Auteur: Ron Lodewijks Pagina 5 van 7

Het publieke zwembad als commerciële handelswaar

Verstedelijkt Veghel krijgt een nieuw overdekt zwembad. Het oude is versleten en wordt vervangen. In landelijk Sint-Oedenrode gebeurt hetzelfde. Twee volwassen nieuwe zwembaden tegelijk binnen één gemeente!

Dat is bepaald spectaculair in tijden van coronacrisis die ook gemeenten financieel hard treft. Maar de gemeenteraad van Meierijstad trok er 25 juni 2020 vol overtuiging 19 miljoen euro voor uit. Tevens investeert deze fusiegemeente extra in verbeteringen aan het Schijndelse zwembad De Molen Hey.

Bovendien neemt Meierijstad de exploitatie van haar drie zwembaden zelf ter hand. Daarvoor komt een apart gemeentelijk zwembadbedrijf.

Geheel anders is de situatie in buurgemeente Boxtel. Die speelt met de gedachte haar zwembad af te stoten, omdat zij zich een dergelijke luxe financieel niet meer zou kunnen veroorloven. Volgens sportwethouder Herman van Wanrooij valt er structureel een half miljoen euro gemeenschapsgeld te besparen als het Dommelbad wordt geprivatiseerd. Dit bedrag keert de gemeente jaarlijks uit aan huidig exploitant Optisport, grootbedrijf in commerciële exploitatie van sport- en vrijetijdsaccommodaties.

Bij deze vooraankondiging van de wethouder in Brabants Dagblad bleef het tot dusver. De Boxtelse politiek is over het zwembad nog niet aan het woord geweest, al is daar binnenskamers al wel met het bestuur over gefilosofeerd. De zogeheten kerntakendiscussie (wat moet de gemeente blijven doen en waar stopt zij mee) waarin het Dommelbad aan de orde had moeten komen, smoorde dit voorjaar in de coronacrisis.

Dit debat is nu over de herindelingsverkiezingen van 18 november heengetild en ligt daarmee op het bord van de nieuwgekozen gemeenteraad. Deze vervroegde verkiezingen zijn nodig omdat Boxtel buurdorp Esch erbij krijgt van de gemeente Haaren, die zichzelf opheft.

Koppelverkoop

Het Dommelbad wordt al van meet af aan commercieel gerund. Deze klus werd in 2006 bij aanbesteding gegund aan de ConeGroup. Dit Gelderse recreatiebedrijf, inmiddels omgedoopt tot Nederlandse Leisure Group (NLG), schoof het Dommelbad najaar 2017 onderhands door aan Optisport, samen met de exploitatie van tien andere sportaccommodaties in den lande.

Deze koppelverkoop werd de eigenaren als voldongen feit meegedeeld: ‘Wij kunnen begrijpen dat u zich wellicht overvallen voelt door dit schrijven’. Optisport zou nog wel een keer langskomen voor een kennismakingsgesprek.

Uit niets blijkt dat Boxtel zich overvallen voelde. Het overnamebericht werd slechts ‘voor kennisgeving aangenomen’. Het bleef oorverdovend stil in het gemeentehuis. De algemeen directeur van Optisport kwam begin 2018 nog ‘persoonlijk langs ‘ om de overname toe te lichten. Volgens zijn agenda sprak hij hierover alleen met twee ambtenaren. Het gemeentebestuur bleef hierbij opvallend afwezig.

Niets over te zeggen

Dat Boxtel als eigenaar en financier van het Dommelbad werkelijk niets over de handel tussen NLG en Optisport te zeggen had, blijkt uit de exploitatie- en huurovereenkomst van 2006. Die kent wél een bepaling over tussentijdse opzegging van het contract maar regelt niets voor een overname. De Besloten Vennootschap Zwembad Boxtel kon dan ook onbelemmerd van eigenaar verwisselen.

Optisport maakt daarmee meteen kans om een volgende contractverlenging in de wacht te slepen. Halverwege 2021 moet de gemeente beslissen of ‘zij de samenwerking wenst voort te zetten’. De politieke discussie over de toekomst van het Dommelbad staat dus al onder druk nog voordat zij is begonnen.

Van vitaal belang voor dit debat is om te weten hoe het Boxtelse zwembad er na 14 jaar commerciële exploitatie voor staat.

Een aanwijzing hiervoor vormen de jaarcijfers over 2014 tot en met 2018 die de gemeente deels openbaar heeft gemaakt. De Zwembad Boxtel bv draaide onder NLG een omzet van rond de half miljoen euro per jaar en maakte over drie jaar in totaal 116.000 euro winst. Daarvan keerde NLG 75.000 dividend aan zichzelf uit. Eind 2016 resteerde in de bv nog een (overige) reserve van 75.000 euro.

Winstgevend

Na de overname door Optisport groeide deze reserve naar 182.000 euro in 2018, als gevolg van de winst die in 2017 werd behaald. Ook 2018 werd afgesloten met winst, die pas zichtbaar wordt in de nog ontbrekende jaarcijfers over 2019.

Opvallend is dat onder het Optisportregime de personeelskosten afnemen maar de (overige) bedrijfskosten substantieel groeien. De jaarrekeningen over 2017 en 2018 bieden geen helderheid meer over de aard van deze bedrijfskosten, in tegenstelling tot de voorgaande drie NLG-jaren.

Wél valt te lezen dat er met toestemming van de gemeente vergoedingen zijn gegeven voor ondersteunende diensten en managementtaken die groepsmaatschappijen van Optisport hebben geleverd. De manager van het Dommelbad runt tegenwoordig ook het gloednieuwe zwembad Den Donk in Oisterwijk. Hoe dat in praktijk financieel uitpakt, is onduidelijk.

Met de jaarlijkse subsidie van inmiddels 400.000 tot 500.00 euro – de gemeente heeft deze bedragen in de jaarrekeningen zwart gemaakt – blijft de exploitatie van het Dommelbad niettemin winstgevend.

Stevige impuls

Ook de jaarcijfers van Optisport Exploitaties bv zien er goed uit. Het moederbedrijf kreeg een stevige impuls door de reeks overnames in 2018, waaronder het Dommelbad. De omzet groeide daardoor met 16,7 miljoen naar ruim 98 miljoen euro. De winst steeg met bijna een half miljoen naar 4,3 miljoen euro.

Ondanks al deze gunstige cijfers kon het toch gebeuren dat het diplomazwemmen in het Dommelbad duurder werd. Volgens het management was dat nodig om ‘alle in plaats van sommige kinderen een medaille te kunnen geven’. Zo’n medaille kost ‘eigenlijk 7.95 euro per stuk’, maar ‘wij bieden standaard een korting van 4.35 euro’, wordt een prijsverhoging van 11.90 naar 15.50 euro (plus 30 procent) commercieel aangeprezen.

Pgb-zwemmen

Pijnlijker is de wijze waarop Optisport afscheid neemt van het zogeheten pgb-zwemmen. Kinderen met een verstandelijke beperking zoals het syndroom van down of gedragsproblemen zoals adhd, konden via het persoonsgebonden budget van de gemeente wekelijks een half uur één-op-één zwemles krijgen. De behoefte hieraan is groot en de wachtlijst lang. Maar volgens Optisport kan dit ‘als gevolg van verscherpte veiligheidseisen’ niet meer voor 79 euro per maand en wordt het pgb-zwemmen afgebouwd door aflopende abonnementen niet meer te verlengen.

Hoe veiligheid in het geding kan zijn bij dergelijke privélessen is een raadsel, al staat dit thema binnen Optisport op scherp sinds 2015. Toen verdronk een Syrisch meisje tijdens het schoolzwemmen in het Rhenense zwembad ’t Gasland waar dit bedrijf de scepter zwaait. Een badmeester en twee badjuffen werden individueel vervolgd voor dood door schuld en door de rechter veroordeeld tot werkstraffen. Optisport bleef in dit strafproces buiten schot.

Als alternatief voor het pgb-zwemmen in Boxtel heeft Optisport ‘de pgb-special’ in de aanbieding. Dat zijn zwemlessen in groepjes van zes kinderen, ‘waarbij de ouder meezwemt’. ‘Dat is niet alleen leuker voor kind en ouder, maar ook een stuk goedkoper’, wijst Optisport op het nieuwe tarief van 38,95 euro per maand.

Dooddoener

Ervaringsdeskundigen vinden deze oplossing een dooddoener. ‘Dat werkt zo niet. Aan één kind met het syndroom van down, heb je je handen al vol. Een tweede kind erbij zou nog kunnen, maar zes tegelijk is ondoenlijk. Dit wordt niets meer’, geven zij aan. Volgens Optisport kunnen deze kinderen ook privézwemles krijgen van een instructeur aan wie zij het bad onderverhuurt.

De gemeente Meierijstad maakte juist deze zomer bekend dat kinderen vanaf 5 jaar met gedrags- en motorische problemen voortaan standaard in al haar zwembaden aangepaste zwemlessen in kleine groepjes kunnen krijgen. Deskundig begeleid door een team met daarin een gespecialiseerd zwemonderwijzer, fysiotherapeut, bewegingsagoog en een sportcoach.

Ook de gemeente Boxtel zegt het desgevraagd belangrijk te vinden dat zoveel mogelijk doelgroepen de mogelijkheden hebben om te zwemmen, zo ook kinderen met een beperking. ‘De wijzigingen die door Optisport zijn doorgevoerd vallen binnen deze kaders en bevoegdheden van Optisport’, concludeert zij.

Pgb-zwemmen past niet in het commercieel gedreven bedrijfsconcept van Optisport dat is gericht op kosten besparen en sociale betrokkenheid ontbeert. Dit manifesteert zich ook in het recreatief zwemmen waar stelselmatig op wordt bezuinigd, ten gunste van groepslessen die meer opleveren. Het zwembad is voorts af te huren door particulieren voor feesten en partijen. ‘Heerlijk genieten van alle ruimte. Bijna alles is mogelijk’, prijst het management de zwemfeesten aan.

De dwingende bedrijfscultuur van Optisport trok ook haar sporen onder het personeel. Verschillende ervaren en gemotiveerde zweminstructeurs verlieten de laatste jaren het Boxtelse zwembad.

Hoe moet het nu verder met het Dommelbad na 2021?

Het speelveld voor de publieke zwembaden in de omgeving van Boxtel ziet er anders uit dan in 2016. Toen durfden burgemeester en wethouders een nieuwe tijdrovende (Europese) aanbesteding niet aan omdat de markt van zwembadexploitanten ‘niet stabiel’ was.

Gewezen werd hierbij onder meer op ontwikkelingen in Vught. Dat jaar sloot zorginstelling Reinier van Arkel haar zwembad op Voorburg. En de gemeente Vught trok haar handen af van zwembad/sporthal Ouwerkerk. Zij had dit sportcomplex in 2014 voor 45 eurocent verkocht aan recreatiegrootmacht Laco, als sluitstuk van een privatiseringsproces dat al in 1994 begon.

Na Laco nog 20 jaar met diverse miljoenen te hebben gesubsidieerd voor exploitatie, onderhoud en modernisering van het verouderde zwembad, zette Vught er een punt achter. Laco moet Ouwerkerk voortaan voor eigen rekening runnen en confronteert gebruikers met scherpe prijsverhogingen die niet zijn op te brengen.

Voor de Vughtse zwemvereniging De Dommelbaarzen liep de huur op naar 47.000 euro per jaar. Volgens Laco is dat nog fors beneden de kostprijs van 75 mille. De club stapte naar de rechter om de prijsverhoging te verhinderen maar kreeg nul op het request.

Vughtse topzwemmers nu in Boxtel

Als gevolg hiervan stopten De Dommelbaarzen met hun succesvolle wedstrijdgroep, die behoorde tot de nationale subtop. Veel van hun wedstrijdzwemmers zijn volgens berichtgeving in Brabants Dagblad inmiddels overgestapt naar zwemclub Zegenwerp, vernoemd naar het openluchtbad in Sint-Michielsgestel waar Optisport de scepter zwaait. Maar deze club zwemt toch vooral in het Boxtelse Dommelbad.

Voor Ouwerkerk is het afhaken van De Dommelbaarzen een gevoelig verlies. Laco zit daardoor met een exploitatiegat van 300 vrijwel onverhuurbare uren. In prijs en kwaliteit kan Ouwerkerk niet concurreren met zwembaden in omliggende gemeenten die doorgaans nieuw zijn en nog wel worden gesubsidieerd. Het lijkt een kwestie van tijd dat Laco Ouwerkerk opdoekt en het complex doorverkoopt aan een bouwprojectontwikkelaar. Vughtenaren moeten dan elders gaan zwemmen.

Laco grossiert in profijtelijke sterfhuisconstructies met zwembaden die armlastige en kortzichtige gemeenten in het verleden hebben uitverkocht.

