Dave Pepler kan zijn ogen niet geloven. Sprakeloos is de bekende Zuidafrikaanse natuuronderzoeker en milieuactivist als hij vanaf het vliegveld van Kigali een onwerkelijk proper en afvalvrij land in rijdt. Geen spoor van vervuiling en ander gemors in de hoofdstad van Rwanda!

Gunstige uitzondering in Afrika. ‘Bykans elke stad op ons kontinent is ’n nagmerrie van besoedeling, onvoltooide projekte, opdrifsels van vuilgoed en lugbesoedeling’, schrijft Pepler in een van zijn vele brieven over de reizen die hij als natuurgids over de wereld maakte. Brieven die hij voorlas op Radio Sonder Grense, de zender die dagelijks de thermometer in Afrikaansstalig Zuid-Afrika steekt.

Bezoedeld in Zuid-Afrika is ook de Kaapse vlakte met haar vele townships waar armoede en zware criminaliteit welig tieren. Wie Cape Town International Airport verlaat en de snelweg N2 oprijdt wordt daar direct mee geconfronteerd. ‘Stop hier niet! ‘, waarschuwt een groot bord voor de ‘High Crime Zone waarin u zich begeeft’. Verstandig dus om deze raad op te volgen en linea recta door te rijden naar het fraaie Kaapstad rond De Tafelberg waar het goed en tamelijk veilig toeven is.

Ontegenzeggelijk wringt hier het nodige. Zo ervaart dezer dagen de Amerikaan Waltel Fischel als hij vanaf de luchthaven op aangeven van zijn GPS de kortste route naar vrienden in Simonstown neemt. Die loopt door het beruchte township Nyanga. Dat merkt Fischel als het te laat is. Aan het stuur wordt hij op klaarlichte dag in zijn gezicht geschoten en vervolgens beroofd.

‘Blij dat ik nog leef’

‘Ik ben blij dat ik nog leef. Dit is niet het beeld van Kaapstad dat aan de buitenwereld wordt verkocht’, doet de Amerikaan in het ziekenhuis zijn verhaal aan dagblad Die Burger. De verwondingen vallen mee en ja hij gaat toch nog op bezoek bij zijn vrienden in Simonstown en komt zeker een keer terug naar Zuid-Afrika. ‘Maar dan kijk ik wél uit waar ik rij.’

Walter Fischel is de laatste maanden bepaald niet de enige toerist die op de Kaapse vlakte wordt beroofd. Slecht nieuws zo kort voor het hoogseizoen, met veel buitenlandse toeristen op komst. Op verzoek van de Zuidafrikaanse autoriteiten heeft Google Maps Nyanga inmiddels uit de routeplanning gehaald.

Sociale revolutie na de genocide

Van de Kaapse ellende is in Rwanda niets te bespeuren. Op zijn eerste natuurreis door dit kleine, zeer dichtbevolkte Oostafrikaanse land is Dave Pepler een en al lof. Na een volkerenmoord van ongekende omvang in 1994, voltrok zich daar ‘een van de meest verrassende en verfrissende sociale revoluties die ik ooit heb gezien’, betoogt Pepler.

Netheid, orde en discipline beheersen het openbare leven. Hij ontwaart veel biologische landbouw, gerund door coöperaties die schoon voedsel ook betaalbaar houden.

‘Wanneer de politieke wil er is en de corruptie wordt uitgeroeid, is alles mogelijk. Laat een ieder die ogen heeft om te zien en oren om te horen nu kennis nemen van de successen van Rwanda’, besluit Pepler zijn lofzang op het beleid van Paul Kagame.

De eeuwige president

Deze generaal heerst al bijna 30 jaar over het land en wil zich in 2024 opnieuw voor zeven jaar tot president laten kiezen. Het maximum van twee bestuurlijke termijnen zat er voor Kagame in 2017 al op, maar daar werd toen via een Grondwetswijziging een mouw aangepast.

Zijn volgende verkiezingszege zal wederom onwaarschijnlijk groot zijn. Serieuze oppositie ontbreekt in Rwanda want die heeft Kagame uitgeschakeld, evenals de onafhankelijke media.

Hotel Rwanda

De president verkeek zich in dit fanatisme echter op de ontvoering en opsluiting van zijn prominente politieke tegenstander Paul Rusesabagina, de held die tijdens de genocide zo’n 1000 Rwandezen het leven redde en model stond voor de filmkraker hotel Rwanda. Onder druk van de VS waar Rusesabagina al jaren woont, liet Kagame de tot 25 jaar gevangenisstraf veroordeelde zakenman rap weer vrij.

Goede betrekkingen met het Westen zijn belangrijk voor de Rwandese economie. In dat spel is Kagame doorgaans zeer bedreven. Laatst nog sloot hij een akkoord met de Britse regering om uitgewezen vluchtelingen uit Groot-Brittanië in Rwanda op te nemen. Uiteraard zou daar flink voor worden betaald, maar de Britse rechter verbood de deal omdat die vluchtelingen in Rwanda niet veilig zouden zijn voor deportatie naar hun thuisland.

