In de stikstofprovincie Brabant heerst de ecologische noodtoestand. Maar volgens de Raad van State zit er al voldoende schot in het natuurherstel. Economisch kan er daarom weer het een en ander worden vergund.
Dat vloeit voort uit een opmerkelijke uitspraak waarmee de hoogste bestuursrechter op 14 februari 2024, de weg grotendeels vrijmaakte voor de ‘Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat’ (GOL).
Dit is een prestigieus provinciaal project om het hoofd te bieden aan de verkeersoverlast in het verstedelijkt gebied tussen Den Bosch-West en Waalwijk waar de snelweg A59 dwars doorheen loopt.
De plannen hiervoor zijn al sinds 2019 onder de rechter, mede dankzij de vlijmscherpe tegenstand van lokale bewonersgroepen die zich onder meer hebben verenigd in de Stichting van Gol naar Beter.
Hun ervaren milieuadvocaat Jan-Eelco Dijk speelt met succes de stikstoftroefkaart om de overheidsmachine te stuiten. De bewoners ijveren voor verbreding van de A59 in plaats van het verkeer als een olievlek over parallelwegen te verspreiden.
De oppositie legt het uiteindelijk toch af tegen een staaltje doorwrochte rechtspraak waarmee de Raad van State over hun hoofden heen meteen ook de deur opent naar versoepeling van het strakke provinciale stikstofbeleid.
Die deur zit in het slot sinds het bestuur van Brabant kort voor de provinciale verkiezingen van 2023 met de Wet Natuurbescherming in de hand, besloot voorlopig geen enkele vergunning meer te verlenen aan projecten die de stikstoflast voor de natuur vergroten.
Concrete aanleiding voor deze vergunningenstop waren analyses die de provincie had laten maken van de toestand der natuur in de 15 Europees beschermde Natura 2000-gebieden die Brabant telt, waaronder de Loonse en Drunense Duinen. Deze rapporten bevestigen de ecologische verarming die zich in het veld reeds lang voltrekt en bevelen herstelmaatregelen aan.
Stikstofprobleem gerelativeerd
Maar voor de GOL doen politiek (Provinciale Staten) en bestuurlijk Brabant (Gedeputeerde Staten) gezamenlijk hun uiterste best om het stikstofprobleem te relativeren. Zo wijzen zij de Raad van State op de ‘historische trend’ dat de stikstofbelasting sinds 2004 daalt in Nederland, en ‘naar mag worden aangenomen ook in Brabant’.
De provincie baseert zich hierbij op ‘de best beschikbare wetenschappelijke kennis’ die zij vervolgens in stelling brengt om aan te tonen dat deze trend zich ook daadwerkelijk aftekent in de Loonse en Drunense Duinen. Die worden direct geraakt door het GOL-project.
De provincie beroept zich hierbij op cijfers van Aerius: de rijksrekenmachine voor alles wat met stikstof en natuur te maken heeft.
De overbelasting van de Loonse en Drunense Duinen daalt volgens Aerius tussen 2018 en 2030 met 6 procent naar 16 procent van het areaal. Daarmee is 103 hectare van dit natuurgebied in goede conditie. Terwijl 535 hectare in meer of mindere mate overbelast blijft.
Daarmee komen de Loonse en Drunense Duinen niet in de buurt van de provinciale doelstelling dat in 2030 ‘minimaal de helft van de hectares natuur in de 15 Brabantse Natura 2000-gebieden op een aanvaardbaar stikstofniveau komen’.
Met alle maatregelen die de overheid – rijk en provincie – al neemt en nog in petto heeft om de natuurkwaliteit te verbeteren, valt niet eens te voorkomen dat de Loonse en Drunense Duinen verder achteruit kachelen. Dat concludeert de Ecologische Autoriteit in zijn beoordeling van de rapportage over de toestand van dit natuurgebied.
Volgens deze nationale natuurwaakhond moet er als de wiedeweerga een concreet herstelplan komen dat ook is gericht op verbetering van natuur en milieu in de omgeving van het Natura 2000-gebied.
‘Inzet voor natuur is voldoende’
Maar de provincie meent dat al haar inzet voor de Loonse en Drunense Duinen voldoende is en zal zijn om te borgen dat dit natuurgebied zal overleven.