De Beemd in Veghel

In Veghel kreeg deze firma destijds zwembad De Beemd voor 100 euro in de schoot geworpen. Nu dit complex in het centrum van Veghel in 2021 plaatsmaakt voor een nieuwe Aldi-supermarkt en een groot parkeerterrein, rinkelt daar de kassa voor Laco.

Dat staat in 2026 ook te gebeuren in Goirle als het versleten zwembad Waterspoor sluit en Laco voor 100 euro een woningbouwlocatie in de schoot krijgt geworpen en vervolgens te gelde kan maken. Dat is het resultaat van een overeenkomst die al in 2001 met de gemeente Goirle werd gesloten en recent met vijf jaar is verlengd. In ruil hiervoor steekt Laco jaarlijks nog 158.000 euro in onderhoud van het ruim 50 jaar oude complex. De gemeente heeft geen plannen voor een nieuw zwembad.

Onder gemeentelijk beheer

Gaat het in Boxtel binnenkort ook die kant op? Er zijn andere mogelijkheden. Het Dommelbad kan ook weer onder gemeentelijk beheer komen. Dat was ooit zo met Den Haagakker. Dit sportcomplex uit 1975 raakte na de eeuwwisseling in de versukkeling door een mislukte privatisering waarmee de gemeente goedkoper uit dacht te zijn. Welbewust maakte Boxtel na dit debacle in 2006 een sprong voorwaarts met een nieuw zwembad waar exploitatie en onderhoud geen sluitpost meer zouden zijn.

Maar waar buurgemeenten Schijndel en Sint-Oedenrode baas in eigen zwembad bleven, liet Boxtel de exploitatie over aan commerciële bedrijven die leunen op overheidssubsidies.

Om dezelfde fout niet opnieuw te maken, kan Boxtel beter een voorbeeld nemen aan Meierijstad. Die bouwt in Veghel voor ruim 10 miljoen euro een nieuw bad van vergelijkbare kwaliteit en omvang als het Dommelbad. Deze gemeente schuift Laco aan de kant en neemt de exploitatie in eigen hand. Daarbij moet zij jaarlijks een tekort van 300.000 euro afdekken. Dat is 20 mille minder dan de vergoeding die Laco krijgt voor zwembad De Beemd. En ook goedkoper dan wat Boxtel nu kwijt is aan Optisport.

Er zit dus perspectief in zo’n aanpak, mits de gemeente het Dommelbad wil blijven bezien als een belangrijke gemeenschapsvoorziening.

De komende verkiezingscampagne in Boxtel is hét moment voor politieke partijen om hierover duidelijkheid te verschaffen.

Verder op deze site: hoe de gemeente Boxtel onder druk van Optisport gegevens over het Dommelbad geheim houdt.

Zie daarvoor het artikel:

Brabantse natuur speelbal in een juridisch wespennest

Terwijl de verdroging ondertussen hard toelaat, dreigt de Brabantse natuur ook slachtoffer te worden van een juridische loopgravenoorlog.

Die wordt op Europees niveau uitgevochten. Met mogelijk verstrekkende gevolgen voor de toekomst van natuurparels als De Brand, De Mortelen en het Vlijmens Ven. Dit zijn gebieden waar de laatste 30 jaar veel landbouwgrond werd aangekocht en omgezet in natuur.

Dat gebeurde veelal met subsidie die de stichting Het Noordbrabants Landschap en de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in het verleden kregen voor uitbreiding van hun bezit binnen het Brabantse natuurnetwerk.

Gratis staatssteun

De haard van verzet daartegen werd in 2008 aangestoken door eigenaren van particuliere landgoederen in den lande, onder aanvoering van Nationaal Park de Hoge Veluwe. Zij konden niet profiteren van de gratis staatssteun die uitsluitend was bestemd voor de zogeheten terreinbeherende organisaties (tbo’s): de 12 provinciale landschappen en Natuurmonumenten.

Deze subsidieregeling die in 1993 het leven zag was niet alleen uniek binnen Europa, maar werd tevens ingevoerd zonder de Europese Commissie om toestemming te vragen.

Dit balsturige Hollandse gedrag slaat nu terug als een boemerang, door een recente uitspraak van het Europees Hof van Justitie die de bevoordeelde natuurinstanties in de gevarenzone brengt. De Europese Commissie wordt daardoor gedwongen hun bedrijfsvoering onder het vergrootglas te leggen.

De uitkomst van deze exercitie kan straks zomaar zijn dat Brabants Landschap en Natuurmonumenten onterecht verkregen subsidies voor zo’n 8000 hectare verworven natuurbezit in Brabant aan de overheid moeten terugbetalen. Dit zwaard van Damocles hangt vermoedelijk nog jaren boven de hoofden van deze tbo’s, totdat de Europese rechters opnieuw zullen hebben gevonnist.

Natuurmaffia

Naar het staatssteungedoe met de natuur had waarschijnlijk geen haan gekraaid, als binnen de wondere wereld der natuurbeheerders geen ruzie was ontstaan tussen eigenzinnige adel en betweterige natuurtechnocraten. Die ontaarde aan gene zijde in ressentiment jegens ‘de natuurmaffia’, zoals Oene Gorter de verwevenheid tussen overheid en tbo’s typeert in dagblad Trouw van 12 september.

Deze eigenaar van landgoed Welna in Epe is de eloquente prijsvechter van de Vereniging Gelijkberechtiging Grondbezitters (VGG). Die richtte hij in 2009 samen op met Seger baron van Voorst tot Voorst, directeur-bestuurder van Nationaal Park De Hoge Veluwe en Frans baron van Verschuer, eigenaar van landgoed Heerlijkheid Mariënwaerd in Beesd.

Samenwerking in Brabant

Dit Gelderse trio verzamelt zo’n 80 vermogende medestanders om zich heen om de natuurmaffia juridisch te vloeren. Wie dat zijn maakt de VBG niet bekend, maar in processtukken duiken de namen op van zo’n twintig landgoederen. Daaronder geen enkel Brabant landgoed en dat is niet verwonderlijk want in deze provincie werken de particuliere eigenaren en tbo’s bestuurlijk onverminderd samen. Dat wordt in Trouw van 19 september subtiel onderstreept door Jan Baan.

De directeur van Brabants Landschap poogt met zijn rustige opiniestuk de opgefokte atmosfeer wat te beteugelen. Baan koestert de rijke traditie van zijn organisatie die stoelt op de harmonieuze overname van particuliere landgoederen als Haanwijk, Annanina’s Rust, Wargashuyse, Pannenhoef en Tongelaar. Hij is overduidelijk geen vijand maar een medestander van de particuliere natuureigenaren.

Bovenal is Baan een man van het poldermodel die blijft proberen om in onderling overleg tot oplossingen te komen. Daar is hij in Brabant beroemd om. Ditmaal is een vergelijk heel hard nodig want door het niet te miskennen succes van de VGG zit ook Brabants Landschap in de hoek waar klappen dreigen te vallen.

Bemiddeling in dit wespennest is geen sinecure. Verschillende pogingen zijn al mislukt. Sharon Dijksma waagde zich hier als staatssecretaris van Economische Zaken al eens tevergeefs aan.

Klacht ‘De Hoge Veluwe’

Het gevecht begon in 2008, toen ‘De Hoge Veluwe’ een klacht bij de Europese Commissie indiende wegens ‘illegale’ staatssteun aan de terreinbeherende organisaties. Die sorteerde verbazendwekkend snel effect. Binnen twee jaar produceerde het ministerie van LNV een aangepaste subsidieregeling die ook open staat voor particuliere natuurbeheerders, maar soberder is dan de vorige. Landbouwgrond die in natuur verandert, wordt niet meer volledig maar voortaan voor 85 procent gesubsidieerd.

De gratis steun die het Koninkrijk der Nederlanden tot 2012 aan de tbo’s had verstrekt was volgens de Commissie nochtans in overeenstemming met de regels van de interne markt. Dus hoeven deze natuurinstanties niets terug te betalen, zoals de VGG eist.

Concurrentievervalsing

De Europese rechters vinden dit echter een besluit uit de losse pols dat zonder deugdelijk onderzoek is genomen. Volgens hen valt wel degelijk te betwijfelen of gratis staatssteun aan de tbo’s door de beugel kon. De Commissie beschouwt de tbo’s immers als ondernemingen omdat zij geld verdienen met bijverdiensten als houtverkoop en toerisme die voor natuurbescherming niet strikt noodzakelijk zijn. De gratis staatssteun werkte daarmee concurrentievervalsend ten opzichte van landgoedeigenaren die in dezelfde positie verkeren als de tbo’s, maar hiervoor niet in aanmerking kwamen.

De Commissie moet over deze ondoorgrondelijke kwestie nu een nieuw besluit nemen, zo heeft het Europees Hof in laatste instantie bepaald. Opmerkelijk is dat het Hof in zijn opperste wijsheid voorbij ging aan het oordeel van zijn hoogste adviseur, de advocaat-generaal. Die vindt juist dat de lagere rechter ‘op geen enkele wijze’ kon aantonen dat de Commissie zich er met een Jantje van Leiden vanaf had gemaakt.

En zo is de natuur in Brabant én daarbuiten speelbal geworden in een juridisch wespennest, waar geen zinnig mens nog chocola van kan maken en waar alleen juristen garen bij spinnen.

Bestuurlijke elite geeft rugdekking

Als de Europese Commissie opnieuw niet doet wat de verongelijkte landgoedeigenaren eisen, kunnen zij wederom naar de rechter. Oene Gorter vindt dit allemaal prachtig. De natuurmaffia móét op de knieën om ‘gewone particulieren’ aan vele hectares natuurgrond te helpen. Een vendetta met vitale steun van De Hoge Veluwe, de ‘groene schatkamer van Nederland’ waar de fine fleur van bestuurlijk Nederland rugdekking verschaft. Fred de Graaf, ooit burgemeester van Vught, is daar voorzitter van de Raad van Toezicht. Kersvers lid is Gerda Verburg die als minister van LNV de Q-koorts in Brabant op haar beloop liet.

De Raad van Advies van het nationaal park bulkt van de grote namen. De hoogste ambtenaar en voormalig hoogste ambtenaar van de minister-president zitten daar gebroederlijk naast prins Floris van Oranje Nassau. En natuurlijk is ook Oene Gorter van de partij. De voorzitter van Geldersch Landschap & Kasteelen echter niet meer. Dat voorkomt zelfkastijding, want ook deze provinciale natuurorganisatie raakt bekneld als baron Van Voorst tot Voorst met de VGG juridisch tot het gaatje gaat.

Onvoorstelbaar

Toch is het onvoorstelbaar dat de tbo’s financieel aan deze staatssteunkwestie ten onder zouden gaan. Dan verdwijnt een belangrijk fundament onder het natuurbeheer in Nederland, ten koste van natuur die nota bene Europees wordt beschermd! En dát dwingt Nederland nu juist om de stikstofcrisis zo aan te pakken dat menig zwaar getroffen natuurgebied in Brabant eindelijk wordt ontlast. Dat moeten ze bij de Europese Commissie vooral niet vergeten!

Als de nood werkelijk aan de man komt, moeten de tbo’s maar tot staatsbedrijven worden gemaakt. Gelijk Staatsbosbeheer, de grootste onder de tbo’s die de gewraakte staatssteun geoorloofd ontving en daarom buiten schootsveld blijft.

Laat alle intelligentsia die ook huist in de besturen van Natuurmonumenten en de provinciale landschappen, dan maar haar invloedrijke schouders onder een reddingsoperatie zetten. In het belang van de natuur. Want daar zou het in deze barre tijden toch uitsluitend om moeten gaan.

Openbaarheid van bestuur: zwemmen tegen de stroom in

Het Dommelbad in Boxtel is een prachtig zwembad. Een gemeenschapsvoorziening om zuinig op te zijn. De ConeGroup die hier sinds 2006 het beheer voerde, deed dat bepaald niet slecht.

Maar eind 2017 verdwijnt dit bedrijf ineens van het toneel, een jaar nadat de gemeente zijn contract met vijf jaar had verlengd. Het draagt de exploitatie over aan Optisport uit Tilburg, grootmacht onder de beheerders van sportaccommodaties.

De gebruikers van het Dommelbad vernemen dit nieuws bij binnenkomst een maand later. Met een gortdroge verklaring van anderhalf A4-tje, maakt Optisport Exploitaties BV zichzelf bekend.

Vreemd is echter dat je in de media niets tegenkomt over deze wisseling van de wacht, terwijl het lokale nieuws in Boxtel toch prima gevolgd wordt door één dagblad en inmiddels twee weekbladen. Kennelijk hebben zij geen persbericht ontvangen.

