Terwijl de verdroging ondertussen hard toelaat, dreigt de Brabantse natuur ook slachtoffer te worden van een juridische loopgravenoorlog.

Die wordt op Europees niveau uitgevochten. Met mogelijk verstrekkende gevolgen voor de toekomst van natuurparels als De Brand, De Mortelen en het Vlijmens Ven. Dit zijn gebieden waar de laatste 30 jaar veel landbouwgrond werd aangekocht en omgezet in natuur.

Dat gebeurde veelal met subsidie die de stichting Het Noordbrabants Landschap en de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in het verleden kregen voor uitbreiding van hun bezit binnen het Brabantse natuurnetwerk.

Gratis staatssteun

De haard van verzet daartegen werd in 2008 aangestoken door eigenaren van particuliere landgoederen in den lande, onder aanvoering van Nationaal Park de Hoge Veluwe. Zij konden niet profiteren van de gratis staatssteun die uitsluitend was bestemd voor de zogeheten terreinbeherende organisaties (tbo’s): de 12 provinciale landschappen en Natuurmonumenten.

Deze subsidieregeling die in 1993 het leven zag was niet alleen uniek binnen Europa, maar werd tevens ingevoerd zonder de Europese Commissie om toestemming te vragen.

Dit balsturige Hollandse gedrag slaat nu terug als een boemerang, door een recente uitspraak van het Europees Hof van Justitie die de bevoordeelde natuurinstanties in de gevarenzone brengt. De Europese Commissie wordt daardoor gedwongen hun bedrijfsvoering onder het vergrootglas te leggen.

De uitkomst van deze exercitie kan straks zomaar zijn dat Brabants Landschap en Natuurmonumenten onterecht verkregen subsidies voor zo’n 8000 hectare verworven natuurbezit in Brabant aan de overheid moeten terugbetalen. Dit zwaard van Damocles hangt vermoedelijk nog jaren boven de hoofden van deze tbo’s, totdat de Europese rechters opnieuw zullen hebben gevonnist.

Natuurmaffia

Naar het staatssteungedoe met de natuur had waarschijnlijk geen haan gekraaid, als binnen de wondere wereld der natuurbeheerders geen ruzie was ontstaan tussen eigenzinnige adel en betweterige natuurtechnocraten. Die ontaarde aan gene zijde in ressentiment jegens ‘de natuurmaffia’, zoals Oene Gorter de verwevenheid tussen overheid en tbo’s typeert in dagblad Trouw van 12 september.

Deze eigenaar van landgoed Welna in Epe is de eloquente prijsvechter van de Vereniging Gelijkberechtiging Grondbezitters (VGG). Die richtte hij in 2009 samen op met Seger baron van Voorst tot Voorst, directeur-bestuurder van Nationaal Park De Hoge Veluwe en Frans baron van Verschuer, eigenaar van landgoed Heerlijkheid Mariënwaerd in Beesd.

Samenwerking in Brabant

Dit Gelderse trio verzamelt zo’n 80 vermogende medestanders om zich heen om de natuurmaffia juridisch te vloeren. Wie dat zijn maakt de VBG niet bekend, maar in processtukken duiken de namen op van zo’n twintig landgoederen. Daaronder geen enkel Brabant landgoed en dat is niet verwonderlijk want in deze provincie werken de particuliere eigenaren en tbo’s bestuurlijk onverminderd samen. Dat wordt in Trouw van 19 september subtiel onderstreept door Jan Baan.

De directeur van Brabants Landschap poogt met zijn rustige opiniestuk de opgefokte atmosfeer wat te beteugelen. Baan koestert de rijke traditie van zijn organisatie die stoelt op de harmonieuze overname van particuliere landgoederen als Haanwijk, Annanina’s Rust, Wargashuyse, Pannenhoef en Tongelaar. Hij is overduidelijk geen vijand maar een medestander van de particuliere natuureigenaren.

Bovenal is Baan een man van het poldermodel die blijft proberen om in onderling overleg tot oplossingen te komen. Daar is hij in Brabant beroemd om. Ditmaal is een vergelijk heel hard nodig want door het niet te miskennen succes van de VGG zit ook Brabants Landschap in de hoek waar klappen dreigen te vallen.

Bemiddeling in dit wespennest is geen sinecure. Verschillende pogingen zijn al mislukt. Sharon Dijksma waagde zich hier als staatssecretaris van Economische Zaken al eens tevergeefs aan.