En dat is de Raad van State met politiek en bestuurlijk Brabant eens! ‘Vast staat dat een daling van de stikstofdepositie heeft plaatsgevonden en aannemelijk is dat die daling zal blijven plaatsvinden.’
Als ondersteunend bewijs voor deze trend wijst de hoogste bestuursrechter op periodieke metingen van de concentraties ammoniak (stikstof uit dierlijke mest) die boven de Loonse en Drunense Duinen hangen. Deze metingen worden uitgevoerd onder gezag van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Zijn ammoniakmeetnet bestrijkt inmiddels 110 Nederlandse natuurgebieden.
Uit de RIVM-metingen blijkt dat de Loonse en Drunense Duinen sinds het piekjaar 2018 minder ammoniak over zich heen krijgt. Toch zijn de concentraties in dit natuurgebied nog altijd hoger dan in 2012 toen de metingen hier begonnen.
Vrijbrief voor gebruik stikstofrechten
De Raad van State schept met zijn redenering ruimte om de stikstoftoename als gevolg van het GOL-project te verlichten (‘mitigeren’) met een gelijkmatige stikstofafname. De provincie benut hiervoor de stikstofrechten van twee veehouderijen in de directe omgeving die zijn opgedoekt en dus geen ammoniek meer uitstoten.
Dit is het ingenieuze concept van externe saldering met agrarische stikstofrechten die andere economische activiteiten mogelijk maken. De Raad van State zet in zijn uitspraak van 14 februari duidelijk op een rij aan welke voorwaarden externe saldering wel en niet moet voldoen.
Soepele regels
In al hun details zijn de regels tamelijk soepel. Het gaat in de veehouderij om ammoniak uit poep. De hoeveelheid stikstofgas die daarmee de lucht in gaat hangt af van het aantal dieren dat een boer mag houden. Dat bepaalt zijn milieu- cq natuurvergunning. Zolang hij die vergunning (en) heeft, beschikt die boer over stikstofrechten. Niet nodig is dat er dan ook nog vee in zijn stallen staat.
Geen wonder dus dat de handel in deze rechten floreert. De provincie kocht in 2020 voor 3,5 miljoen euro zelfs een complete rundveehouderij in Drunen om daarmee voldoende stikstofrechten voor de GOL in handen te kunnen krijgen.
Bemeste maïsakker wordt natuur
Deze aankoop omvat ook een pachtcontract met natuurbeheerder Natuurmonumenten voor een bemeste maïsakker van 8 hectare binnen de Loonse en Drunense Duinen. Contract en bemesting zijn beëindigd en het bijbehorende stikstofsaldo is verrekend met het verkeersproject. Ook deze vorm van saldering valt onder de juridische spelregels. De maïsakker van 8 hectare kan na een halve eeuw te zijn doorbemest nu eindelijk in natuur worden omgezet.
Externe saldering is hét glijmiddel om aan de stikstofklem te ontsnappen, maar wordt met de vergunningenstop geblokkeerd door de provincie. Haar eigen saldering ten gunste van de GOL stamt van voor die tijd geen blijft dus buiten schot.
De weg bij de Kampina kan ook vergund
Het kan bijna niet anders dat de rechterlijke uitspraak van 14 februari ook ruimte vrijmaakt voor andere projecten die nog op stapel staan. Zoals een verbindingsweg naar het bedrijventerrein Ladonk die Boxtel oostelijk van het natuurgebied de Kampina wil aanleggen.
Volgens de gemeente is deze weg nodig om de beruchte dubbele spoorwegovergang in de Tongersestraat te kunnen afsluiten en het centrum van Boxtel eindelijk te verlossen van doorgaand verkeer naar Ladonk.
Het omgevingsplan voor dit nieuwe stuk asfalt ligt inmiddels voor de tweede keer bij de Raad van State. Maar er is ook nog een natuurvergunning nodig. Om die te kunnen krijgen heeft de gemeente stikstofrechten gekocht van een gestopte veehouder aan de Oirschotse kant van de Kampina.
Om de rechten voor die weg te mogen benutten, moet zijn aangetoond dat de overbelasting van dit Europees beschermde natuurgebied al door andere overheidsmaatregelen aan het dalen is.
