aan de hand waarvan pas een oordeel kon worden gevormd. Deze brief trof ik recent aan in het rechtbankdossier.

De vergunning kwam af op 14 juli 2020. De bouw was toen al negen maanden op stoom! Hoezo korte termijn?

De enige conclusie die ik uit deze onthutsende feiten kan trekken is dat u de bouw had moeten stilleggen totdat vergunning was verleend. Door dit na te laten, plaatst u Vion boven de wet en maakt u rechtsbescherming tot een farce.

Natuurlijk kunt u aanvoeren dat het er nu eenmaal zo aan toe gaat bij het verlenen van vergunningen en in de rechtspraak. Dat er niets nieuws onder de zon is. Dat het al tientallen jaren zo gaat op basis van bestendige wetgeving en praktische souplesse en dat het daarom zo hoort. Dat het erom gaat dat alles op papier klopt. Dat je dan vervolgens niet meer hoeft te kijken naar de soms barre werkelijkheid.

En daar heeft u dan nog gelijk in ook. Wie thuis is in overheidsland en vaker met de bestuursrechter in aanraking komt, weet dat het inderdaad zo werkt.

Bestendig is ook: wie geld, macht en invloed heeft, komt weg met illegaal gedrag. Maar wie te goeder trouw handelt en minder te verteren heeft, kan zomaar onbarmhartig worden gestraft. Dat heeft het schandaal met de kinderopvangtoeslagen wel geleerd. Geen wonder dus dat het vertrouwen van burgers in de overheid zoekraakt.

Op zaterdag voor de rechtszitting van dinsdag plaatste Vion zonder vergunning twee reusachtige watertanks ten bate van de inmiddels kant en klare vleesverwerkingshal. Toeval? Laat mij niet lachen.

Met dit alles voor ogen was ‘appellant’ dinsdag dan ook behoorlijk ontdaan door de behandeling die haar ten deel viel in de rechtszaal waar zij vóór de Vion-zaak nog nimmer een voet had gezet. En waar zij meteen weer werd afgeserveerd, op uw initiatief heer Lenssen.

Hoort dat de taak te zijn van een overheidsdienst als de uwe? Kunt u uw kostbare tijd niet beter besteden? Liggen er niet nog honderden aanvragen voor een natuurvergunning op de plank, zoals uw vertegenwoordiger ter zitting aangaf?

Om te voorkomen dat wij na deze treurigheid weer gewoon over gaan tot de orde van de dag en alles blijft zoals het was, schrijf ik deze open brief. Die publiceer ik op mijn weblog beterinbrabant.nl. En omdat u in opdracht handelt van Gedeputeerde Staten, gaat er tevens een afschrift naar de Commissaris van de Koning.

Met vriendelijke groeten,

R. Lodewijks

Pagina 1 van 3

Website gemaakt door Timmermans Media