Zeg eens eerlijk, ben je nu beter af dan onder de apartheid?

Deze vraag stellen is in Zuid-Afrika vragen om aandacht én moeilijkheden. De vooraanstaande wetenschapper Johathan Jansen deinst echter niet terug voor deze provocatie van het ANC. Zijn wekelijkse column in de Sunday Times gebruikt de buitengewoon hoogleraar opvoedkunde aan de universiteit van Stellenbosch om de machthebbers in het land een spiegel voor te houden.

Voorafgaand hieraan had Jansen aan zijn volgers op twitter de volgende vraag voorgelegd:

Denkt u dat de algehele infrastructuur van dit land (wegen, energie-, water- en transportvoorzieningen) in 1993, het laatste jaar van de apartheid in betere staat verkeert dan nu, 30 jaar later?

Dat de professor hier vroeg naar de bekende weg blijkt onmiskenaar uit de 2410 reacties: slechts 11 procent is dat niet met hem eens. Maar dat zijn dan ook mensen die volgens Jansen in een andere wereld leven en het nieuws niet volgen. ‘Want dat is behoorlijk somber: het leven in de rijkste stad van het continent, Johannesburg, wordt gehinderd door een chronisch gebrek aan drinkwater, dagelijkse stroomuitval en door gaten als kraters in steeds meer wegen. Dat hadden we niet aan de vooravond van de democratie.’

Ook sociaal is het armoe troef. Rijdend door Kaapstad, Zuidafrika’s toeristische kroonjuweel, had de professor nog nooit zoveel daklozen langs de wegen zien bivakkeren.

Leven tussen de vangrails

Hij overdrijft niet. De Nederlandse journalist Bram Vermeulen portretteerde in zijn afscheidsreportage van Kaapstad (en als Afrikacorrespondent) een dakloos echtpaar dat bivakkeert tussen de vangrails in de middenberm van een stedelijk verkeersriool. En daar hebben zij over nagedacht. Want de dag- en nacht langsrazende auto’s beschermen hen uitstekend tegen beroving door criminelen die de townships aan weerszijden van de snelweg onveilig maken. Dit is sociaal veilig overleven in erbarmelijke omstandigheden.

Deze twee mensen en veel van hun mede-daklozen die inmiddels de moederstad bevolken, raakten hun werk kwijt tijdens de coronapandemie. Doordat het land volledig op slot ging konden zij hun al schamele onderkomens in de townships van de Kaapse vlakte niet meer bekostigen. De paar miljoen banen die toen landwijd verloren gingen, dreven en de toch al torenhoge werkloosheid verder op.

Waren al deze armen beter af tijdens de apartheid?

Daar valt geen zinnig woord over te zeggen aangezien een flink deel van hen pas na 1994 werd geboren. Dat weet professor Jansen natuurlijk donders goed. Zijn provocatie is dan ook net zo ongefundeerd als de propaganda waarmee het ANC ‘de apartheid’ de schuld is blijven geven van zo’n beetje alles wat de laatste 30 jaar onder zijn bewind fout ging en nog steeds gaat.

Steeds minder mensen van wie de ANC-politici het moeten hebben zijn nog vatbaar voor deze versleten excuustruc. Weinigen onder hen zullen de falende erflaters van Nelson Mandela met hun loze beloftes bij de komende parlementsverkiezingen in 2024 wederom aan een meerderheid willen helpen. Vooropgesteld dat binnen de zwarte onderklasse nog animo bestaat om te gaan stemmen voor een beter leven.

Heel wat veelzeggender dan de intellectuele opwinding over het schrijfsel van professor Jansen is de reportage die het kwaliteitsweekblad Mail&Guardian maakte over de desastreuze uitwerking van de in het land heersende energiecrisis op het leven in de townships van Johannesburg.

In dat artikel spreekt één van de bewoners, Noah Mogosetse, over de dagelijkse worsteling die zijn twee dochters doormaken bij hun zoektocht naar een baan omdat het internet door al die stroomonderbrekingen om de haverklap uitvalt. Wachtend op telefoontjes van werkgevers die niet doorkomen.

‘Het leven is hier heel moeilijk. Mijn koelkast en tv zijn stukgegaan als gevolg van veelvuldige stroomonderbrekingen. Ik kijk nu naar het nieuws bij de buren en mag ook mijn boodschappen in hun koelkast leggen.’

De schuld van deze droevenis legt Mogosetse bij de ANC-regering. De omstandigheden zijn inmiddels zodanig achteruitgegaan dat het leven onder de apartheid volgens hem zelfs aangenamer was. ‘Dat waren moeilijke tijden, maar het land verkeerde toen niet in zo’n slechte toestand als nu’, luidt zijn opmerkelijke conclusie.

‘Stem het ANC uit de regering’

Mogosetse is bepaald niet de enige gefrustreerde Joburger. ‘We moeten het ANC uit de regering stemmen, want zij falen bij voortduring om ons te helpen’, zegt Melita Kekana in hetzelfde artikel. Zij verloor haar baan tijdens de coronapandemie en begon een eigen salon met tien mensen in dienst. Maar de energiecrisis maakte weer rap een einde aan dit bedrijfje en dompelde tien gezinnen in armoede.