Diepe stilte

Diepe stilte heerst ook bij de gemeente. Als eigenaar en financier van het Dommelbad heeft zij kennelijk geen positie bij deze overname van een lopende exploitatie door een bedrijf dat zich gedraagt.

En omdat deze cultuuromslag geen verbetering blijkt, rijst de vraag hoe het gemeentelijk toezicht op de gang van zaken in het Dommelbad is geregeld.

Om dat aan de weet te komen verzoek ik burgemeester en wethouders op 15 juli 2019 per email om inzage in onder meer het exploitatiecontract, in verslagen van voortgangsgesprekken over uitvoering en naleving van dit contract en om documentatie over onderhoud van het zwembadcomplex.

Ik doe hiervoor bij de afdeling communicatie een beroep op de Wet openbaarheid bestuur (Wob) en stel ook de wethouder sportzaken van mijn initiatief op de hoogte.

Drie dagen later bericht een juridisch consulent van de gemeente dat ik zo’n verzoek uitsluitend op schrift mag doen en dat ik daarvoor twee weken de tijd krijg. Een dag later (22 juli) lever ik in het gemeentehuis persoonlijk een brief af. Aan de balie krijg ik een bewijs van ontvangst.

Dat is maar goed ook, want de brief raakt in het ongerede. Dat blijkt als de consulent mij 8 augustus meedeelt dat mijn Wob-verzoek buiten behandeling is gesteld omdat ik schriftelijk niets meer van mij heb laten horen. Binnen zes weken kan ik bezwaar maken tegen dit besluit.

Om te voorkomen dat mijn Wob-verzoek al op voorhand wegzakt in het procedurele moeras, vraag ik haar telefonisch om nog eens goed te zoeken. De volgende brief (29 augustus) brengt het verlossende woord: mijn brief is boven water.

Procedures alleen op papier bij gemeente Boxtel

Burgers die zich bij de gemeente Boxtel in een procedure wagen, moeten dat nog steeds alleen op papier doen. Dat bleek toen mijn gemailde Wob-verzoek over het Dommelbad niet werd geaccepteerd. Ook tegen besluiten van het gemeentebestuur over vergunningen of bestemmingsplannen kan alleen schriftelijk worden geageerd.

Om te kunnen bewijzen dat je zo’n stap hebt gezet is een ontvangstbevesting cruciaal. Digitaal is dat een fluitje van een cent (doorgaans komt er een standaardmailtje terug van de ontvanger), maar op papier een stuk omslachtiger. Dat betekent aangetekend verzenden per post of laten afstempelen aan de balie van het gemeentehuis.

De vraag is waarom Boxtel, overigens niet als enige gemeente, hier niet met haar tijd meegaat. Ambtelijk bestaat de vrees, zo bleek mij, dat met de papieren brief ook een bepaalde drempel wegvalt: je hoeft niet meer naar de postbus of het gemeentehuis. Het openzetten van de digitale/elektronische kraan werkt gemakzucht en misbruik in de hand en gaat de gemeentelijke organisatie handvol werk kosten, zo wordt verondersteld.

Omdat daar volgens mij best een mouw aan te passen valt, zoals allerlei overheidsinstanties ook al bewijzen, heb ik mijn gedachten hierover op papier gezet en begin oktober 2019 besproken met toenmalig burgemeester Fons Naterop. Zijn boodschap was dat de gemeente de overstap van papier naar digitaal grondig moet voorbereiden en daarom in 2021 zal maken.

Omdat Naterop al kort na dit gesprek als waarnemend burgemeester vertrok, heb ik mijn brief in overleg met hem direct na het gesprek formeel bij het gemeentebestuur ingediend. Het wachten is nog steeds op antwoord, terwijl 2021 nadert.

Tijdverlies

Door al het tijdverlies is de wettelijke beslistermijn inmiddels verstreken. Die wordt volgens de regels verlengd. ‘Uiterlijk binnen de vier volgende weken’ ontvang ik een besluit. De bemoedigende accentuering is van de juriste.

Haar volgende brief luidt echter nieuwe vertraging in. ‘Het vermoeden bestaat dat Optisport Boxtel BV bedenkingen heeft bij het openbaar maken van de betreffende documenten.’ De exploitant heeft tot 13 september de tijd om een ‘zienswijze’ in te dienen.

Optisport krijgt dit echter niet voor elkaar en mag er daarom vijf dagen langer over doen. ‘Uiterlijk 28 september moet er een besluit op uw Wob-verzoek zijn genomen’, luidt de volgende toezegging in wéér een brief.

Ditmaal geen accentuering en dat blijkt profetisch, want opnieuw gaat het mis. Nog niks gehoord op 30 september en daarom de telefoon gepakt. De consulent belooft het uit te zoeken. In een volgende brief (11 oktober) zet zij uiteen dat verschillende stukken uit het archief moeten komen en dat het opvragen hiervan langer duurt dan voorzien. Aangezien deze stukken ook nog moeten worden beoordeeld, ‘is het lastig om een termijn hiervoor te noemen’.

Een hele kluif

Als bijna vier maanden na mijn Wob-verzoek, op 4 november dan eindelijk het besluit valt, wordt duidelijk dat deze beoordeling nog een hele kluif was. De gemeente blijkt zich te hebben gevoegd naar het bezwaar van Optisport tegen openbaarmaking van financiële gegevens.

Ik vraag de consulent om mij het bezwaar van Optisport tegen mijn Wob-verzoek toe te zenden. Maar dat is volgens haar niet gebruikelijk. Ik moet het maar doen met haar samenvatting en commentaar hierop. Achteraf wordt spijt betuigd over deze weigering. De brief van Optisport zit dan al in het beroepsdossier.

Niets van wat in 2006 contractueel is afgesproken mag volgens Optisport bekend worden omdat dit de positie van het bedrijf en van de gemeente zou schaden. Deze eis gaat de gemeente weliswaar te ver, maar zij verijdelt wél openbaarheid op essentiële punten.

Geheim blijven met name de exploitatiesubsidie die zij jaarlijks verstrekt en de huurpenningen die Optisport haar voor het zwembad betaalt.

De uitsmijter

Dan volgt de uitsmijter. ‘Wij beschikken niet over verslagen van voortgangsgesprekken tussen Optisport en gemeente. Informatie waarover wij niet beschikken, kunnen wij vanzelfsprekend niet openbaar maken.’

Omdat Optisport geen bezwaar maakt tegen deze gemeentelijke opstelling, krijg ik na twee weken wél de gevraagde exploitatie- en huurovereenkomst en jaarrekeningen. Die blijken op honderden plekken zwart gemaakt. Hieronder ook alle gemeentelijke uitgaven voor onderhoud van het zwembad.

In de drift tot geheimhouding zijn zelfs de namen weggelakt van een topambtenaar en van bedrijfsdirecteuren die vanuit hun functie namens hun organisaties verplichtingen voor het Dommelbad aangaan. In de slipstream gaan ook de parafen van toenmalig burgemeester Frank van Beers op zwart.

Het besef dat de persoonlijke levenssfeer van deze functionarissen hier niet in het geding kán zijn, dringt bij de gemeente maar mondjesmaat door. Haar juridische vertegenwoordiger meent aanvankelijk dat ik mijn gelijk hierover maar bij de burgerrechter moet zien te halen. Later wordt deze uitglijer rechtgezet en worden de meeste namen vrijgegeven. Ook de parafen van de burgemeester gaan op wit.

Hoewel een detail in het grotere geheel, tekent dit de krampachtige opstelling van de Boxtelse autoriteiten. Omdat die niet spoort met het wettelijk principe van openbaarheid teken ik beroep aan bij burgemeester en wethouders. Met het verzoek om alle zwarte passages alsnog zichtbaar te maken en beter archiefonderzoek te doen naar de resultaten van contractueel verplicht overleg over het reilen en zeilen van het zwembad. Dit inclusief digitale communicatie zoals email en app die ook onder de Wet openbaarheid bestuur valt.

Mijn beroep krijgt vorm in een procedure die loopt via de lokale bezwaarschriftencommissie. Deze onafhankelijke juristen horen doorgaans eerst alle betrokkenen en brengen daarna advies uit aan het gemeentebestuur.

Geen hoorzitting

Ik verzoek via een skypeverbinding aan een hoorzitting deel te nemen omdat ik enige tijd fysiek verhinderd ben. Dat is helaas niet mogelijk. ‘Uit eerdere ervaringen is gebleken dat het ons niet lukt een dergelijke verbinding goed tot stand te brengen,’ meldt de commissie.

De hoorzitting verschuift in overleg naar 16 april, maar die zitting wordt afgeblazen als de coronacrisis om zich heen grijpt. Om nóg meer vertraging te voorkomen, stem ik in met schriftelijke behandeling.

Niets te vinden

Dit wordt een ritueel van vraag en antwoord tussen de commissie, mijzelf, de gemeente en Optisport. Daartoe uitgedaagd door de commissie, bezweert de gemeente dat er uitvoerig en deugdelijk naar documentatie is gezocht in haar archieven en mailbestanden over de gang van zaken in het zwembad, maar dat er helemaal niets is gevonden. Ook Optisport heeft niets vastgelegd.

De gemeente weet evenmin of er voortgangsgesprekken zijn gevoerd. Zo die er al waren, hoefde daarvan geen verslag te worden gemaakt. Zouden er verslagen zijn geweest, dan moesten die na vijf jaar op grond van de Archiefwet worden vernietigd. De gemeente betwijfelt bovendien of voortgangsgesprekken wel nodig zijn. ‘Nergens uit de beschikbare informatie’ blijkt dat ‘strikt toezicht en bijsturing’ noodzakelijk waren.

Wat de gemeente zou moeten doen als toezichthouder (volgens de Exploitatie- en huurovereenkomst)

Het gebruikers- en openstellingsrooster jaarlijks vooraf goedkeuren. Een waarborg dat de beheerder zich houdt aan de minimaal voorgeschreven uren voor recreatief zwemmen, zwemlessen aan jongeren en voor verenigingen.

Tussentijdse wijzigingen in het gebruikers- en openstellingsrooster vooraf schriftelijk goedkeuren.

Wijzigingen van de tarieven uitdrukkelijk schriftelijk goedkeuren. Een waarborg dat de beheerder de toegangsprijzen niet opdrijft en de verplichting nakomt om diverse soorten abonnementen aan te bieden.

Minimaal één keer per jaar overleg voeren met de beheerder over de gang van zaken bij de exploitatie van het zwembad. Hét moment om de balans op te maken en nadere afspraken vast te leggen.

Schriftelijk toestemming geven aan de beheerder voor betalingen uit de zogeheten egalisatiereserve. De beheerder vult deze geblokkeerde rekening zelf met 50.000 euro plus nog eens (maximaal) 50.000 euro met behaalde exploitatiewinsten. Dit is bedoeld als garantiestelling voor tekorten op de exploitatie van het zwembad.

De zwembadmanager van Optisport meldt in zijn schriftelijke bijdrage dat hij graag over de integrale voortgang der dingen had willen praten maar dat met de gemeente hierover geen afspraak viel te maken. Wél bestond mailcontact dat ‘ goed verliep’ en sprak hij drie maal incidenteel met ambtenaren. Was verslaglegging hiervan aan de orde geweest, dan had die volgens hem ook per definitie vertrouwelijk moeten blijven.

Verder voert deze manager bij de bezwaarschriftencommissie nog van alles aan om openbaarheid te verijdelen en daarmee te voorkomen dat ‘de marktpositie’ van Optisport verder wordt geschaad. Die is volgens hem al beschadigd door wat ten onrechte wél aan informatie is prijsgegeven.

150.000 euro huur

Zo vindt Optisport het kwalijk dat de gemeente in de exploitatiecijfers bij nader inzien alsnog zichtbaar wil maken dat het bedrijf jaarlijks 150.000 euro huur betaalt voor het Dommelbad. En dat terwijl Optisport dit bedrag zelf vermeldt in de jaarcijfers van Optisport Boxtel bv die het bedrijf deponeert bij de Kamer van Koophandel.

Ook had de gemeente geen herinnering aan haar eigen publicatie van het huurbedrag toen zij in 2016 het contract met de ConeGroup verlengde.

De bezwaarschriftencommissie adviseert burgemeester en wethouders uiteindelijk om per onderdeel aan te geven om welke reden zij informatie weigeren. Op één punt heeft de commissie twijfels over de gemeentelijke opstelling : waarom worden financiële gegevens over het Dommelbad die al 14 jaar oud zijn toch nog onder de pet gehouden? Ook dat dient beter te worden gemotiveerd.

In allerlei bochten

In het advies aan burgemeester en wethouders staat geen woord over de exploitatiesubsidie waar expliciet om was gevraagd. ‘Ik snap werkelijk niet waarom de gemeente zich in allerlei bochten wringt om te verhullen hoeveel gemeenschapsgeld met een publieke voorziening als het Dommelbad gemoeid is’, hield ik de drie juristen voor.

