‘Laten we water besparen, niet alleen vandaag maar altijd’.
Deze verstandige oproep motiveert de toiletgebruiker in het winkelcentrum Waterfront aan de haven van Kaapstad tot spaarzaamheid. Het goede voorbeeld wordt ook aangereikt. Hier spoel je geen drinkwater door het toilet maar grijs of gerecycled water.
Het is een schaars overblijfsel van de waterbesparingsmanie die twee jaar eerder heerste. In de zomer van 2018 was de moederstad van Zuid-Afrika in de ban van Day Zero: de dag dat er geen water meer uit de kraan zou komen. Het peil in de 14 stuwmeren die Kaapstad van drinkwater moeten voorzien, was zo dramatisch laag dat het stadsbestuur de noodtoestand afkondigde.
De Kapenaars werden op een rantsoen van 50 liter kraanwater per dag gezet. Wie meer nodig had – 50 liter is zwaar afzien voor de gegoede burger met navenante waterbehoefte – moest zich begeven naar een centraal punt waar bronwater van de Tafelberg kan worden getapt. Dat bevindt zich in de welgestelde wijk Nieuwland, alom bekend van de legendarische rugby- en cricketstadions.
Aldaar heerste toen een permanente verkeerschaos omdat gemotoriseerde Kapenaars massaal oprukten naar de waterbron om hun jerrycans te vullen.
Zo’n beeld van rijen wachtenden bij een watertappunt zie je doorgaans louter in de townships en informele nederzettingen op de Kaapse vlakte, ver weg van de Tafelberg. Rijk en arm verkeerden in hun eerste levensbehoefte ineens op voet van gelijkheid.
Dat is inmiddels verleden tijd. Het doemscenario kwam niet uit. Dag Nul brak niet aan, omdat het waterverbruik daalde en het uiteindelijk in de Kaap weer regende. Eerst mondjesmaat, maar in de winter van 2019 als vanouds overvloedig, zodat de waterreservoirs zich na jaren weer vulden.
Daarmee vervlakte de urgentie van waterbesparing. In restaurants en café’s stromen de kranen en spoelen de toiletten weer als vanouds. En het voor Kaapstad o zo vitale maar ingezakte toerisme bloeide weer op sinds de watercrisis uit de internationale media is verdwenen. Het Corona-virus haalt daar nu een dikke streep door. Het toerisme ligt volledig op zijn gat. Dat spaart water.
De droogte blijft niettemin manifest. Tijdens de laatste hittegolf, met temperaturen van 30 tot 40 graden, was het zakkende waterpeil van de reservoirs in de Kaapse metropool weer in het nieuws. Het grootste waterreservoir, de Theewaterskloofdam is echter nog voor meer dan de helft gevuld. Vorig jaar om deze tijd was dat nog geen 40%. Met de winter in het vizier, maken de Kapenaars zich over een watertekort geen zorgen. Ze hebben wel wat anders aan hun hoofd.
Langs de westkust, drie uur noordelijk van Kaapstad, liggen de kaarten anders. Het waterpeil in de grote dam bij het gortdroge dorp Clanwilliam, een belangrijk reservoir voor de regionale citrusteelt, verdampte in fors tempo naar 25 procent. In de verschroeiende hitte regent het daar al maanden niet of nauwelijks.
Een groots project om de Clanwilliamdam fors op te hogen kwam enkele jaren wegens geldgebrek tot stilstand, maar is nog niet van de baan. Want de roep om water is groot om meer landbouwgrond te kunnen bevloeien en daarmee meer boeren bestaansrecht te geven.
Of het wel hard genoeg zal regenen om dat reusachtige reservoir straks vol te krijgen, is geen punt van discussie in de drang naar economische ontwikkeling. Meer zorgen baart de langdurige staat van verval waarin het ministerie van water verkeert. Terugkerende berichten over hardnekkige corruptie en wanbestuur op het departement, zijn ook voor het Clanwilliamproject geen goed teken.
In het zuidelijk deel van de provincie West-Kaap is de droogte half januari ook manifest. Aan weerszijden van de N2, de hoofdverkeersader tussen de havensteden Kaapstad en Port Elizabeth, kleurt het uitgemergelde landschap rood, zo ver het oog reikt.
‘Wink Dag Zero’?, kopt het Afrikaanstalige weekblad Forum. Dat verschijnt in de gemeente Hessequa, 280 kilometer ten oosten van Kaapstad. En met reden. Twee waterbekkens in deze gemeente raken onder de verschroeiende zon in hoog tempo leeg. Als dit zo zou doorgaan komt er in sommige dorpen volgens de krant over een maand geen druppel meer uit de kraan.
De autoriteiten kondigen dan ook verdere waterbesparingen aan: voor boeren die 40 procent minder rivierwater mogen aftappen, en ook voor burgers. En die waren al verscherpt naar een limiet van 150 liter per persoon per dag. Bovendien mag de tuin nog maar één keer per week twee uur lang worden besproeid. De auto moet je met een emmertje water wassen.
‘Toch lijkt het erop dat inwoners in onze streek zich niet storen aan de beperkingen’, constateert Forum. Het blad illustreert dit met een foto van de meest ergerniswekkende waterverspilling: een auto die nog steeds met de tuinslang wordt afgespoten.
Maar toen kwam er hulp van boven.
Een koufront zorgt een dag of drie voor motregens die lekker wegzakken in de gortdroge kleigrond. Later gevolgd door onstuimige buien, voortgestuwd door de aanzwellende zuidooster. Normaal gesproken een wind die in de Kaapprovincie borg staat voor stabiel zomerweer. Maar ditmaal niet. Een week lang regen is eveneens abnormaal voor de zomer. Het klimaat lijkt op hol geslagen. Het weer wordt meer en meer onvoorspelbaar.
Zware buien trekken de laatste weken over grote delen van Zuid-Afrika. De droogte verdwijnt naar de achtergrond. Dag Nul blijft ook in Hessequa buiten beeld. ’s Lands weerdienst blikt optimistisch vooruit: komende herfst en winter gaat het flink regenen.
Geef een reactie