Mijn eerste herinneringen aan Hans Huijbers gaan terug naar de roerige tijden van het roemruchtige streekplan 1992, waar ik als provincieredacteur van Brabants Dagblad verslag van deed.

De Brabantse boeren komen massaal in opstand tegen de overheidsbescherming van natuur en landschap die hen de kop zou gaan kosten. Dit is in praktijk overigens reuze meegevallen. De echte klappen voor de veehouderij kwamen pas later.

De flamboyante melkveehouder uit Wintelre dirigeert een nimmer vertoonde armada aan tractoren naar het provinciehuis in Den Bosch.Wat volgt is een langdurige loopbaan als agrarisch bestuurder die hem de hoofdprijs in deze tak van sport brengt: voorzitter van de Brabantse boerenbond, niet meer zo machtig maar nog immer invloedrijk.

In deze prachtige hondenbaan krijgt Huijbers negen jaar lang onvoorstelbaar veel voor de kiezen. Want de gouden tijden van weleer zijn voorbij. De veesector krimpt, het aantal boeren neemt verder af, veel Brabantse gezinsbedrijven gaan kopje onder in de ratrace van massaproductie en kostenreductie.

Huijbers moet de bakens dringend gaan verzetten en dat doet hij op vele fronten met verve. De ZLTO-organisatie wordt verkleind en gemoderniseerd. Dat is hard nodig. Veel kapitaal van de boerenbond verdampte met de megaverliezen van Vion, dat eigendom is van ZLTO. De vleesverwerker kan ternauwernood van de ondergang worden gered. Hans Huijbers is hoogst verantwoordelijke, als ambsthalve voorzitter van de toezichthoudende commissarissen. Wijselijk doet hij nadien een stap terug bij Vion: zo’n zware bijbaan kun je er niet bij hebben.

Want Huijbers heeft zijn handen bij ZLTO al meer dan vol. Het maatschappelijk verzet tegen de intensieve veehouderij wakkert aan. Burgers in het buitengebied accepteren geen megastallen meer in hun achtertuin. Huijbers lanceert een charmeoffensief, hamerend op het belang van maatschappelijke cohesie: de boer moet het eens zien te worden met zijn buren. Hij krijgt steun van de provincie. Er komt een rondreizend team van deskundigen uit het maatschappelijk middenveld, dat lokale problemen tussen boeren en burgers moet oplossen. Resultaten zijn veelal vaag, maar het Brabantse poldermodel doet zijn werk.

Stagnatie volgt als Huijbers de oorlog verklaart aan het provinciebestuur. Woest is hij over de verplichting voor boeren om stallen versneld milieuvriendelijk te maken: een dolksteek in de rug van honderden familiebedrijven. Al zijn bevlogenheid en invloed gebruikt de boerenvoorman om dit beleid politiek te laten torpederen. Tevergeefs, want ZLTO kan niet meer rekenen op de VVD. Doorgaans drukken de liberalen met de makkers van het CDA te veel agrarisch ongerief de kop in. Maar nu willen zij vooral andere bedrijvigheid in Brabant beschermen tegen de milieubelastende veehouderij.

Een bittere pil voor Huijbers, die landelijk juist furore maakt met zijn initiatieven om boeren een andere, meer ‘volhoudbare’ kant op te krijgen. Hij krijgt daarmee een spectaculaire entree in de Duurzame Top 100 van dagblad Trouw. En wandelt mee in het kielzog van milieugoeroe Marjan Minnesma naar de VN-klimaattop in Parijs.

Met de Brabantse natuur- en milieubeweging botert het in die tijd bepaald niet. Diep gegriefd is en blijft Huijbers door het gebrek aan empathie bij de groene partners in de polder met zijn strijd tegen de provincie.

Pogingen om vóór de recente Statenverkiezingen weer een gezamenlijk manifest voor het Brabantse buitengebied aan de politiek te presenteren, dreigen keer op keer te stranden op agrarisch wantrouwen. Maar als ZLTO tijdens de eindeloze onderhandelingen erkenning verwerft voor het bestaansrecht van de intensieve veehouderij, werpt Huijbers zijn volle gewicht in de schaal om zijn bestuur achter het manifest te krijgen. Daarmee geeft hij zijn opvolger Wim Bens een goede start in Brabant. Zo gaat een wijs bestuurder te werk.

(ter gelegenheid van het afscheid van Hans Huijbers als voorzitter van ZLTO op 4 april 2019)