Ook op een ander belangrijk punt kiest de commissie vol overtuiging de kant van het gemeentebestuur. Dat heeft ‘geloofwaardig’ aangetoond voldoende moeite te hebben gedaan om vermeende documentatie over de gang van zaken in het zwembad op te sporen. ‘Het is aan bezwaarmaker om aannemelijk te maken dat de stukken wel degelijk in gemeentelijk bezit zijn’, betoogt de commissie.

Op 29 juni 2020 nemen burgemeester en wethouders het advies volledig over. Zij metselen de bureaucratische muur tegen verdere openbaarmaking dicht.

Bijna een jaar is verstreken sinds ik mijn Wob-verzoek op 15 juli 2019 indiende. In die tijd is veel juridische lucht verplaatst alsof het om staatsgeheimen gaat.

Dood paard

Om openbaarheid alsnog uit het vuur te slepen, moet ik dus naar de rechter. Eerst naar de rechtbank Oost-Brabant en daarna mogelijk in hoger beroep naar de Raad van State. Dat heeft echter geen enkele zin. Aantonen dat wat er niet is, er toch móét zijn, is trekken aan een dood paard.

Bovendien zou een finale rechterlijke uitspraak hierover als mosterd na de maaltijd komen. Want komend voorjaar al moet de Boxtelse politiek een knoop hebben doorgehakt over de toekomst van het Dommelbad. Het contract met Optisport loopt eind 2021 af.

Binnenskamers wordt al gefilosofeerd over volledige privatisering. Want de gemeente verkeert financieel in zwaar weer en moet fors bezuinigen. Met de rug tegen de muur is een zwembad al gauw geen kerntaak meer.

Burgemeester en wethouders laten via hun juridische vertegenwoordiger alvast weten dat in de discussie die hierover nog moet komen ‘geen inzicht zal worden gegeven in de gehele financiële administratie van Optisport’.

Bestuurders spraken zich uit

Deze opstelling is in tegenspraak met eerdere uitspraken van gemeentelijke kant. Bij de bekendmaking van de uitverkoren exploitant in 2006, beloofde toenmalig sportwethouder Anton van Aert publiekelijk dat de bedragen in het exploitatiecontract openbaar gemaakt worden. Het lokale weekblad Brabants Centrum tekende dat uit zijn mond op.

De huidige sportwethouder Herman van Wanrooij stipuleerde oktober 2019 in Brabants Dagblad dat de gemeente jaarlijks een half miljoen euro kwijt is aan de exploitatie van het Dommelbad. Mijn Wob-verzoek was toen drie maanden onderweg.

Over onevenredige benadeling van de beheerder en financieel-economische schade voor de gemeente, hoorde je toen niemand.

Ook de gemeentelijke rekenkamer hoefde zichzelf in 2012 niet te censureren bij de publicatie van zijn onderzoek naar de totstandkoming van het Dommelbad. Dit openbare rapport biedt inzicht in de exploitatievergoeding die de beheerder van de gemeente krijgt . Die liep door indexatie op van 356.000 euro in 2007 naar 388.000 euro in 2011. Op basis van deze cijfers moet dat bedrag inmiddels gestegen zijn naar zo’n 430.000 euro. Dat is minder dan de half miljoen die de wethouder noemde.

In het Boxtelse bestuursarchief zit ook een gedetailleerd overzicht van de gemeentelijke onderhoudskosten aan het zwembad tussen 2018 en 2028. Die zijn geraamd op in totaal 1,8 miljoen euro.

Uit deze opsomming blijkt dat de gemeente bij toepassing van de Wet openbaarheid bestuur gegevens onder de pet houdt die eerder waren toegezegd en bekend gemaakt.

Deze Wob-procedure heeft voorts geen enkele tastbare informatie opgeleverd over het gemeentelijk toezicht van de afgelopen 14 jaar op het reilen en zeilen van het Dommelbad en op de besteding van naar schatting 3,5 miljoen euro subsidie die hieraan werd gespendeerd.

Zodoende werd het voor mij in Boxtel met de openbaarheid van bestuur langdurig zwemmen tegen de stroom in.

Binnenkort op deze site: Publieke zwembaden als commerciële handelswaar

De drinkwaterbaas die tegen het schaliegas streed gaat weg

Brabant Water zwaait komende donderdag Guïljo van Nuland uit als directeur. Dat blijft niet onopgemerkt, want Van Nuland is een centrale figuur in het Brabantse poldermodel.

De Brabanthallen zijn er speciaal voor afgehuurd om in coronatijd veilig 400 gasten op 1,5 meter van elkaar te kunnen wegzetten. Brabantse gezelligheid op afstand, dat wordt nog wat.

De eerste en enige

Van Nuland was de eerste en tot dusver enige directeur van Brabant Water, het grote provinciale fusiewaterbedrijf dat 19 jaar geleden ontstond. Hij zat al zo lang in het drinkwater dat het hier om een verbintenis voor het leven leek te gaan. Gelijk de paus die als leider van de katholieke kerk aanbleef tot en met de laatste ademstoot.

Maar zoals in Rome paus Benedictus XVI met deze traditie brak en levend de Sint Pieter verliet, zo besloot Van Nuland om drie jaar voor zijn pensioen zijn zetel in het Bossche Paleiskwartier te ontruimen. Deze bioloog wil in gezondheid ervaren of er ook zonder Brabant Water nog een zinvol leven mogelijk is.

Het is altijd verstandig om je eigen afscheid zelf te regisseren. Negentien jaar in één topfunctie is inderdaad uitzonderlijk lang, maar dat geldt ook voor de overname van het eigenzinnige waterbedrijf TWM. Die kwestie speelde al voordat Brabant Water met Van Nuland van start ging. Met de gemeente Tilburg werd maar liefst 17 jaar gesteggeld over de prijs. Van Nuland kon dit boek nog net voor zijn vertrek sluiten.

Grondwatervervuiling en bodemverdroging hebben hem 19 jaar intensief bezig gehouden. Kwetsbare winningen in Oost-Brabant moesten worden gesloten vanwege vervuiling of werden verdiept om de natuur te sparen.

Van Nuland neemt afscheid van een kapitaalkrachtig en veelzijdig bedrijf dat onder meer ook industriewater zuivert en gebouwen verwarmt en koelt met grondwater, zoals de High Tech Campus in Eindhoven.

Een meer risicovolle vorm van duurzame energie is dieptewinning van aardwarmte. Van Nuland maakte zich sterk om de Brabantse drinkwaterbronnen daartegen te beschermen. Strenge milieuregels liggen nu vast in een provinciale richtlijn die bij gebrek aan projecten nog niet is toegepast.

Brabant Water deed via een dochteronderneming zelf ervaring op met aardwarmte. Het bleef bij één project, ter verwarming van kassen in Oostvoorne. Van Nuland zag voor het drinkwaterbedrijf geen toekomst in deze tak van sport en verkocht de dochter.

Tegen privatisering

Brabant Water is eigendom van gemeenten en provincie, maar zou op de vrije markt een gewilde prooi zijn. Toen drinkwaterbedrijven eind vorige eeuw dreigden te worden uitverkocht, werd dat wettelijk geblokkeerd door minister Jan Pronk van Vrom. De openbare drinkwatervoorziening hoort volgens Pronk als eerste levensbehoefte in overheidshanden te blijven.

Van Nuland is het daarmee hartgrondig eens. Als lid van een informele denktank van waterbestuurders keerde hij zich toendertijd in het manifest ‘De waarden van water’ tegen privatisering.

Van Nulands vertrek is de eerste aderlating in de polder van Brabant, het overlegcircuit over leven en welzijn in deze provincie. Volgend jaar maart gaan twee andere prominente veteranen, directeur-rentmeester Jan Baan van Brabants Landschap en dijkgraaf Lambert Verheijen van waterschap Aa en Maas, met regulier pensioen.

Zij vonden in Van Nuland een compaan met hart voor natuur en landschap. De baas van Brabant Water nam het ook publiekelijk voor deze belangen op toen hij vanuit het drinkwaterbelang zijn stem verhief tegen proefboringen naar schaliegas in Boxtel en Helvoirt.

Wakker geschud

Voor het zover was, moest de baas nog wél even wakker worden geschud. ‘De waakhond van ons aller kostelijke drinkwater die ferm ten strijde trekt tegen ondergrondse opslag van kernafval, heeft zich in slaap laten sussen door allerlei geruststellende beweringen die vooral een slag in de lucht zijn. Maar dat moet nu snel over zijn’, hekelde ik in Brabants Dagblad de passiviteit van Brabant Water.

Mijn column ‘Stop de gaswinning in Brabant’ van 5 maart 2011 sloeg aan bij Van Nuland. Hij liet zich binnenskamers snel en grondig informeren over de risico’s van schaliegasboringen voor vervuiling van grondwater, dé bron van het Brabantse drinkwater. En trok zijn conclusies die hij al een maand later wereldkundig maakte. ‘Brabant Water eist nul risico bij boringen naar schaliegas’, tekende ik 19 april in de krant uit zijn mond op.

Hoofdrolspeler

Vanuit die stellingname groeide Van Nuland uit tot een van de hoofdrolspelers in het verzet tegen schaliegaswinning.

Een mijlpaal in mijn journalistieke relatie met Van Nuland volgde een jaar later. Om te achterhalen welke chemicaliën in 2008 waren gebruikt voor gaswinningen bij Wijk en Aalburg en Brakel, had ik namens de krant een procedure op grond van de Wet openbaarheid bestuur aangespannen tegen het ministerie van Economische Zaken.

Deze gaswinningen gingen volgens hetzelfde procedé dat ook toegepast wordt bij boringen naar schaliegas. Hier gloorde een unieke kans om op basis van concrete informatie te doorgronden wat zich hierbij in de diepe ondergrond afspeelt.

Tijdens de hoorzitting op het ministerie staakte gaswinner Northern Petroleum zijn verzet tegen openbaarmaking en plaveide daarmee de weg voor minister Verhagen om een lijst met twaalf gebruikte chemicaliën vrij te geven.

Hoe gevaarlijk zijn die vloeistoffen? Deze klemmende vraag legde ik voor aan Van Nuland. Hij zag meteen het belang en liet de chemicaliën analyseren door KWR, het onderzoeksinstituut van de Nederlandse drinkwaterbedrijven.

Conclusie: op basis van alleen kennis over die vloeistoffen en hun giftigheid, valt geen goede inschatting van de risico’s voor mens en milieu te maken. Je moet vooral ook weten hoe de cocktail aan chemicaliën is samengesteld en hoe die zich ondergronds gedraagt. Maar dat hield Economische Zaken geheim, lopend aan de leiband van de machtige gasindustrie.

Uiterste voorzichtigheid

Bij zoveel onzekerheid is juist uiterste voorzichtigheid geboden. Om Amerikaanse toestanden te voorkomen, luidde Van Nulands heldere en vooral goed getimede boodschap richting politiek Den Haag. Dit alles werd breed en prominent uitgemeten in Brabants Dagblad.

Met deze krachtige uitspraak in Brabants Dagblad van 24 februari 2012, eiste Guïljo van Nuland scherper toezicht om milieuvervuiling door winning van schaliegas te voorkomen

Na nog eens anderhalf jaar maatschappelijk en politiek rumoer stierven de boringen naar schaliegas een stille dood. Het groene hart van Brabant bleef daardoor een industriële invasie van Amerikaanse oliebaronnen bespaard.

WATER van Brabant Water

Zijn fijnzinnige gevoel voor publieke relaties etaleerde Van Nuland ook in de Brabantse polder. Hilarisch was zijn openingsact van de Warandelezing die hij tien jaar geleden hield in de Universiteit van Tilburg. Demonstratief tapte de spreker een glas vol met leidingwater, gebotteld mineraalwater terzijde schuivend. Wie zulk kostelijk drinkwater uit Brabantse bodem binnen handbereik heeft, gaat toch niet extra betalen voor mindere kwaliteit? Dan ben je niet goed bij je hoofd! Dat zei ambasseur Van Nuland er niet bij, maar zo kwam het wel over.

Waar de lezing precies over ging ben ik kwijt, maar zijn boodschap blijft hangen. De schrijver dezes drinkt louter Water van Brabant Water.

Stabat Mater

Een evenement maakte Van Nuland ook van de jaarlijkse voorontvangst bij het Stabat Mater in Oirschot. Het langjarige sponsorcontract voor dit prestiegieuze muziekevenement dat Brabant Water erfde van de Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant, moest van hem meer betekenis krijgen voor de aandeelhouders en relaties van zijn bedrijf. Daar maakte hij veel werk van.

