DEN BOSCH – Het klinkt in de lente van 2019 allemaal zeer overtuigend. Klinisch geriater Paul Dautzenberg voorspelt op 6 april in het Brabants Dagblad dat Alzheimer, de alom gevreesde hersenziekte, over 20 jaar met medicijnen te genezen zal zijn. ,,Wij zitten er zó dichtbij”, schetst hij het lonkend perspectief in de strijd tegen dementie.

Het interview met de voorman van het kersverse Brain Research Centrum (BRC) in Den Bosch, geopend door Brabants commissaris van de koning Wim van de Donk, past naadloos in een landelijke campagne om gezonde ouderen te werven voor een grootscheepse test van medicijnen die afbraak van de hersenen zouden kunnen voorkomen.

Het optimisme van Dautzenberg en zijn collega’s van het hoofdcentrum in Amsterdam werkt aanstekelijk, want liefst 1300 potentiële proefpersonen melden zich aan. Onder hen de schrijver dezes, die binnen zijn familie het nodige dementieleed heeft meegemaakt. Het gevoel van plichtsbesef ontwaakte dat je als individu een wezenlijke bijdrage kunt leveren aan de doorbraak naar een geneesmiddel waar onze kinderen straks voluit van zouden kunnen profiteren in hun strijd tegen het verval.

Slechts vijf dagen na het interview met Dautzenberg meldt The New England Journal of Medicine, toonaangevend tijdschrift in de wereld van de geneeskunde, dat het internationale onderzoek naar het beoogde wondermiddel waar het BRC aan deelneemt, op dood spoor zit. Een specifiek medicijn dat de veronderstelde oorzaak van Alzheimer moet aanpakken, blijkt het geheugen juist sterker aan te tasten.

Voormalig verpleeghuisarts Bert Keizer wijst op deze Amerikaanse publicatie in zijn column van 26 april in dagblad Trouw. ,,Helaas kan ik hernieuwd bevestigen dat er niets, maar dan ook helemaal niets helpt tegen alzheimer en dat er zelfs niets gloort aan de horizon”, weerspreekt hij het optimisme van de Bossche geriater.

Als specialist ouderengeneeskunde is Keizer hier beter bij de les dan de breinbazen van het Brain Research Centrum, die dan nog volop de grote trom beroeren. ‘Schrijf geschiedenis! Doe mee aan dit grootschalig onderzoek naar Alzheimer. Meldt u aan’, jubelt hun website. Drie maanden lang gaan de voorbereidingen door alsof er niets aan de hand is en worden verwachtingen gewekt die berusten op drijfzand. De Zwitserse farmaceut Novartis, opdrachtgever en financier van het onderzoek, maakt pas op 11 juli bekend dat het de stekker trekt uit het zogeheten Generationprogramma.


Dertienhonderd gezonde mensen hebben zich dus voor niets opgeworpen als proefkonijn voor wat slechts één medicijn bleek te zijn, het beoogde wondermiddel CPN520. Dautzenberg maakte in het interview van 6 april bepaald niet duidelijk dat hier louter op één paard werd gewed.

Navraag leert dat er geen andere middelen in opkomst zijn die Alzheimer kunnen voorkomen. Het BRC test thans louter medicijnen die dementie mogelijk kunnen afremmen. Daarvoor worden ouderen met beginnende Alzheimer via advertenties benaderd. Ook dat gebeurt in opdracht en op kosten van de farmaceutische industrie.

Het centrum blijft ondertussen optimisme uitstralen, ondanks de vernederende ervaring met Novartis. ,,Ik kreeg ’s avonds een appje. Kon het niet geloven. Dit was zo’n vooruitstrevend onderzoek waar we echt onze nek voor uit hebben moeten steken. We behandelden tenslotte gezonde mensen. Ik was er ziek van”, tekent Brabants Dagblad 27 juli 2019 op uit de mond van neuroloog Niels Prins.

De directeur van het BRC Amsterdam legt uit dat de farmaceutische kaarten nu worden gezet op een cocktail aan medicijnen die de ziekte moeten afremmen. Hij zegt te geloven dat het binnen tien jaar zover is.

Dautzenberg meldde in april nog precies te weten welk eiwit voor alzheimer zorgt. ,,Als je dat bij je draagt, krijg je het op den duur ook. Net als bij kanker, je draagt het bij je tot het uitzaait”. Deze waarheid is overigens bepaald niet eenvoudig vast te stellen, zo leert een toelichting achteraf van het onderzoekscentrum.

De deelnemers aan het generationonderzoek moesten zes tot zeven teststadia doorlopen om zich als proefkonijn te kwalificeren. Wie die grondige voorbereiding doorstaat en daarmee alzheimergedoemd is, mag de eiwitoplosser CPN520 langdurig (vijf tot acht jaar) op zichzelf gaan uitproberen. Maar zover kwam het niet.