Het is steeds hetzelfde liedje: wie zelf geen energie opwekt om huishouden en bedrijf aan de gang te houden tijdens de dagelijkse stroomuitval van zo’n zeven uur, is de sigaar. Dat zijn de mensen die geen zonnepanelen of generator kunnen bekostigen.

En dat zijn in de metropool Johannesburg vooral de miljoenen arme zwarte Afrikanen die de vele townships bevolken. Dertig jaar na afschaffing van de staatkundige apartheid leven zij nog altijd gescheiden van de blanken, kleurlingen en mensen van Indische en Aziatische komaf. Deze bevolkingsgroepen blijven eveneens gegroepeerd in hun eigen wijken, zo is duidelijk te zien op de segregatiekaart van Johannesburg die de nationale statistische dienst op basis van een volkstelling samenstelde.

Hetzelfde beeld zie je in andere grote steden als Kaapstad en Durban. Ook op het Zuidafrikaanse platteland is de sociale en economische segregatie nog manifest.

‘De apartheid is geprivatiseerd’

‘De apartheid ging niet dood, zij werd geprivatiseerd’, stelt wetenschappelijk onderzoeker Sizwe Mpofu-Walsh vast in zijn boek ‘De Nieuwe Apartheid’. De blanke elite verspreide haar vermogen en de staat bouwde haar grote economische macht af. Deze privatisering was al gaande onder het blanke apartheidsregiem en werd na de machtsovername voortgezet door het ANC.

Via de zogeheten Zwarte Economische Bemachtiging kwam de nieuwe politieke elite terecht op topfuncties in bedrijven die zijn gefinancierd met blank kapitaal, beschrijft Mpofu-Walsh de opkomst van de zogeheten ANC-miljardairs.

Geld en macht smelten volgens de auteur bij uitstek samen in de persoon van Cyril Ramaphosa. De rechterhand van Nelson Mandela werd een geslaagd zakenman in de nieuwe democratie, keerde terug in de politieke arena als vice-president van Zuid-Afrika en stootte vandaar door naar het presidentschap.

Gebrek aan daadkracht

Deze zwarte kapitalist moet als ’s lands ‘nummer één’ nu met gezwinde spoed de energiecrisis onder controle zien te krijgen voordat de parlementsverkiezingen van 2024 aanbreken. Ramaphosa straalt uit dat hij daartoe in staat is, maar zijn gebrek aan daadkracht benauwt inmiddels ook de slinkende groep mensen die het nog in deze president ziet zitten.

Om aan de macht te blijven moet het ANC de brug blijven slaan naar zijn achterban: de massa zwarte kiezers, oftewel ‘onze mensen’ zoals de president hen in bijkans elke toespraak noemt. Het dakloze paar tussen de vangrails in Kaapstad kan hij vergeten. Noah Mogosetse en Melita Kekana in het township Tembisa is hij ook kwijt.

Wie gaan dan nog wel op het ANC stemmen?

Wellicht de kiezers van Soweto. ’s Werelds beroemdste township in Johannesburg. Nelson Mandela en Desmond Tutu woonden er in dezelfde straat. Cyril Ramaphosa groeide er op.

Miljoenen inwoners van Soweto betalen al tientallen jaren hun elektriciteitsrekening niet, of tappen illegaal stroom af. Het wankelende staatsenergiebedrijf Eskom loopt daardoor een vermogen aan inkomsten mis. Afsluiting van dit reusachtige township is voor Eskom een politieke brug te ver. De ANC-regering nam zelf de Sowetoschuld twee keer voor haar kap en liet de wanbetalers vervolgens ongemoeid. Een tamelijk eenvoudige maatregel bleef daardoor achterwege: sluit huizen aan op een automaat die pas elektriciteit levert als je er vooraf voor hebt betaald.

Dit systeem werkt op veel plaatsen in Zuid-Afrika maar dus nog steeds niet Soweto. Desondanks wil Ramaphosa deze vrijstaat opnieuw op staatskosten uit de wind houden. ‘Tegen bepaalde voorwaarden’, voegt hij daar in alle vaagheid aan toe.

Het ANC poogt hier overduidelijk stemmen mee te kopen in zijn bolwerk Soweto. Stemmen die het hard nodig heeft om de macht te behouden. Maar in delen van arm Zuid-Afrika waar het principe ‘geen geld-geen stroom’ onverbiddelijk geldt, stuit deze gesubsidieerde rechtsongelijkheid op diepe verontwaardiging.

Ook in Alexandra, een heel wat kleiner township aan de noordkant van Johannesburg heerst rechtsongelijkheid. Daar betaalt volgens de lokale autoriteiten slechts vier procent van de bedrijven en bewoners voor hun energieverbruik. En wie nog wél betaalt wordt afgestraft met soms dagenlange stroomuitval omdat het stadsenergiebedrijf niet tot reparatie van gebreken in staat is, zo komt naar voren in het Mail&Guardian-artikel.

Alexandra ligt in de periferie van Sandton, hét commerciële zakencentrum van Zuid-Afrika. Daar had in 2002 de wereldtop over duurzame ontwikkeling plaats. De brede bufferzone van snelwegen en industriegebied tussen beide stadsdelen markeert de scheidslijn tussen arm en rijk.

Wie beter af is in Zuid-Afrika lijdt ook hier geen twijfel.