In de stampvolle zaal van café De Zwaan voor een gehoor van (oud-)burgemeesters, wethouders, statenleden, kamerleden en bestuurders uit de natuur- en milieuwereld, ramde Van Nuland steevast vol humor de boodschap van Brabant Water erin. Zijn speeches sloegen aan, want er werd niet of nauwelijks doorheen geluld. En dat is zeldzaam in de Brabantse polder.

Het Stabat Mater is niet meer en nu houdt ook Guïljo van Nuland ermee op. Donderdag krijgt hij als directeur zijn laatste kans om het vierhonderdkoppige poldermodel nog één keer voor even het zwijgen op te leggen.

Bij Vion in Boxtel toch nog 600 arbeidsmigranten erbij?

Jarenlang hadden slechts weinigen er oog voor, maar inmiddels staat de megaslachterij van Vion in Boxtel in het brandpunt van de belangstelling.

De om zich heen grijpende besmetting met het coronavirus onder de daar werkzame arbeidsmigranten en het halfslachtige optreden van de Brabantse autoriteiten daartegen, leggen deze bedrijfstak als sluitstuk van de vleesindustrie onder het vergrootglas.

Veel media rukten vrijdag 26 juni uit voor een demonstratie bij de varkensslachterij op het Boxtelse bedrijventerrein Ladonk, waar dierenactivisten en verontruste omwonenden opriepen tot onmiddellijke sluiting van de slachterij. Ook in Polen is over deze actie bericht.

De spanning was vooraf opgevoerd door de Brabantse actieboer Mark van den Oever. Mochten de demonstranten het in hun hoofd halen om de toegang van veewagens tot de slachterij te gaan blokkeren, dan zouden de trekkers ‘optoeren’ naar Ladonk, waarschuwde de voorman van Farmers Defence Force.

Met de invasie van tractoren in Den Haag nog vers in het geheugen, namen de autoriteiten het zekere voor het onzekere. Het wemelde die tropische vrijdagmiddag rond de slachterij dan ook van de politie, die echter geen kind had aan de beperkte groep demonstranten.

Van een blokkade voor de slachtpoorten van Vion was niets te bespeuren. Ook de hardste dierenactivist zou het niet in zijn hoofd halen om in de brandende zon het lijden te verlengen van opeengepakte varkens in vrachtwagens.

Met het verzinsel van een blokkade had de boerenstrijdmacht zijn tanden weer eens laten zien, om te onderstrepen dat de Vion-slachterij hoe dan ook open moet blijven.

Schimmige wraakoefening

Farmers Defence Force (FDF) ging die middag toch nog over tot intimidatie. Demonstranten zouden na afloop heimelijk naar huis zijn gevolgd, zo suggereerden de actieboeren achteraf. Beeldmateriaal dat dit zou aantonen (onder meer van auto’s van demonstranten) verscheen kort tijd op Facebook, vergezeld van dreigende taal jegens ‘de vegan-extremisten’. Regionale media besteedden de nodige aandacht aan deze schimmige wraakoefening waarvoor elk concreet bewijs ontbreekt.

Over medewerking van de autoriteiten heeft de vee-industrie in coronatijd bepaald niet te klagen. Nationaal aangemerkt als cruciale sector gaat de vleesproductie gewoon door. En de Veiligheidsregio Brabant-Noord gooit bij Vion in Boxtel geen roet in het eten.

Drie keer had de Bossche burgemeester Jack Mikkers als voorzitter van dit overlegorgaan van burgemeesters en veiligheidsdeskundigen gebruik kunnen maken van de vergaande bevoegdheden die de regionale corona-noodverordening hem biedt om de Boxtelse slachterij voorlopig te sluiten.

Eind mei bracht een postende verslaggever van Brabants Dagblad aan het licht dat de afstandsregels bij het vervoer van seizoensarbeiders met voeten werden getreden.

Kort daarna wees een steekproef van de GGD Hart van Brabant uit dat 17 procent van de geteste arbeiders in de slachterij besmet was.

Half juni bleek uit een vervolgtest dat de besmettingsgraad zelfs tot 30 procent was gestegen.

Bij slachterijen in andere veiligheidsregio’s leidde dergelijk onheil onverbiddelijk tot sluiting wegens gevaar voor de volksgezondheid. Maar niet in Boxtel.

Hoe dat zo is gegaan, komt de Osse burgemeester Wobine Buijs als vice-voorzitter van de veiligheidsregio woensdag 1 juli hoogstpersoonlijk vertellen aan de verontwaardigde gemeenteraad van Boxtel. In plaats van voorzitter Mikkers, die kennelijk vrij bleek te zijn toen hierover werd beslist. Hoe zoiets mogelijk is in deze supercrisis is een raadsel dat de burgemeester van Den Bosch zelf niet heeft opgehelderd. Dat kan Mikkers zich permitteren. Als voorzitter van de veiligheidsregio is hij democratisch ongrijpbaar.

Door zich in Boxtel niet te laten zien houdt Mikkers zijn reputatie van onzichtbare bestuurder in stand.

Plaatsvervanger Buijs heeft ‘haar’ Vion-besluit in een interview met Brabants Dagblad te vuur en te zwaard verdedigd als een verantwoord risico voor de volksgezondheid.

Het GGD-compas

De Osse burgemeester vaart daarbij volledig op het kompas van de GGD Hart van Brabant. Deze intergemeentelijke gezondheidsdienst heeft op de eigen website zijn bemoeienis en samenwerking met Vion omstandig uitgelegd en het open houden van de slachterij verdedigd. Directeur Karin van Esch zal dit in de gemeenteraad aan de zijde van Buijs dunnetjes over doen.

Ook de Osse burgemeester legt op 1 juli ongetwijfeld nog eens uit hoe het allemaal zit, zodat iedereen het snapt. Buijs kreeg op voorhand al bijval van de nieuwe burgemeester van Boxtel, Ronald van Meygaarden. Die heeft zich in woord en geschrift voluit geschaard achter het besluit van de veiligheidsregio om de Vionslachterij open te houden. Vanuit het belang dat ‘voor mij de gezondheid van de Boxtelse bevolking en de werknemers van Vion voor alles gaat’.

In een persoonlijke verklaring aan de gemeenteraad stelt de burgemeester vast dat Vion heeft voldaan aan alle eisen die de GGD aan de slachterij heeft gesteld om ‘verantwoord open te blijven’.

‘Zeer verwerpelijk’

Van Meygaarden uit daarbij forse kritiek op de ‘incomplete en ongenuanceerde informatie die men steeds weer naar buiten brengt’. ‘We weten allemaal dat er andere redenen kunnen zijn om Vion of de gemeente negatief te kunnen ‘framen’. Maar als het gaat om de volksgezondheid en de onrust die hieruit kan voortkomen, is dit eenvoudigweg zeer verwerpelijk’, veegt hij niet nader aangeduide criticasters de mantel uit.

Daarmee voegt Van Meygaarden zich meteen al in het koor van bestuurders die zich verongelijkt betonen als er in de buitenwereld wordt getwijfeld aan de juistheid van hun weloverwogen beslissingen.

Deze beginnende burgemeester is zich er kennelijk niet van bewust dat de gemeente de overlast die Vion in Boxtel veroorzaakt, veelal op zijn beloop heeft gelaten en daarmee de volksgezondheid juist veronachtzaamde.

Ernstige legionellabesmetting van burgers uit het afvalwaterzuivering van de slachterij werd genegeerd.

Niets wezenlijks is ondernomen tegen de ondraaglijke stank die het bedrijf bij tijd en wijle verspreidt. Klachten hierover werden door gemeentelijke milieuhandhavers afgedaan met dooddoeners als ‘er stond een deur open’.

Zo ontstond een praktijk van gedogen uit onvermogen om een risicovol bedrijf goed te controleren.

Rond Vion hangt nog steeds een onaangename atmosfeer van bestuurlijk en ambtelijk handjeklap, waarbij de belangen van burgers en slachterijpersoneel bepaald niet voorop staan.

Opeens wél maatregelen

De falende handhaving jegens Vion wordt pijnlijk duidelijk nu het bedrijf zelf is gekomen met structurele maatregelen tegen stankhinder. Vervuilde lucht uit diverse bedrijfsruimten kan nu opeens wél worden gezuiverd.

Met name de bewoners van het nabije Stapelen die vaak de stank van Vion over zich heen krijgen, zouden hier baat bij moeten hebben.

Dat Vion eindelijk in actie komt is onmiskenbaar het gevolg van groeiend ongenoegen onder de Boxtelse bevolking. Dat balde zich vorig jaar samen tegen de zoveelste uitbreiding van het slachtbedrijf.

Zo’n 1000 inwoners riepen de gemeente per petitie op hier niet meer aan mee te werken. Desondanks kreeg Vion vergunning voor een grote vleesverwerkingshal. Tegelijkertijd maakte het gemeentebestuur de afspraak met Vion dat het bedrijf stankvrij wordt.

Alles uit de kast

Nu de slachterij een besmettingsbron vormt voor het coronavirus, moet Vion meer dan ooit waarmaken dat het de volksgezondheid serieus neemt. Het bedrijf zegt alles uit de kast te trekken om het virus te bezweren en schermt daarbij met wetenschappelijke ondersteuning van het RIVM, de Erasmus Universiteit en de Universiteit van Utrecht.

Het ambtsbericht over deze wapenfeiten dat Vion op een late vrijdagavond via zijn website stilzwijgend wereldkundig maakte, sluit af met de bijkans achteloze mededeling dat bij een nieuwe steekproef 1 op de 3 medewerkers positief op corona zijn getest. Maar hun besmetting bleek zo gering, dat deze uitkomst past in het beeld dat corona in de slachterij juist op de terugtocht is, zo wordt daar geruststellend aan toegevoegd.

Opmerkelijk is dat het bedrijf dit laatste beweert mede namens de GGD Hart van Brabant. Waarmee twijfels rijzen over de onafhankelijkheid van de gezondheidsdienst. Die weigerde de dagen daarvoor bij herhaling om zelf de pers tekst en uitleg te geven over de toen al uitgelekte uitslag van de steekproef.

Doofpot

Volgens de woedende hoofdredacteur van Brabants Dagblad was hier sprake van een georkestreerde poging om een forse toename van het aantal besmettingen onder de 1700 werknemers van de slachterij in de doofpot te stoppen.

Dat ook het RIVM achteraf afstand nam van het Vion-bericht, voedde de gedachte dat de verantwoordelijke autoriteiten in Brabant vooral oog hebben voor het economisch belang van de vleesindustrie.

Sluiting van de Boxtelse slachterij die inmiddels 5,6 miljoen varkens per jaar verwerkt, zou betekenen dat veel stallen voorlopig vol blijven met slachtrijpe dieren. Daar zouden de boeren niet blij mee zijn. Dat zou nieuwe spanningen opleveren in Brabant, waar de stikstofstrijd net is geluwd en het nieuwe provinciebestuur de veehouders verder met rust laat.

De gemeenteraad van Boxtel heeft als controleur van het bestuur een andere positie. Die moet vooral helder zien te krijgen hoe de besluiten over Vion binnen de veiligheidsregio tot stand kwamen en welke rol daarbij is gespeeld door de leidinggevende burgemeesters Mikkers en Buys en door de eigen burgemeester en wethouders.

De hamvraag is of het belang van de volksgezondheid daarbij werkelijk voorop stond. Dat gaat 1 juli niet boven tafel komen. Dat vergt serieus onderzoek waarvoor de gemeenteraad niet is toegerust, zo de politieke wil hiertoe al bestaat.

Kansloos

Wél hebben de coalitiepartijen al geëist dat alle 1700 slachterijwerkers op corona worden getest. Dat lijkt kansloos nu de GGD heeft vastgesteld dat het aantal positieve testen daalt, aangezien ‘steeds minder mensen met klachten naar het werk komen’. Ook elders in Boxtel is het virus op de terugtocht. Als de GGD-directeur deze afname op 1 juli nog eens bevestigt, staan de Boxtelse politici met lege handen. Dan komt er geen algehele test. En de slachterij blijft open.

De gemeenteraad kan zich dan ook beter richten op een andere vitale kwestie: voorkomen dat de nieuwe vleesverwerkingshal in gebruik wordt genomen. Die is al gebouwd, al zijn de twee vergunningen hiervoor nog niet onherroepelijk.

De bestuursrechter in Den Bosch moet zich nog buigen over het beroep dat bewoners van Stapelen tegen de gemeentelijke omgevingsvergunning hebben ingesteld.

Tegen de ontwerp-natuurbeschermingsvergunning is bij de provincie bezwaar gemaakt door de Brabantse Milieufederatie (BMF) en enkele Boxtelse natuurliefhebbers, die opkomen voor bescherming van de Kampina tegen verdere stikstofbelasting.

Voordat hier uitsluitsel over komt – dat gaat nog wel even duren – kan Vion de vleeshal gewoon in gebruik nemen, al is ook dat dan op eigen risico.