Rwanda is onder het autoritaire én competente bewind van Kagame uitgegroeid tot een stabiel land dat zich gestaag ontworstelt aan diepe armoede en sociale ongelijkheid, zo blijkt uit statistische gegevens. Dat is een wapenfeit van formaat in Afrika waar het ritselt van de potentaten die bovenal zichzelf en hun aanhang verrijken.

Olie en armoede in Gabon

Neem de Bongo-clan die 56 jaar heerste over het olierijke Gabon waar het geld binnenstroomt terwijl 30 procent van de mensen in dit dun bevolkte land nog steeds in armoede leeft. De militairen die dit jaar een einde maakten aan het Bongobewind werden door het volk dan ook als bevrijders ingehaald.

Dit was de zevende militaire staatsgreep in West- en Centraal Afrika sinds 2020, en vrijwel al die coups kregen steun uit de bevolking. De mensen voelen zich buitengesloten door de politiek die geen sociale vooruitgang tot stand weet te brengen. Westerse organisaties hebben daar ten onrechte geen oog voor, betoogt universitair onderzoeker Nontobeko Hlela in het Zuidafrikaanse kwaliteitsweekblad Mail&Guardian.

Bedreigen staatsgrepen in Afrika de democratie?‘, bekopt Hlela haar intrigerende opinieartikel waarin zij ook haperingen ontwaart in de alom bejubelde democratiën van India, de Verenigde Staten en Israël. Want in deze landen worden de rechten van complete bevolkingsgroepen met voeten treden.

Een beter leven in plaats van verkiezingen

Zuid-Afrika heeft zichzelf na een lang en bitter gevecht op eigen kracht bevrijd van de apartheid. Maar na 30 jaar democratie laat de laatste Afrobarometer volgens Hlela zien dat 67 procent van de ondervraagden in dit land bereid is verkiezingen op te geven als een niet-gekozen regering maar voor veiligheid, huizen en banen kan zorgen.

De onderzoekster beschouwt deze uitkomst als een duidelijk teken aan de wand dat het democratisch systeem op losse schroeven komt te staan als het geen betekenisvol verschil meer kan maken in het leven van mensen.

In dit verband is het ook opvallend hoeveel moeite politieke partijen en overheidsinstanties moeten doen om Zuidafrikanen te bewegen zich te laten registeren voor de komende nationale verkiezingen. Met alarmerende leuzen als ‘Registreer om Zuid-Afrika te redden’, worden kiezers vooral opgeroepen om in 2024 met hun stem een einde te maken aan de alleenheerschappij van het ANC. De populariteit van deze oude bevrijdingsbeweging die bijna 30 jaar de lakens uitdeelt, is al geruime tijd tanende als gevolg van wanbestuur en corruptie.

Opiniepeilingen laten zien dat het ANC voor het eerst in haar bestaan op zoek zal moeten naar coalitiepartners om aan het bewind te kunnen blijven.

Regeren kan met de populist en voormalig ANC-er Julius Malema die met zijn economische vrijheidsstrijders van de EFF het oude nest electoraal bevecht.

Dat kan ook met de liberalen van de Democratische Alliantie (DA). Maar de tweede partij van het land is nu juist een monsterverbond met zeven andere oppositiepartijen aangegaan om het ANC volledig uit de macht te verdrijven. Een aansprekende kandidaat voor het presidentschap ontbreekt echter in dit gezelschap.

Of deze bonte alliantie na de verkiezingen stand zal houden valt te betwijfelen, gezien ook de onderlinge wedijver tussen diverse partijbonzen.

Samen tegen de ander

Halfslachtige coalities waar diverse gemeenten al sinds jaar en dag mee worstelen, leggen genadeloos bloot dat het in politiek Zuid-Afrika vooral ‘samen tegen de ander’ is. Dat demonstreren ANC en EFF in Johannesburg. Om een burgemeester van de DA weg te krijgen, hebben deze partijen voor de bestuurlijke leiding over ’s lands belangrijkste metropool een marionet van een kleine partij aangesteld. Want zij gunnen deze prestigieuze burgemeesterspost elkaar ook niet.

Inmiddels heeft de EFF bekend gemaakt uit alle lokale coalities met het ANC te stappen om straks nationaal zoveel mogelijk stemmen binnen te slepen. Opportunisme ten top, allesbehalve in het publieke belang.

En de Nederlandse democratie dan?

Is het in de Nederlandse democratie zoveel beter gesteld? Dat kan zo kort voor de verkiezingen van 22 november niet onbesproken blijven. Wij moeten alweer naar de stembus omdat de vier partijen in het huidige kabinet samen niet meer door één deur konden. Ze waren na de vorige verkiezingen opnieuw tot elkaar veroordeeld. Dan is coalitiepolitiek ten dode opgeschreven.