Prins spreekt later over ‘andere eiwitten en een ontsteking in het brein’, als de boosdoeners waarop het vizier wordt gericht. ,,Stoppen met onderzoek is geen optie.” Zolang de farmaceutische industrie tenminste de kosten hiervan blijft betalen. Anders is het ook einde oefening met het Brain Research Centrum. Dat is niet op aarde voor de doorsnee patiënt. Die is aangewezen op de beperkingen van de ziektekostenverzekering die hooguit tests voor oppervlakkige diagnoses vergoed, plus vier medicijnen die fragmentarisch helpen tegen Alzheimer.

Het optimisme van Dautzenberg en Prins ontbeert tastbare wapenfeiten. In het Alzheimeronderzoek rijgen tot dusver vooral decepties zich aaneen. Half maart 2019 staakte de Amerikaanse farmaceut Biogen een gevorderd onderzoek naar aducanumab, een zelfde type geneesmiddel als CPN520. Dat had de opeenhoping van eiwit in het brein moeten bestrijden maar bleek geen effect te sorteren. Ook ditmaal werd geen geschiedenis geschreven.

Prins ventileerde ook toen grote teleurstelling, richting de patiënten die aan het onderzoek meededen en de patiënten van morgen die gehoopt hadden op een medicijn. ,,Weer een bewijs dat bemoedigende resultaten in het begin geen garantie geven op een positief vervolg. Ontwikkeling van geneesmiddelen voor de ziekte van Alzheimer is een taaie, langdurige en moeilijke kwestie”, luidt de beproefde disclaimer.

Mocht het wondermiddel er niettemin komen, dan is het nog maar de vraag of dat betaalbaar en daarmee bereikbaar zal zijn voor de steeds grotere groep ouderen die aan dementie gaat lijden: naar schatting een half miljoen Nederlanders in 2040. De fortuinlijke fabrikant die deze race tegen klok wint, wil zijn investeringen natuurlijk dubbel en dwars terugverdienen.

Dat gaat in de gezondheidszorg om grote bedragen. Zo moet een Nederlandse vinding tegen reuma 10.000 euro per patiënt per jaar opbrengen. Producent Galapagos genereert hiermee naar schatting een jaarlijkse omzet van vier miljard euro, zo meldt NRC Handelsblad eind maart. Euforie alom op de beurs waar het biotechbedrijf met alleen een gelikte promotie zijn waarde inmiddels tot dik acht miljard euro heeft weten op te krikken. Speculanten vullen hun zakken al, terwijl het bewuste medicijn nog altijd niet verkrijgbaar is.

Bij Biogen daarentegen kelderden de aandelen als reactie op het gestaakte onderzoek naar aducanumab. Eind oktober kondigde de farmaceut aan het middel toch op de markt te willen brengen, te beginnen in de Verenigde Staten. Bij nadere analyse van meer patiënten bleek het wél effect te sorteren.

In Nederland was dit meteen groot nieuws. De voormannen van het Alzheimercentrum Amsterdam, Philip Scheltens en Niels Prins, etaleerden in de talkshow van Jeroen Pauw vooral hun vreugde. Maar de Nijmeegse alzheimerspecialist Marcel Olde Rikkert betwijfelde in NRC Handelsblad nadrukkelijk of ‘dit het langverwachte middel is’. De ommezwaai van Biogen noemde hij ‘raadselachtig en nog nooit vertoond’. Hij vermoedt dat bedrijfseconomische belangen hier voorop staan. En inderdaad: de aandelen van Biogen zijn weer omhoog geschoten.

Onder druk van het grote geld dreigt de publieke gezondheidszorg voor steeds meer mensen onbetaalbaar te worden. Opname van allerlei kostbare middelen in het basispakket lijkt nog alleen mogelijk als premies en/of eigen risico verder omhoog gaan.

Vooraanstaande artsen als Dautzenberg en Prins en de ziekenhuizen (Jeroen Bosch en UMC) waaraan zij zijn verbonden, helpen daar een handje aan mee door zich te verhuren aan fabrikanten voor het testen van medicijnen. Zoals medische wetenschapscentra, gefinancierd met gemeenschapsgeld, ook knappe koppen inschakelen bij het daadwerkelijk uitvinden van geneesmiddelen waarmee de farmaceutische industrie vervolgens ongebreideld kan cashen.

Elke regulering voor dit samenspel lijkt te ontbreken. Regering en parlement komen in actie bij incidentele uitspattingen, maar houden het mechanisme van de vrije marktwerking in de gezondheidszorg in stand.

Neuroloog Prins ziet het juist als een plus dat geen belastinggeld verdwijnt in de bodemloze put die het Alzheimeronderzoek volgens critici is. Zulke kritiek doet hij in het Brabants Dagblad af als ‘facebookgeneuzel’. Want de fabrikanten betalen immers nagenoeg alles. Juist dát geeft te denken, kijkend naar de opkomst en ondergang van het generationonderzoek.

De geschetste afloop maakt het onwaarschijnlijk dat het Brain Research Centrum binnenkort nog eens 700 gezonde ouderen als langdurig proefkonijn nodig heeft. Mocht dat er alsnog van komen, dan stemt een nieuw avontuur met de medicijnindustrie vooraf tot diep nadenken.