Huisvesting arbeidsmigranten

In de hal gaan maar liefst 600 arbeidsmigranten aan het werk. Zolang het coronavirus rondwaart lijkt dat tamelijk onverantwoord. Veiligheidsmaatregelen binnen het gebouw en bij het vervoer van de werkers zijn nog wel te treffen. Maar hoe en waar worden al die extra arbeidsmigranten fatsoenlijk en virusbestendig gehuisvest? En wie regelt dat?

Het structurele tekort aan woonruimte dat voor arbeidsmigranten al jaren bestaat wordt nóg groter zodra het kabinet gaat voorschrijven dat elke werknemer voortaan een eigen kamer moet krijgen. Een overheidscommissie onder leiding van SP-prominent Emiel Roemer heeft dit geadviseerd.

Alleen al de ruimte die dat vergt, is in Boxtel en verre omstreken niet voorhanden.

Vion verantwoordelijk houden

De gemeenteraad moet daarom Vion zelf verantwoordelijk houden voor huisvesting van zijn slachterijwerkers, in plaats van dit af te schuiven naar uitzendbureaus die regels straffeloos aan hun laars lappen. Deze eis had de Boxtelse politiek vorig jaar al als harde voorwaarde kunnen verbinden aan gemeentelijke goedkeuring van de nieuwe omgevingsvergunning voor Vion. Maar de gemeenteraad liet zich afschepen met vage bestuurlijke toezeggingen die niet zijn waar te maken.

Een herkansing ligt nu voor het grijpen. De raad kan namelijk uit voorzorg een beroep doen op de corona-noodverordening om te voorkomen dat de vleeshal wordt gebruikt zolang de huisvesting van arbeiders niet goed is geregeld. Dan weet voorzitter Mikkers van de veiligheidsregio meteen ook wat hem te doen staat bij het nemen van een beslissing hierover.

Hoe natuurbescherming per vergunning wordt uitgehold

Wat hebben Jan ‘Parijs-Dakar’ de Rooy en vleesconcern Vion met elkaar gemeen?

Zij kregen dit voorjaar provinciale vergunningen om kwetsbare natuur te beschermen tegen schade die al is aangericht.

De Rooy legde een oprijlaan aan naar zijn landhuis in de bosrand van de Landschotse Heide nabij Westelbeers.

Vion bouwde in Boxtel nabij de Kampina een vleesverwerkingshal aan zijn slachterij die in capaciteit mocht verdubbelen naar 5,6 miljoen varkens per jaar.

Dit zijn twee geruchtmakende kwesties waarin laakbaar gedrag wordt getolereerd. Ten koste van twee prachtige natuurgebieden die zwaar onder druk staan terwijl zij volgens Europese regels horen te worden beschermd.

Als de Dakarrijder van weleer ging De Rooy te keer in het bos rond een aangekocht landhuis uit de jaren zestig dat tot dan toe in zekere harmonie met de natuur verkeerde. Zonder vergunning werden in 2019 rigoureus bomen gerooid om ruimte te maken voor een 869 meter lang stalen hek, een joekel van een oprijlaan en voor verdere verjubeling tot villapark.

De gemeente Oirschot deed lange tijd niets met herhaalde oproepen van lokale natuurbeschermers, verenigd in de Werkgroep Natuur en Landschap Oost-, West- en Middelbeers om De Rooy een halt toe te roepen.

Nadat het onheil hoog en breed was aangericht, kwam de gemeente zowaar in beweging. Daartoe op de huid gezeten door de bekende milieu-advocaat Rogier Hörchner die zich namens de natuurwerkgroep als een terriër in het natuurverbouwingsproject van De Rooy heeft vastgebeten.

Dwangbevelen

Tegen het hekwerk werd na een aanvankelijke vergunning alsnog opgetreden. De Rooy moet ook een schuur, een dierenverblijf op wielen, grondkabels en leidingen, lantaarns en een beveiligingscamera weghalen.

De Rooy vecht al deze dwangbevelen aan bij de rechtbank. Zolang zij onder de rechter zijn, hoeft hij niets af te breken. Nu de rechtsgang door de coronacrisis fors is vertraagd kan De Rooy zich achter zijn illegale palissade nog geruime tijd blijven manifesteren als de vrije jongen die boven de wet staat.

Zo gaat hij door met het illegaal oppompen van grondwater voor bevloeiing van zijn villatuin, ook al is de Landschotse Heide ernstig aan verdrogen.

Ook de oprijlaan is nu tot corpus delictum bestempeld. Daar krijgt De Rooy geen omgevingsvergunning voor. In vervolg hierop beveelt de gemeente hem met een dwangsom van maximaal 75.000 euro tot afbraak.

Schadelijk?

Belangrijk, zo niet doorslaggevend in dit laatste geval is de houding van de omgevingsdienst Brabant Noord, die de Brabantse natuur namens het provinciebestuur moet beschermen. Die geeft Oirschot geen toestemming om een omgevingsvergunning voor de oprijlaan af te geven. Deze afwijzing is overigens louter formeel: de gemeente leverde te weinig gegevens aan om te kunnen beoordelen of de natuur hierdoor wordt beschadigd.

Na deze weigering van 14 april 2020 gebeurt er precies op 14 mei iets ongelooflijks: voor de oprijlaan komt een natuurbeschermingsvergunning!

Niet schadelijk

Ineens weet de omgevingsdienst zeker dat de natuur hierdoor niet noemenswaard wordt beschadigd. Dat voor de oprit bomen zijn gekapt en bosgrond is versteend, blijft buiten beschouwing. Wél vermeldt de natuurvergunning terloops dat nu de oprijlaan er al ligt, ‘de aanlegfase dus niet meer tot effecten op de natuur zal leiden’. Met deze open deur wuift de provincie illegaal handelen weg.

Door het gezwalk in overheidsland stijgen straks in de rechtszaal de kansen van Jan de Rooy voor behoud van zijn oprijlaan. De voormalige rallyrijder en transportondernemer heeft diepe zakken om door te procederen tot de overheid het opgeeft.

Vergunningsjungle Vion

Bij Vion in Boxtel is het natuurbelang verdwaald in een vergunningsjungle. Een veeg teken was al dat de gemeente Boxtel Vion een omgevingsvergunning gaf voor de vleesverwerkingshal zonder instemming van de provincie/omgevingsdienst. Vervolgens liet de provincie/omgevingsdienst het vleesconcern zonder natuurvergunning begaan met de bouw van deze hal.

Nu het gebouw overeind staat, valt het echter niet mee om een en ander achteraf kloppend te maken. Want de uitkomst van ingewikkelde berekeningsmodellen in de nieuwe natuurvergunning, die slechts voor specialisten te doorgronden zijn, wijkt af van de vergunning die Vion in 2015 kreeg voor productieverhoging. En die vergunning spoorde al niet met de uitbreidingsvergunning van 2010.

Gegoochel met cijfers

Eindresultaat van het gegoochel met cijfers is dat de opgefokte Vion-slachterij in Boxtel de natuur op papier inmiddels minder belast dan ooit te voren! Hoe is dat mogelijk?

Sinds de Raad van State in 2019 een streep haalde door het nationale stikstofbeleid, geldt een verbod op elke achteruitgang, hoe klein ook, van kwetsbare natuur die onder de stikstoflast aan het bezwijken is.

En dat betekent nogal wat. Zo werd de bouw van een complete woonwijk in Deventer onlangs geblokkeerd omdat de natuur hierdoor 0.03 mol aan stikstof voor de kiezen zou krijgen.

Ter vergelijking: de uitbreiding van Vion belast de Kampina met 0.06 mol per hectare aan stikstof, zo heeft de omgevingsdienst zelf becijferd. In 2010 was dat nog 0.155 mol en in 2015 kwam er 0.38 mol uit de bus. Met steeds weer de conclusie dat uitbreiding van Vion door kan gaan omdat de natuur niet zwaarder wordt belast.

Natuur wél zwaarder belast

Tot dusver kraaide daar geen haan naar, maar voor het eerst is nu de Brabantse Milieufederatie in het Vion-dossier gedoken. En stelt vast dat de omgevingsdienst 0.57 mol als norm had moeten nemen en daaruit de conclusie had moeten trekken dat het vleesbedrijf de natuur juist zwaarder belast met stikstof.

Als de BMF gelijk heeft en vervolgens ook krijgt, mag Vion alleen nog uitbreiden mits het vleesconcern ervoor zorgt dat de Kampina met stikstof wordt ontlast. Dat kan door een veehouderij in de directe omgeving van dit natuurreservaat uit te kopen.

In ieder geval moet de slachterij dan meebetalen aan vermindering van de hoeveelheid vee. Dat is (een beetje) snijden in eigen vlees, om vlees te mogen verwerken in een hal die er al staat!

Dat het om een reeds bestaand gebouw gaat, blijkt nergens uit. De nieuwe natuurvergunning houdt juist de schijn van het tegendeel op door Vion te verplichten binnen drie jaar aan de slag te gaan. ‘Mocht dit niet het geval zijn dan kunnen wij de vergunning intrekken’, wordt daar als loze waarschuwing aan toegevoegd.

Intrekken had de provincie volgens de BMF al kunnen doen in 2018 met de oude vergunning toen Vion de mogelijkheid daarin onbenut liet om een vleesrokerij en koelhuis te bouwen. Maar dat gebeurde niet.

Dat intrekking bij Vion in Boxtel nimmer heeft gespeeld, blijkt uit de vanzelfsprekendheid waarmee de omgevingsdienst vleesverwerking in de nieuwe natuurvergunning beschouwt als een verworven recht. Het gaat hier immers om ‘een gewijzigde uitvoering van een reeds vergund gebouw’.

De milieufederatie vindt dit een verkeerd uitgangspunt waarmee een hogere neerslag van stikstof uit het vleesbedrijf wordt gemaskeerd.

De kwesties De Rooy en Vion laten zien dat zelfs in een vergunning die de natuur moet beschermen het materiële belang zwaarder weegt dan het natuurbelang.

Met de verzwakte natuur als sluitpost, wordt bovendien vrijbuitersgedrag van overheidswege beloond en aangemoedigd.

Dit zijn verkeerde ontwikkelingen in Brabants buiten. En die staan bepaald niet op zichzelf. Wordt vervolgd.

Het gehannes met de cultuur beschadigt imago van Brabant

Het imago van Brabant als een provincie waar het goed wonen, werken en leven is, loopt in coronatijd een extra deuk op. Deze antireclame is te danken aan de machtswisseling in het provinciebestuur.

De drie partijen die samen met de VVD het roer afgelopen vrijdag in het provinciehuis overnamen, meenden in alle kneuterigheid dat het culturele leven in Brabant aan de bestuurstafel voortaan moet worden bezien als een vorm van vrije tijdsbesteding die best met minder geld toe kan.

De verontwaardiging die onder kunstenaars over deze dubbele miskenning de kop opstak, beleefde vrijdag haar apotheose in een veelzeggend stil protest. De berg gedumpte theaterstoelen op het plein voor het provinciehuis haalde zo’n beetje alle media, waaronder het veelbekeken NOS Journaal.

Dat ze overal in Nederland nu weten hoe Brabant met cultuur omgaat, bleek in alle pijnlijkheid op Radio 4. In een vraaggesprek over een magistraal uitgevoerde negende symfonie van Gustav Mahler in 2019 met het Noord Nederlands Orkest, sprak dirigent Antony Hermus mededogen uit met zijn collegamusici van de Philharmonie Zuidnederland die er in Brabant niet goed voorstaan.

En de digitale versie van het Storioni Festival in Eindhoven werd door de recensent van NRC Handelsblad beschouwd als een kwalitatief hoogstaand weerwoord op de ‘politieke vendetta’ van het nieuwe provinciebestuur tegen de cultuur.

Slechte timing en falende communicatie valt de nieuwe coalitie van VVD, Forum voor Democratie, CDA en Lokaal Brabant zwaar aan te rekenen. Door de coronacrisis ligt de miljardeneconomie die de cultuur in Nederland is, op haar gat. Nergens wordt en plein public nog toneel gespeeld of muziek gemaakt. Kunstenaars zitten werkloos thuis en ook de podia waarop zij hun brood verdienden staan op omvallen. En uitgerekend dan doet Brabant er nog een schepje bovenop!

In Provinciale Staten nam de nieuwe coalitie vrijdag wat gas terug. Een en ander was logisch bedoeld. En zo’n vaart zal het allemaal niet lopen. De vier partijen maakten ook een kosteloos gebaar door Lokaal Brabant-voorman Wil van Pinxteren voortaan gedeputeerde van vrije tijd, cultuur en sport te noemen.

Maar wat gaat Van Pinxteren na deze valse start voor de Brabantse cultuur betekenen?