Volgens het spoorboek dat de Raad van State hanteert voor de Loonse en Drunense Duinen, moet die afname blijken uit modelberekeningen en worden ondersteund door ammoniakmetingen.
En dat blijkt ook in de Kampina het geval! Volgens Aerius zal 31 procent van de natuur hier in 2030 ecologisch veilig zijn. En metingen vertonen sinds 2018 een dalende neerslag van ammoniak op de Kampina.
Dat Boxtel de natuurvergunning voor die weg in het provinciehuis nu ook snel los krijgt, staat te bezien. Want dan moeten er in deze gemeente en daarbuiten natuurvergunningen volgen voor woningbouwprojecten waarvoor stikstofrechten van dezelfde Oirschotse boer zijn gekocht.
Einde vergunningenstop
En daar zal het niet bij blijven. Want juridisch gezien gaat het met de meeste Natura-2000 gebieden in Brabant al beter. Dat betekent het einde van de provinciale vergunningenstop, althans voor niet-agrarische ontwikkelingen.
Voor de intensieve veehouderij liggen de kaarten anders. Boeren die vooruit willen, kunnen geen kant op bij gebrek aan stalsystemen die in praktijk ook werkelijk onder de vereiste stikstoflimieten blijven. Daar is nog geen oplossing voor.
Ook minder vee betekent minder stikstof
De provincie heeft in in de GOL-zaak geopperd om als alternatieve mogelijkheid in haar omgevingsverordening op te nemen dat boeren ook aan de limieten kunnen voldoen door ‘het houden van minder dieren’. ‘Want wij schrijven geen stalsystemen voor, maar emissiereductie-eisen waar op verschillende manieren aan kan worden voldaan’, aldus Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten in ‘nadere stukken’ aan de Raad van State.
Zouden politiek en bestuur dit werkelijk serieus menen?
Want zodra een Brabantse boer met verouderde stallen wordt verplicht om te voldoen aan de provinciale stikstofeisen moet hij genoegen nemen met minder dieren en dientengevolge met een lager inkomen. Betekent dit het einde van zijn bedrijf, dan kan deze boer zijn stikstofrechten verkopen aan projectontwikkelaars en allerlei overheidsinstanties die wegen willen aanleggen, huizen willen bouwen, enzovoort.
Hoe meer veehouders hun stikstofrechten verkopen hoe meer ruimte ontstaat voor andere economische activiteiten. En de natuur pikt ook een graantje mee omdat 30 tot 40 procent van de verhandelde rechten van overheidswege wordt geschrapt.
Juridische lijdensweg
Ondertussen kan de provincie in de Langstraat nog steeds niet aan de slag. De Raad van State heeft de juridische lijdensweg met het GOL-project verder verlengd omdat de verkeersplannen nog immer gebreken vertonen die zijn eindoordeel in de weg staan.
Zo is aanleg van nieuwe natuur ter compensatie van de oppervlakte groen die door het project verdwijnt juridisch niet zeker gesteld. En het lijkt erop dat de stikstofrechten van de tweede gestopte boer (in Vlijmen) al eerder zijn benut. Als de provincie het tegendeel niet kan aantonen, moet zij andere stikstofrechten gebruiken om de GOL te kunnen uitvoeren. Dat is ingewikkeld.
Een en ander moet van de Raad van State binnen 39 weken zijn opgehelderd dan wel gerepareerd. Mocht hiervoor wéér een GOL-besluit van Provinciale Staten nodig zijn, dan wordt het aanpoten.
Schadevergoeding betaald
De GOL is nu zo’n vijf jaar in procedure. De Raad van State heeft inmiddels zo onredelijk lang over deze rechtszaak gedaan dat wegens overtreding van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens aan drie appellanten in totaal 8500 euro schadevergoeding wordt uitbetaald.
In het stikstofdoolhof is rechtspraak op de vierkante centimeter onvermijdelijk. De Raad van State bepaalt de economische speelruimte ten opzichte van het natuurbelang. Hij doet hierover aan de lopende dwingende uitspraken in beroepszaken die belangengroepen aanspannen.
Politiek en bestuur blijken zelf niet (meer) in staat de veehouderij en daarmee het stikstofprobleem onder controle te krijgen. Dat is de vertegenwoordigende democratie inmiddels boven de pet gegroeid.