De Brabantse waterschappen maken vrijwel geen kans op een vergoeding van schade die zij zouden lijden als gevolg van het stikstofslot dat sinds maart 2023 provinciaal van kracht is.
Het bestuur van Brabant geeft daarmee als regel geen toestemming meer voor projecten die stikstof uitstoten en daarmee schade toebrengen aan kwetsbare Brabantse natuur die door een overmaat aan stikstof al in slechte staat verkeert.
Het afwijzen of afleggen van aanvragen voor natuurvergunningen door de provincie is weliswaar juridisch aanvechtbaar maar geeft slechts beperkt zicht op een schadevergoeding.
Dit blijkt uit onderzoek dat de waterschappen het advocatenkantoor Hekkelman in 2023 hebben laten uitvoeren. Dit rapport is recent door het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta vrijgegeven, op verzoek van de fractie Natuurterreinen die de beheerders van grote Westbrabantse natuurgebieden in dit waterschap vertegenwoordigt.
Aanleiding voor het onderzoek van Hekkelman was de strop van vier miljoen euro voor het waterschap Aa en Maas. Dat mocht in 2023 vanwege het stikstofslot niet beginnen met een ingrijpende renovatie van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) in Oijen.
De schade voor Aa en Maas vloeide voort uit een claim van de aannemer die al onherroepelijk voor dit project van 93 miljoen euro was gecontracteerd terwijl de benodigde vergunningen nog niet rond waren. Een dergelijke opschortende voorwaarde hoort tot de maatschappelijke plicht van de opdrachtgever om schade te voorkomen en te beperken, zo schetst Hekkelman.
Rapport Berenschot
Het advocatenkantoor keek niet zelf naar de kwestie Oijen. Dat deed wél het organisatie-adviesbureau Berenschot, in opdracht van Aa en Maas. Het bestaan van dit onderzoek wordt bevestigd door het bestuur van Brabantse Delta aan de fractie Natuurterreinen die het had opgevraagd maar niet te zien krijgt. Aa en Maas zweeg er tot dusver over en weigert dit rapport met Brabantse Delta te delen, aangezien het ‘vooralsnog’ om een concept gaat, zo wordt gesteld.
Vast staat evenwel dat dit waterschap geen schadevergoeding eiste van het provinciebestuur. Dat verleende begin 2024 alsnog vergunning voor het Oijense project en gedoogde bovendien dat het renovatiewerk vooruitlopend hierop kon beginnen. De financiële strop voor Aa en Maas werd doordoor niet nóg groter.
Nog steeds een risico
Door het stikstofslot lopen de waterschappen het risico geen vergunning meer te krijgen voor projecten die nodig zijn om uiterlijk 2027 te kunnen voldoen aan Europese eisen in de Kaderrichtlijn Water (KRW) om de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater fors te verbeteren.
Ook voor dergelijke werkzaamheden in of nabij Europees beschermde Natura 2000-gebieden is veelal een natuurvergunning nodig die slechts onder strikte voorwaarden op basis van uitgebreid onderzoek mag worden verleend. De Raad van State heeft de eisen hiervoor intussen verder aangescherpt.
Vergunningprocedures kosten hierdoor steeds meer tijd en leiden tot vertragingen die Brabant in conflict brengen met de Kaderrichtlijn.
Rivieren als de Maas, de Dommel, de Aa en de Mark die zijn vervuild met onder meer bestrijdingsmiddelen en een grote reeks chemische stoffen, beter bekend als PFAS, dreigen daardoor niet op tijd opgeschoond te worden. Dat is slecht voor het milieu én de Brabantse natuur die verdroogt door grootschalige grondwaterwinningen.
Hekkelman wijst erop dat de provincie conflicten met natuurregels kan oplossen door KRW-maatregelen die stuiten op het stikstofslot op te nemen in de beheerplannen voor Natura 2000-gebieden. Daardoor kunnen allerlei waterverbeteringsprojecten toch worden uitgevoerd. Het advocatenkantoor raadt de waterschappen aan hierover afspraken met het bestuur van Brabant te maken.