De vrije tijdsfilosofie in het bestuursakkoord is overduidelijk afkomstig van Lokaal Brabant. Belangrijk punt in het verkiezingsprogramma van deze club is de oprichting van een provinciaal fonds om culturele en sportverenigingen te ondersteunen bij het werven, opleiden en behouden van vrijwilligers. Tegelijk belooft Lokaal Brabant ook de cultuur inhoudelijk ruimhartig te zullen subsidiëren met slechts beperkte voorwaarden vooraf voor zowel amateurs als professionele kunstenaars.

Beide concrete punten staan echter niet in het bestuursakkoord!

Daarin ontbreekt ook de harde belofte van het CDA in verkiezingstijd dat de bezuiniging op de Philharmonie Zuidnederland ongedaan wordt gemaakt.

De christen-democraten zaten nog in de oppositie toen het provinciebestuur onder aanvoering van SP-gedeputeerde Henri Swinkels eind vorig jaar een half miljoen wegsneed van de twee miljoen euro die dit Brabants-Limburgse fusieorkest uit Brabant kreeg.

Vóór 1 juni moet kennelijk duidelijk zijn wat de philharmonie het komende muzikale seizoen uit het provinciehuis mag ontvangen. Een motie om direct zekerheid te verschaffen, haalde het vrijdag niet. Mocht Van Pinxteren al snode plannen voor het orkest hebben, dan zal hij die op straffe van onbehoorlijk bestuur een jaar moeten opschorten.

En dan de VVD. De grootste partij van Brabant wijdt warme woorden in haar verkiezingsprogramma aan Brabants cultureel talent dat met steun van de provincie ‘de kans krijgt om door te groeien naar de top’.

Het cultuurfonds Brabant C dat sinds 2015 met 25 miljoen euro provinciegeld Brabantse festivals van internationale allure steunt, mag van de liberalen na dit jaar doorgaan. Mits er wordt samengewerkt met de Brabantse steden en ook de rijksoverheid een duit in het zakje doet. Ook daarover geen woord in het bestuursakkoord.

Van Forum van Democratie weten we slechts dat Thierry Baudet boeken leest en schrijft en aan het Binnenhof op zijn piano speelt. Over de cultuur in Brabant valt deze partij niet op enige visie te betrappen.

Het gezamenlijke bestuursakkoord rept van een ‘richtinggevende opdracht’ om met ingang van 2023, het jaar van de volgende Statenverkiezingen, minimaal zeven miljoen euro te bezuinigen op het begrotingsprogramma Vrije Tijd en Erfgoed, waar cultuur dus onder valt. Wat er dan nog specifiek in cultuur wordt geïnvesteerd is volstrekt onduidelijk.

Van deze hutspot aan vaag- en tegenstrijdigheden valt geen chocola te maken. Toch zal Van Pinxteren zich vóór de zomer aan het cultuurfront moeten melden met iets wat lijkt op een beleid dat ook inspeelt op de coronacrisis.

Dat wordt een vuurproef in geloofwaardigheid voor deze ervaren politicus en manager die als een koorddanser carnaval met Jazz in Duketown moet zien te verenigen.

Tel uit je winst voor Brabant: een boterzacht referendum en vijf afgedankte bestuurders

‘Wíj hebben het bindend correctief referendum binnengehaald’. Forum voor Democratie kraait victorie in een ronkend promotiefilmpje op twitter.

De Brabantse Baudet-mannen van stavast hebben het hem geflikt. Zij ‘gaan leveren’ aan de bestuurstafel in het provinciehuis. Het vermolmde kroonjuweel van D66 wordt door hen verzilverd in Brabant. Want: ‘politici die over de schreef gaan, moeten teruggefloten kunnen worden’. En: ‘Als de mensen het niet willen, moet de provincie het niet alsnog doordrukken’. Forum stampt desnoods een windmolenpark de grond in: opgeruimd staat netjes, zo wordt ons alvast voorgeschoteld.

Het correctief referendum als populistisch speeltje. Maar is dat ook bindend? Zo staat het niet in het bestuursakkoord dat Forum met VVD, CDA en Lokaal Brabant-eenpitter Wil van Pinxteren heeft gesloten. Dat kan ook niet, want dat zou in strijd zijn met de Grondwet. Wat er wel staat is dat ‘de coalitiepartijen zich committeren aan de uitslag van een referendum’.

Op zich is dat al heel wat voor partijen die hier niets in zien. Dat bleek juni voorjaar toen de Brabantse Staten ten tweede male een panklaar referendumvoorstel van de PVV afschoten. ‘Referenda zijn niet het juiste middel om burgers te betrekken bij provinciale besluitvorming’, sprak toen VVD-fractielid Walter Manders. En CDA-vicefractievoorzitter Marcel Deryckere zette het referendum weg als ‘instrument om deelbelangen door te drukken’.

Beide coalitiepartners hebben hier dus een ommezwaai gemaakt om Forum te gerieven. De gevolgen zijn echter tamelijk beperkt. Mochten de vier partijen het al inhoudelijk eens worden over de voorwaarden voor een volksraadpleging – het bestuursakkoord meldt niets concreets over de vereiste ondersteuning en opkomst – dan ligt er straks een verordening voor niet meer dan een raadgevend referendum.

In het onwaarschijnlijke geval er vóór de volgende Statenverkiezingen van maart 2023 ook nog één wordt gehouden (welk brandend en pakkend provinciaal onderwerp leent zich daarvoor?), dan zijn VVD en CDA juridisch niet gebonden aan de uitkomst. En de coalitie-afspraak hierover vervalt na de verkiezingen.

De Brabantse Forum-voorman Eric de Bie moet nu als gedeputeerde van bestuurlijke vernieuwing laten zien dat hij het karwei kan afmaken. De kaarten liggen gunstiger dan ooit, aangezien PVV en SP vanuit de oppositie het referendum omarmen en hem aan een ruime meerderheid kunnen helpen. Slaagt De Bie in zijn missie dan beschikt Brabant over een papieren tijger die op elk moment tot leven kan worden gewekt.

Dat laten VVD en CDA dan toch maar gebeuren, terwijl een referendum in welke vorm dan ook ontbreekt in hun partijprogramma’s. Vooral bij het CDA Brabant dringt zich de vraag op wat een stem op deze partij tegenwoordig nog waard is. Het brandde zijn lijsttrekker Marianne van der Sloot en nummer twee Renze Bergsma volledig af toen zij zich als gedeputeerden hielden aan de coalitie-afspraken met VVD, GroenLinks, D66 en PvdA over versnelde modernisering van veestallen.

Hier manifesteerde zich een pijnlijk gebrek aan politiek vernuft waarin de partij eens grossierde met illustere figuren als Jan de Geus, Jan Houben, Pieter van Geel, Jan Melis en Paul Rüpp.

De afgang kan slechts worden uitgewist met een paardenmiddel: samenwerking met Forum voor Democratie. Tot afschuw van oud-gedeputeerde Paul Rüpp die vanaf de zijlijn nog een vernuftige publiciteitscampagne voerde om de Brabantse CDA-leden te mobiliseren tegen dit verbond met het kwaad. Hij liep vooral stuk op desinteresse. Slechts 16 procent van de leden deed mee aan een suggestieve peiling over samenwerking met Forum. En omdat een krappe meerderheid van dit zeer beperkte gezelschap vóór stemde is de zaak dus nu in kannen en kruiken. Democratie op haar smalst.

Rüpp beklaagde zich over de afzijdigheid van de landelijke partijleiding. Hij had beter moeten weten. In Den Haag vinden ze het experiment met Forum wel goed zo. Want dat betekent vooral rust aan het boerenfront, met de landelijke verkiezingen van 2021 in zicht.

Het CDA aan het Binnenhof staat zelfs zijn Tweede Kamerlid Erik Ronnes aan de provincie af. Fractievoorzitter Pieter Heerma gaf persoonlijk zijn zegen aan de benoeming van de oud-wethouder van Boxmeer. ‘De fractie gaat hem missen. Brabant krijgt met hem een uitstekende gedeputeerde die heel veel kennis en ervaring heeft op de portefeuille ruimte en wonen’, twitterde Heerma.

Ronnes en Elies Lemkes zijn gekwalificeerde bestuurders met wie het CDA juist investeert in de coalitie met VVD en Forum. Lemkes is de nieuwe gedeputeerde van landbouw, natuur en milieu. Om het pluche te bereiken moest deze ex-directeur van ZLTO nog wel even snel lid worden van het CDA. De eertijdse ‘partij van Brabant’ vertoont inmiddels ook tekenen van bestuurlijke bloedarmoede.

Beide CDA-gedeputeerden nemen vier provinciale sleutelportefeuilles over van drie linkse partijen. Die wilden maar wat graag doorgaan, maar lieten zich door de VVD geruisloos afserveren. Links Brabant is te zeer versnipperd en verzwakt om nog een vuist te kunnen maken.

Heel slim daarentegen opereerde Wil van Pinxteren. Met zijn ene zetel helpt dit voormalige VVD-statenlid de drie groten aan een meerderheid. En nu is Van Pinxteren de zevende gedeputeerde. Hij gaat zich bemoeien met onze vrije tijd. Dit klinkt als een grap maar is vooral illustratief voor geldverspilling aan overbodige provinciebestuurders.

Maar liefst vijf gedeputeerden zijn nu binnen één jaar afgedankt en vervangen door vijf nieuwe bestuurders. Dat betekent voor de provincie dubbele lasten aan salarissen en wachtgelden.

Deze wanvertoning is de tol van een versplinterend politiek landschap en tanend leiderschap onder de huidige generatie Brabantse volksvertegenwoordigers.

De grote Peelbrand als excuus om in Brabant af te komen van Europese natuurbescherming

Plag de Deurnese Peel af en leg het gebied vol met zonnepanelen.

Dat lumineuze idee oppert Willy van de Valk uit Boekel vorige week in Brabants Dagblad. Nu dit hoogveengebied toch is afgefikt, doe je op deze manier iets heel moois op dit nutteloze stuk grond. Met een geweldige klapper voor het klimaat zonder dat je er kostbare landbouwgrond voor hoeft op te offeren, beweert Willy in zijn ingezonden briefje onder de kop Kassa.

In absurditeit en platheid verwoordt deze natuurhater gedachten die ook doorklinken bij de VVD in Provinciale Staten. Twee liberale afgevaardigden vragen het provinciebestuur tamelijk suggestief of het nog wel zin heeft ons te blijven inspannen voor instandhouding van een natuurgebied als de Deurnese Peel dat om de haverklap in brand staat en toch niet meer in oude luister te herstellen is.

Deze statenleden, Wilma Dirken en Roel Gremmen (beiden lid van het VVD-fractiebestuur en dus toonaangevend), trekken hun redenering meteen maar door naar alle Brabantse natuurgebieden die vatbaar zijn voor brand. Door de droogte van de laatste jaren, worden dat er steeds meer. Blijft het deze zomer zo droog als het nu is, dan moeten wij in Brabant om meerdere redenen ons hart vasthouden.

De VVD-redenering volgend, worden dreigende natuurbranden een excuus om gebieden als de Deurnese Peel, Kampina en Strabrechtse Heide te ontdoen van hun Europese status. Dan hoef je ze ook niet meer te beschermen tegen de overmaat aan stikstof in de atmosfeer en kan de maximumsnelheid op de Brabantse snelwegen rustig weer omhoog van 100 naar 130 kilometer. Ook lastige beperkingen voor de veehouderij vallen dan weg.

Het gedachtengoed van de blije rijders, de natuurhaters en de bio-industrie vloeien samen in VVD, Forum voor Democratie en CDA. Deze partijen maken nu de dienst uit in het provinciebestuur van Brabant. Uit het provinciehuis gaat een andere wind waaien. En dat belooft voor de natuur weinig goeds.

De Deurnese Peel komt als eerste in de vuurlinie. Na de grootste Nederlandse natuurbrand aller tijden zit de schrik er bij de bevolking behoorlijk in. Gejaagd door de wind, ging in vier aprildagen 800 hectare in vlammen op. Huizen in de omgeving liepen gevaar. Bewoners werden uit voorzorg geëvacueerd.

Veenbranden komen vaker voor in de Peel, maar zo heftig was het nog nooit. Veertig gespecialiseerde brandbestrijders die de vlammen te lijf gingen, zakten herhaaldelijk weg in het sompige hoogveen, zo blijkt uit een dagboek over de brand in Brabants Dagblad.

De roep om de Peel beter toegankelijk te maken voor de brandweer, zwelt aan. De dorpsraden van Helenaveen, Griendtsveen en Liessel luiden de noodklok. Er heerst een gevoel van angst onder de mensen. De natuur wordt beleefd als een gevaar voor de samenleving.

De gemeente Deurne staat onder druk om maatregelen te nemen. Die zegt een onderzoek toe naar oorzaak en gevolg van deze brand om daaruit lering te trekken voor de toekomst.