Welke partij wordt de grootste, welke coalitie komt er en wie wordt dientengevolge de volgende premier? Leuk gezelschapsspel in de talkshows maar feitelijk is daar in politiek verspinterd Nederland geen zinnig woord over te zeggen. Want de helft van de kiezers weet het nog niet. De VVD en NSC van Pieter Omtzigt gaan in laatste peilingen aan kop, op enige afstand gevolgd door PvdA/GroenLinks.

Samen hebben de drie koplopers volgens deze peilingen ongeveer de helft van de 150 kamerzetels, dus groot is hier niet echt groot. Voor een stabiele meerderheid zijn straks opnieuw vier partijen nodig. Dat wordt wéér langdurig onderhandelen tot op de vierkante millimeter.

In het landsbelang moet het sneller. Een minderheidskabinet zou kunnen. Maar wie durft zich nog na het echec van CDA en VVD met de PVV afhankelijk te maken van partijen die op elk moment de stekker eruit kunnen trekken?

Een zakenkabinet wellicht?

Zet een aantal vakkundige bestuurders van diverse politieke pluimage op basis van de verkiezingsuitslag bij elkaar om op hoofdlijnen een beleid uit te stippelen dat hout snijdt. Leg hun plan voor aan de Tweede Kamer en ga na parlementaire goedkeuring aan de slag.

Klinkt goed, maar is ongetwijfeld te simpel geredeneerd. Want wie steekt zijn nek hiervoor nog uit? Het is immers in dit verdeelde land vrijwel onmogelijk om te regeren met blijvende steun.

Krachtig bestuur wordt per definitie impopulair want dat tast onvermijdelijk gevestigde belangen aan. Om vooral te kunnen behouden wat we aan welvaart en meningsverschillen hebben, kom je niet verder dan pappen en nathouden.

Omtzigt en het vertrouwen van de burger

Pieter Omtzigt wil bovenal het vertrouwen van de burger in de overheid herstellen. Die kans moet hij vooral zien te grijpen als zijn partij de grootste wordt en dat zit er langzamerhand dik in. Hij heeft de sympathie als uitdager van de gevestigde politieke orde.

Met PvdA/GroenLinks valt voor Omtzigt zaken te doen over hervorming van de rechtspraak. Hoofdpunt hierbij is toetsing van wetten aan de Grondwet mogelijk te maken. Met daarbij ook een reorganisatie van de Raad van State waar bestuursrechtspraak en wetsadvisering elkaar in de weg zitten.

Dat laatste werd pijnlijk zichtbaar in het kindertoeslagenschandaal waar Omtzigt als kamerlid tegen ten strijde trok. De Raad van State waarschuwde eerst voor de risico’s van de toeslagenwet maar deed vervolgens als bestuursrechter jarenlang niets om burgers te beschermen tegen kwalijke toepassing van deze wet door de belastingdienst.

Omtzigt heeft in zijn verkiezingsprogramma echter geen oog voor twee nijpende problemen die de rechtzoekende burger danig parten spelen. Die moet steeds langer wachten, soms jaren, voordat de overbelaste rechter aan zijn of haar (hoger) beroep toekomt. En als die burger zelf ten strijde trekt tegen verdere aantasting van de natuur wordt hij of zij zonder pardon juridisch afgeserveerd. Dat is het gevolg van een blokkade die de politiek jaren geleden heeft opgeworpen en die door de Raad van State steeds strikter wordt toegepast.

Met de aanpak van deze ernstige gebreken is de burger meer geholpen dan met een herziening van de Grondwet. Dat is een taaie procedure die uiteindelijk een tweederde meerderheid vergt in zowel Tweede als Eerste Kamer.

Omtzigt wil al die wetten laten toetsen door een speciaal in het leven te roepen Constitutioneel Hof en deze taak dus niet neer te leggen bij de (al overbelaste) bestuursrechter zoals het nog zittende kabinet heeft voorgesteld op basis van een juridische exercitie. Verdeeldheid ligt hier in het verschiet, waardoor deze hervorming van de democratie geen feest maar een worsteling wordt.

Omtzigt wil ook sleutelen aan het kiesstelsel. Kandidaten voor de Tweede Kamer moeten voortaan voor het overgrote deel per district worden gekozen, om een einde te maken aan de heersende oververtegenwoordiging van volksvertegenwoordigers uit de randstad. ‘De zorgen van mensen uit alle delen van het land worden zo beter gehoord in het parlement.’

Sympathiek plan waar ook weer de nodige koffie over valt te zetten. Want zijn de vele krap bemenste politieke partijen en opkomende bewegingen wel bij machte om overal in den lande voldoende kwaliteit op de been te brengen? Ook deze systeemhervorming zou het daarom bij nader inzien wel eens niet kunnen halen.

Waar kunnen wij het kortom in dit gave Westerse land voor de verandering nog wél fundamenteel over eens worden?