Meer dan 2000 doden door een nieuwe uitbraak van het ebolavirus. Vorig jaar, in Congo. Meer dan 6000 mensen gestorven aan de mazelen. In Congo, ook vorig jaar. Meer dan 8000 doden in één land in één jaar.

Wat zijn de menselijke tragedies achter deze onthutsende cijfers?

We weten het niet of nauwelijks. De hele wereld, Nederland, Brabant heeft genoeg ellende aan het hoofd. Maar ook al was er geen coronavirus, dan wisten we het nog niet. Congo, Afrika, ver weg, andere cultuur. En corona is heel dichtbij. Zo werkt het.

Ook Afrika wordt inmiddels getroffen door corona. Wie dat enigszins wil volgen moet naar BBC World News kijken, niet naar de nieuwsuitzendingen in Nederland.

Een lezer van Brabants Dagblad vroeg zich deze week af waarom het coronavirus niet wordt vergeleken met de Q-koorts die in Brabant heeft huisgehouden. Duizenden mensen in de buurt van geitenhouderijen zijn sinds 2007 besmet met deze mysterieuze bacterie die door melkgeiten en ook melkschapen wordt verspreid. Zeker 95 zieken vonden de dood.

Nog steeds waart de Q-koorts rond. Het RIVM registreerde dit jaar drie gevallen tot zover. Elk jaar komen er rond 20 meldingen bij. Geiten worden inmiddels verplicht ingeënt. Een antibioticum voor mensen is er nog steeds niet, hoewel er volgens het RIVM een kansrijk middel bestaat. Mensen met een zwakke gezondheid die in de buurt van geitenbedrijven wonen, kunnen dus niet afdoende tegen Q-koorts beschermd worden.

Dat de Q-koorts geen pandemie werd, kwam omdat deze bacterie niet van mens op mens kan worden overgedragen. Omdat het coronavirus dit wel doet en zich bovendien razendsnel verspreidt is de impact vele malen groter.

Frappant is echter dat Oost-Brabantse dorpen als Boekel, Keldonk, Erp, Boerdonk en Handel waar de Q-koorts destijds hard toesloeg, nu ook het zwaarst getroffen zijn door het coronavirus.

‘Die regio, waar mijn wortels liggen, kleurt al weken vuurrood op alle kaartjes van het RIVM’, constateert Trouw-journalist John Graat. Hij maakte een fietstocht door deze ‘brandhaard van Brabant’ en schreef daar in zijn krant een prachtige reportage over.

Graat’s hele familie woont nog in deze streek. ‘Erp was een van de hofleveranciers van Bernhoven, het ziekenhuis hier vlakbij dat al een paar weken overloopt.’ Zijn zus vertelt hem dat er in de naaste omgeving van de plaatselijke mengvoederfabriek, waar zij zelf werkt, heel veel mensen ziek zijn geworden.

Ook de oude baas van de fabriek werd besmet. ‘Hij kwam erdoorheen, veel andere inwoners van Erp niet.’ Graat vreesde ook voor het leven van zijn zieke moeder, maar zij heeft het gered. ‘Mijn moeder gaat niet dood. Natuurlijk niet’, bezweert hij.

De verslaggever fietste door het epicentrum van de intensieve veehouderij. Nergens in Nederland en zelf niet in West-Europa staan zoveel varkens- en kippenbedrijven op elkaar gepakt. Een deken van ammoniak en fijnstof hangt over deze regio die zich in lengte uitstrekt van de gemeenten Bernheze tot en met Someren. En dat is niet bevorderlijk voor de gezondheid.

Wie daar leeft en woont te midden van al dat vee, loopt een opvallend risico op longontsteking. Dat is gebleken uit vrij recent bevolkingsonderzoek. Waar dit nu precies door komt, is wetenschappelijk nog niet helder. Daarvoor is meer onderzoek nodig, zo klinkt het uit de medische hoek. Want pas als we de precieze oorzaak weten, zijn er gerichte maatregelen mogelijk, zo klinkt het.

Een bekend geluid dat vooral gemeenten achterover doet leunen. Verlamd door angst voor rechtszaken en schadeclaims vanuit de bio-industrie. Al jaren staat buiten kijf dat de veehouderij in Oost-Brabant moet worden teruggedrongen om woon- en leefklimaat te verbeteren. Het krachtige overheidsbeleid dat daarvoor nodig is komt alsmaar niet van de grond.

De provincie wilde veeboeren met vervuilende bedrijven weliswaar de duimschroeven aandraaien, maar die opschoning van het milieu wordt verder uitgehold nu VVD, CDA en Forum voor Democratie samen de dienst gaan uitmaken. Zodra de coronacrisis dat toelaat wordt links Brabant door deze rechts-populistische coalitie uit het provinciebestuur geknikkerd.

Wat blijft zijn de problemen. ‘Verstedelijking, de obscene hoeveelheid productiedieren en ruim één miljard reisbewegingen per jaar, zijn ideaal voor de verspreiding van virussen’, tekende schrijver Tommy Wieringa zeven jaar geleden in het Erasmus MC op uit de mond van moleculair viroloog Ron Fouchier.

Wieringa wilde van deze expert alles weten over virussen en verwerkte de verworven kennis in zijn novelle ‘Een mooie jonge vrouw’, het Boekenweekgeschenk van 2014. De schrijver haalt deze herinnering op in zijn NRC-column van afgelopen weekeinde, te midden van de coronacrisis.

Zal het leven na deze crisis nooit meer hetzelfde zijn?

Daarover wordt al driftig gefilosofeerd. Als corona is uitgewoed, we straks tegen dit virus zijn ingeënt en de economie weer op gang is, keren dan de welvaartsmechanismen terug?

Het wachten is ondertussen op de volgende uitbraak van een dierziekte. Volgens medische deskundigen is het niet of maar wanneer. Gaat die alleen het dier treffen en daarmee de veehouderij, zoals de varkenspest van 1997 in Brabant, of wordt opnieuw de mens het slachtoffer? Dat is niet te voorspellen.

Geen geruststellende gedachten. En al helemaal niet voor Oost-Brabant.