Klacht ‘De Hoge Veluwe’

Het gevecht begon in 2008, toen ‘De Hoge Veluwe’ een klacht bij de Europese Commissie indiende wegens ‘illegale’ staatssteun aan de terreinbeherende organisaties. Die sorteerde verbazendwekkend snel effect. Binnen twee jaar produceerde het ministerie van LNV een aangepaste subsidieregeling die ook open staat voor particuliere natuurbeheerders, maar soberder is dan de vorige. Landbouwgrond die in natuur verandert, wordt niet meer volledig maar voortaan voor 85 procent gesubsidieerd.

De gratis steun die het Koninkrijk der Nederlanden tot 2012 aan de tbo’s had verstrekt was volgens de Commissie nochtans in overeenstemming met de regels van de interne markt. Dus hoeven deze natuurinstanties niets terug te betalen, zoals de VGG eist.

Concurrentievervalsing

De Europese rechters vinden dit echter een besluit uit de losse pols dat zonder deugdelijk onderzoek is genomen. Volgens hen valt wel degelijk te betwijfelen of gratis staatssteun aan de tbo’s door de beugel kon. De Commissie beschouwt de tbo’s immers als ondernemingen omdat zij geld verdienen met bijverdiensten als houtverkoop en toerisme die voor natuurbescherming niet strikt noodzakelijk zijn. De gratis staatssteun werkte daarmee concurrentievervalsend ten opzichte van landgoedeigenaren die in dezelfde positie verkeren als de tbo’s, maar hiervoor niet in aanmerking kwamen.

De Commissie moet over deze ondoorgrondelijke kwestie nu een nieuw besluit nemen, zo heeft het Europees Hof in laatste instantie bepaald. Opmerkelijk is dat het Hof in zijn opperste wijsheid voorbij ging aan het oordeel van zijn hoogste adviseur, de advocaat-generaal. Die vindt juist dat de lagere rechter ‘op geen enkele wijze’ kon aantonen dat de Commissie zich er met een Jantje van Leiden vanaf had gemaakt.

En zo is de natuur in Brabant én daarbuiten speelbal geworden in een juridisch wespennest, waar geen zinnig mens nog chocola van kan maken en waar alleen juristen garen bij spinnen.

Bestuurlijke elite geeft rugdekking

Als de Europese Commissie opnieuw niet doet wat de verongelijkte landgoedeigenaren eisen, kunnen zij wederom naar de rechter. Oene Gorter vindt dit allemaal prachtig. De natuurmaffia móét op de knieën om ‘gewone particulieren’ aan vele hectares natuurgrond te helpen. Een vendetta met vitale steun van De Hoge Veluwe, de ‘groene schatkamer van Nederland’ waar de fine fleur van bestuurlijk Nederland rugdekking verschaft. Fred de Graaf, ooit burgemeester van Vught, is daar voorzitter van de Raad van Toezicht. Kersvers lid is Gerda Verburg die als minister van LNV de Q-koorts in Brabant op haar beloop liet.

De Raad van Advies van het nationaal park bulkt van de grote namen. De hoogste ambtenaar en voormalig hoogste ambtenaar van de minister-president zitten daar gebroederlijk naast prins Floris van Oranje Nassau. En natuurlijk is ook Oene Gorter van de partij. De voorzitter van Geldersch Landschap & Kasteelen echter niet meer. Dat voorkomt zelfkastijding, want ook deze provinciale natuurorganisatie raakt bekneld als baron Van Voorst tot Voorst met de VGG juridisch tot het gaatje gaat.

Onvoorstelbaar

Toch is het onvoorstelbaar dat de tbo’s financieel aan deze staatssteunkwestie ten onder zouden gaan. Dan verdwijnt een belangrijk fundament onder het natuurbeheer in Nederland, ten koste van natuur die nota bene Europees wordt beschermd! En dát dwingt Nederland nu juist om de stikstofcrisis zo aan te pakken dat menig zwaar getroffen natuurgebied in Brabant eindelijk wordt ontlast. Dat moeten ze bij de Europese Commissie vooral niet vergeten!

Als de nood werkelijk aan de man komt, moeten de tbo’s maar tot staatsbedrijven worden gemaakt. Gelijk Staatsbosbeheer, de grootste onder de tbo’s die de gewraakte staatssteun geoorloofd ontving en daarom buiten schootsveld blijft.

Laat alle intelligentsia die ook huist in de besturen van Natuurmonumenten en de provinciale landschappen, dan maar haar invloedrijke schouders onder een reddingsoperatie zetten. In het belang van de natuur. Want daar zou het in deze barre tijden toch uitsluitend om moeten gaan.