Dè bank van het volk, zoals zij zichzelf afficheerde, is Absa al lang niet meer.
Wie in Zuid-Afrika maandelijks de eindjes aan elkaar moet knopen kan beter maar geen geld stallen bij Absa. Want die troggelt je per transactie meer ‘onkosten’ af dan bijvoorbeeld de First National Bank waar doorgaans de meer welgestelden hun geld parkeren.
Tegen kersttijd nam Absa afscheid van ons dorp aan de Zuidkaap. Van het bankfiliaal resteert alleen nog de geldautomaat. Je zag het al een tijdje aankomen. De aardige manager die hier jarenlang de scepter zwaaide was al overgeplaatst en werd niet meer vervangen. Met de openingstijden verschraalde ook de dienstverlening.
Lusteloos en troosteloos
Een lusteloos einde, troosteloos verwoord op een raamplakkaat: ‘This branch is Deactivating… as part of our ongoing Network Footprint Management project.’ De lezer wordt verwezen naar filialen in omliggende dorpen die nog wel open zijn, het dichtstbijzijnde 30 kilometer van hier.
Daar moet ik mij nu vervoegen om een telefoonnummer in mijn klantendossier gewijzigd te krijgen. Want dit lukt volgens de Absa-klantenservice niet digitaal.
Denkend aan Brabant
Denkend aan Brabant, onderga ik de sluiting van Absa toch met enige weemoed.
Is dit het begin van de leegloop aan voorzieningen die veel Brabantse dorpen al achter de rug hebben?
Met de kerken nog steeds naijlend, als uitstervend symbool van het geborgen roomse leven van weleer. En met de Rabobank, de boerenbank die nu ook grotere plattelandskernen de rug toekeert. Het heeft iets onvermijdelijks, waar weinigen zich nog druk over maken. (In Boxtel zijn in het Rabokantoor Oekraïnse vluchtelingen opgevangen).
Als een dief in de nacht
Maar hier aan de Zuidkaap grijpt de Brabantse nostalgie mij werkelijk naar de keel bij lezing van het bericht in het regionale weekblad Forum over de schokkende sluiting van het postkantoor in Stilbaai, een prestigieuze badplaats waar Absa overigens nog wel huist. Als een dief in de nacht, in het zomerse hoogseizoen kort voor kerst.
Het postkantoor bleek al geruime tijd haar rekeningen voor onder meer energie en water niet meer te betalen en was daarom door de gemeente afgesloten. Overheidsinstanties die elkaar vanuit hun eigen bolwerk bestrijden, dat is in Zuid-Afrika schering en inslag. Einde oefening.
‘Wij verontschuldigen ons voor het ongemak. Dank U. Prettige vakantie’, lezen de vele badgasten op de deur van het Stilbaaise postkantoor waar zij hun visvergunning wilden komen ophalen. Waar ze dan nog wél terecht kunnen, staat nergens.
Ook pensioengerechtigden die hier hun staatsuitkering komen ophalen, worden aan hun lot overgelaten. De hogere postbazen staan Forum evenmin te woord. De redactie spreekt er schande van.
Het dichtstbijzijnde postkantoor is 42 kilometer verderop. ‘Maar hoe lang is dat nog open?’, vraagt Forum zich terecht af. Want postkantoren in Zuid-Afrika sneuvelen bij bosjes tegelijk. Ook aan de Zuidkaap heerst kaalslag.
Staatspostbedrijf in gruwelijk verval
Het staatspostbedrijf SAPO verkeert dan ook in een staat van gruwelijk verval. ’s Lands grootste oppositiepartij, de Democratische Alliantie, stelde laatst tijdens een steekproef vast dat op 90 procent van de postkantoren die zij belde de telefoon niet werd opgenomen.
Vrijwel niemand verstuurt nog iets per post. Want brief of pakje komen slechts met zeer grote vertraging of in het geheel niet meer ter bestemming aan. Voor zo’n 6000 postbeambten dreigt loonkorting of ontslag.
Het postkantoor in ons dorp is nog open. Gevestigd in een juweel van een gebouwtje uit 1936 dat nog prachtig oogt. Gelukkig maar, want even verderop bezweek in 2022 het dak van de monumentale Anglicaanse kerk uit 1889 onder zware regelval. Het gat gaapt nog steeds, maar reparatie is gaande. In het ongeschonden kerkgedeelte gaan de zondagse diensten ondertussen voort.
Is er ook nog hoop voor het postkantoor alhier?
De dienstdoende postbeambte weet het niet. De rode postbus vóór het gebouwtje wordt nog maar tweemaal in de week geleegd. Uitbetaling van pensioenen is een maand geleden gestaakt toen het computersysteem de geest gaf. ‘Je kunt hier wel nog rekeningen betalen.’
Er is weinig aanloop meer. Maar het postwezen als systeem bestaat nog, benadrukt de vrouw. ‘Wij hebben hier op kantoor ook een manager.’ Hoe lang nog? ‘Dat is aan het centrale gezag in Pretoria.’
Dit stelt niet gerust. Gelukkig kan dit dorp tegen een stootje. Het heeft een centrumfunctie temidden van welvarende boerenbedrijvigheid. Dat vertaalt zich in voorzieningen als een politiebureau, rechtbank, gemeentekantoor, twee grote scholen voor lager en middelbaar onderwijs, een openluchtzwembad, een groot evenemententerrein waar de jaarlijkse landbouwexpo plaatsheeft en drie flinke supermarkten.
Het vredige dorp in een aantrekkelijke omgeving trekt ook mensen uit heel het land die rust en ruimte zoeken. Zij kopen of bouwen een huis. Van hier rij je in een half uur naar zee en in anderhalf uur naar de dichtstbijzijnde stad. Het dorp sluit aan op de N2 die 270 kilometer verderop uitloopt in de metropool Kaapstad.
Ondergang van de spoorwegen
Het einde der tijden is ter plaatse dus bepaald niet in zicht. De grootste aderlating alhier was de ondergang van de spoorwegen. Dertig jaar geleden kon je met de trein nog overal naar toe. Boodschappen doen in een omliggende plaats of op familiebezoek in Kaapstad. Goedkoop en betrouwbaar openbaar vervoer. Niets meer van over. Niets meer voor in de plaats gekomen. Werkgelegenheid weg. Spoorwegmensen vertrokken. Het verlaten station ernstig verpauperd. Alleen de rails liggen er nog. Wekelijks tuffen hierover nog zo’n twee goederentreintjes. Al het vervoer – mensen en goederen – gaat over de weg.
De aftakeling van spoorwegen en posterijen markeert het gestage verval van allerlei publieke voorzieningen in Zuid-Afrika sinds 1994, toen de apartheid ten einde kwam en het ANC van Nelson Mandela het land ging besturen.
Wéér de ramptoestand
Tragisch dieptepunt van deze neergang is de epidemische energiecrisis die heel Zuid-Afrika verlamt. Om het bevret van onvermogen van zich af te schudden, heeft president Ramaphosa wéér de ramptoestand afgekondigd.
Die gold ook al tijdens de coronapandemie en duurde maar liefst 750 dagen. Zoveel tijd is er nu bij lange na niet. De parlementsverkiezingen van 2024 naderen met rasse schreden. Willen Ramaphosa en zijn ANC nog aan de macht kunnen blijven, dan moet massieve stroomuitval zijn uitgeroeid. Het worden spannende tijden.
Geef een reactie