De natuur en haar beschermers komen meteen in het nauw. De aanleg van brandgangen in de Deurnse Peel wordt al gepromoot. Om het gebied begaanbaar te maken voor de brandweer moet de grondwaterstand omlaag. Die is nou juist in de loop der jaren op sommige plekken behoorlijk verhoogd om het hoogveen in stand te kunnen houden.

Zulk gericht natuurbeheer is verplicht volgens de Europese natuurbeschermingsregels die in de Peel al heel lang van kracht zijn. Verlaging van de grondwaterstand is daarmee zonder twijfel in strijd. Voor zo’n maatregel is in ieder geval toestemming nodig van de provincie, het bevoegd gezag over de Europees beschermde natuur in Brabant.

Staatsbosbeheer dat de scepter zwaait over de Peelvenen, zal zo’n natuurvergunning dan moeten aanvragen. Als de stem des volks (burgers en boeren met de gemeente) maar luid genoeg klinkt, komt deze natuurbeheerder in een onmogelijke positie. Het provinciebestuur in nieuwe samenstelling zal in zo’n geval niet aarzelen om ontwatering voor brandbestrijding als een maatschappelijk onontkoombare ingreep af te dwingen.

Dan ontbrandt een koude oorlog in de Peelregio. Want Werkgroep Behoud de Peel die al 42 jaar met deskundigheid en volharding strijdt voor de hoogveennatuur, zal dit niet over haar kant laten gaan. De zoveelste rechtszaak van de werkgroep tegen aantasting van Peelvenen is bij wijze van spreken al in de maak, kijkend naar een doorwrochte analyse van de recente Peelbrand die haar oprichter Hans Joosten deze week in stelling brengt.

Als hoogleraar veenkunde en voorman van de wereldorganisatie van veenbeschermers weet Joosten als geen ander waar hij het over heeft. In zijn epistel stelt hij vast dat de aprilbrand er weliswaar één van de buitencategorie was, maar vooral heeft gewoed aan de oppervlakte.

Juist kurkdroge berken, pijpenstro en adelaarsvarens die de Deurnese Peel overwoekerden, gingen in vlammen op. Deze begroeiing hoort hier niet thuis, maar explodeert door de overmaat aan stikstof in de atmosfeer en door ontwatering van het gebied.

Joosten weerspreekt met klem dat de Deurnese Peel totaal is verwoest. Want de nattere plekken bleven gespaard. ‘Daar hoefde ook niet geblust te worden’. Immers: ‘water brandt niet’. Dit was ook geen ondergronds voortwoekerende veenbrand, zoals die van 1959 en 1976 in de Peel. Toen nam het blussen weken en zelfs maanden in beslag. Het aprilvuur was al binnen vier dagen onder controle.

Waarmee Joosten maar wil zeggen dat branden het best zijn te voorkomen en te bestrijden door de Deurnese Peel juist natter te maken. Droogleggen van moerasgrond om zwaar brandweermaterieel het gebied in te kunnen krijgen, is niet minder dan een stap terug in de tijd. Dat paard gaan Joosten en zijn Peelstrijders niet achter de wagen spannen.

De nieuwbakken CDA-gedeputeerde van landbouw en natuur Elies Lemkes-Straver is dus gewaarschuwd. Deze voormalige directeur van de Brabantse boerenorganisatie ZLTO zal niet de eerste provinciebestuurder zijn die haar vingers juridisch brandt aan de Peelvenen.

Maar ook Werkgroep Behoud de Peel kan het voorlopig wel schudden met de verwezenlijking van Joostens masterplan ‘De Verheven Peel’. Offers die boeren in de omgeving moeten brengen voor duurzaam herstel van een uniek hoogveenreservaat in oude glorie, zal het nieuwe provinciebestuur onder geen beding van hen vragen.

Het wordt er in Brabants buiten niet beter op.

Machtsmisbruik, politieke intriges en sensatienieuws nekten superbelastingdienst

Drie mannen in de beklaagdenbank. Schouder aan schouder. De openbare aanklager krijgt het woord. ‘De staat trekt alle aanklachten tegen de beschuldigden terug’. Direct spreekt de rechter het verlossende woord. ‘ U bent vrij om te gaan’. De mannen staan op en omhelzen elkaar ingetogen. Hun lijdensweg is in een oogwenk voorbij.

Jarenlang stonden zij aan de top van Sars, de Zuid-Afrikaanse belastingdienst: Ivan Pillay, Andries Janse van Rensburg en Johann van Loggerenberg. Gedreven dienaren van de staat die resultaat willen boeken. Vanuit het dwingende besef dat belastinggeld de kurk is waarop de verzorgingsstaat na de apartheid moet drijven in het door werkloosheid en armoede geteisterde Zuid-Afrika.

Het leven van tientallen miljoenen (zwarte) Zuid-Afrikanen hangt af van uitkeringen (pensioenen, kindertoeslagen) en voorzieningen (huizen, stroom, water, sanitair) die worden betaald met belastinggeld. Amper drie miljoen Zuid-Afrikanen, burgers en bedrijven, moeten dit kapitaal ophoesten. De overige 55 miljoen ingezetenen betalen weinig of helemaal geen inkomstenbelasting, simpelweg wegens gebrek aan inkomen.

En Sars haalt veel geld binnen. Wanbetalers, belastingontduikers en witwassers worden op de huid gezeten. Het succes is groot, tè groot zoals de drie topambtenaren moeten ervaren. Want er wordt op machtige tenen getrapt.

Het gaat dan ook mis. Ze worden ervan beschuldigd verantwoordelijk te zijn voor duistere praktijken van een speciale eenheid die binnen de belastingdienst was opgericht om de jacht op zwart geld te sublimeren.

Episch drama

De strafzaak tegen de drie mannen blijkt echter gebouwd op juridisch drijfzand en gaat als een nachtkaars uit. Hun vrijspraak neemt echter niet weg dat zij geslachtofferd zijn in een episch drama. Geregisseerd door Sars-baas Tom Moyane, vertrouweling van de corrupte president Jacob Zuma, en de Sunday Times, de ‘krant van het volk’.

Tom Moyane wordt ten tijde van de strijd tegen de apartheid door Jacob Zuma ingelijfd bij het ANC. In hun ballingsoord Mozambique groeit hij uit tot huisvriend van de familie Zuma, maar is binnen de bevrijdingsbeweging bepaald geen hoogvlieger.

Tijdens Zuma’s presidentschap schopt Moyane het tot vorstelijk betaalde baas van het staatsgevangeniswezen. Hij wordt daar in september 2013 met vervroegd pensioen gestuurd.

Twee maanden eerder moet de dan zittende topman van de belastingdienst opstappen. Hij blijkt te hebben gelogen over zijn contacten met een drugsdealer die hem trachtte af te persen. De vrijgevallen topfunctie biedt Zuma een gouden kans om de zaken binnen Sars naar zijn hand te zetten.

Machtsgreep in voorbereiding

De president is dan al geruime tijd in gesprek met een dubieuze managementconsultant die hem grootse ideeën voorschotelt over een algehele reorganisatie van de staatsdiensten. Dit krijgt vorm in een transformatieplan voor de belastingdienst, dat geheel buiten Sars om en zonder enige kennis van de organisatie in elkaar wordt gestoken. Moyane wordt daar vanaf oktober 2013 bijgehaald. Hij is dan net weg bij het gevangeniswezen.

Dit verloop der dingen staat in het rapport van een commissie, vernoemd naar oud-rechter Robert Nugent. Die deed in 2018 een gezaghebbend onderzoek naar de toestand bij de belastingdienst. Het beeld is ontluisterend.

Na de herverkiezing van Zuma tot president in mei 2014 komt het spel op de wagen. Moyane wordt eind september dat jaar benoemd tot Sars-topman. Twee weken later (!) onthult de Sunday Times het bestaan van een ‘schurkeneenheid‘. Dit baart opzien in heel Zuid-Afrika.

Bordeel

Het is nogal wat: hoogwaardigheidsbekleders afluisteren zoals in huis bij president Zuma, een bordeel runnen om belastingontduikers in de val te lokken, 500 miljoen Rand (25 miljoen euro) wegsluizen voor spionage-apparatuur, uitvoeren van infiltraties en illegale transacties. Kortom een duister gezelschap dat de rechtsorde in Zuid-Afrika ongecontroleerd met voeten treedt.

De onthulling valt samen met een onderzoek naar de handel en wandel van Johann van Loggerenberg. Als hoofd speciale operaties binnen Sars heeft hij de schurkeneenheid onder zijn hoede na het vertrek van Janse van Rensburg.

Van Loggerenberg (JvL voor intimi) ligt in 2014 onder het vergrootglas wegens een amoureuze affaire met dubbelspionne Belinda Walter. Zijn minnares hangt deze liaison aan de grote klok, vergezeld van de zware beschuldiging dat JvL staatsgeheimen aan haar had prijsgegeven. De waarnemend Sars-baas van dat moment, Ivan Pillay, laat dit onderzoeken maar krijgt geen helderheid.

De Sunday Times had de buitenwereld al eerder laten meegenieten van deze pikante affaire. Schier onuitputtelijk is de stroom sensationele Sars-artikelen in deze populaire zondagskrant.

De onthulling van de Sunday Times over de schurkeneenheid komt Moyane goed uit. Hij ontbindt per omgaande het hele managementteam van Sars, waaruit volgens hem was gelekt naar de krant. Ook de jacht op belastingfraudeurs en witwassende criminelen wordt per decreet gestaakt.

De nieuwe Sarsbaas schakelt meteen het gerenommeerde accountantskantoor KPMG in voor een forensisch onderzoek naar het gedrag van Pillay, Van Loggerenberg en enkele andere topfunctionarissen bij Sars. Over een periode van 11 jaar worden maar liefst 23 computers, 1.36 miljoen documenten en 860.00 emails doorzocht.

‘Dit heeft geen ander doel dan deze mensen die al weg zijn bij Sars, in diskrediet te brengen’, concludeert rechter Nugent.

Grote schoonmaak

Pillay en Van Loggerenberg worden na de nodige strubbelingen aan de kant geschoven. Moyane houdt grote schoonmaak onder het topkader van de belastingdienst. Zo’n 200 leidinggevenden en vitale deskundigen jaagt hij de tent uit.

Onder hen Barry Hore , een van ’s lands grootste experts in informatietechnologie. Hore is het brein achter de spectaculaire automatisering en modernisering die Sars tot een belastingdienst van wereldformaat maakt. Als hoofd operaties bij Nedbank – een van oorsprong Nederlandse bank in Zuid-Afrika – met 10.000 mensen onder zich, stapte hij in 2005 voor een aanzienlijk lager salaris over naar Sars omdat hij zijn carrière een andere wending wilde geven.

Als Moyane buiten Hore om het moderniseringsproces een halt toe roept, maakt deze sleutelfiguur zich rap uit de voeten.

Een ravage

Op deze manier raakt Sars binnen de kortste keren vleugellam, waardoor de staat belastinginkomsten gaat missen. Die lopen toch al terug door de economische crisis in het land. Het is een ravage. ‘Een organisatie van wereldklasse is beroofd van zijn internationale status’, constateert Nugent.

Desastreus voor het publieke aanzien van Sars is de berichtgeving in de Sunday Times over het tot dan toe geheime KPMG-onderzoek. De krant pakt 4 oktober 2015 groots uit met harde conclusies daarin over de onwettige status en praktijken van de schurkeneenheid. Het hoofdredactioneel commentaar onderstreept dat het bestaan van deze onwettige eenheid die in het diepste geheim belastingbetalers bespioneert, nu definitief is aangetoond.

Ook ANC-kopstuk Pravin Gordhan wordt op de korrel genomen. Diepgaand onderzoek is nodig om vast te stellen wat hij wist van deze praktijken, zo citeert de krant uit het KGPM-rapport.

De architect

Gordhan was de architect van de nieuwe belastingdienst die wordt gevormd nadat het ANC in 1994 aan de macht komt in Zuid-Afrika. Later wordt hij een gezaghebbend minister van financiën onder president Zuma. In deze functie is hij politiek verantwoordelijk voor Sars. Daarmee is continuïteit verzekerd.

Als Zuma in 2014 wordt herkozen, dankt hij Gordan af. Dat maakt onder meer de weg vrij om Moyane te benoemen bij Sars.

Een jaar later, als het kwaad bij de belastingdienst is geschied, haalt de president Gordhan weer terug als schatkistbewaarder.

Een noodgreep omdat Zuma zijn hand had overspeeld door een onbekende parlementariër te parachuteren als minister van financiën. Die moet veel geld gaan uitgeven aan kostbare beloftes van de president, zoals gratis onderwijs voor iedereen. De onrust in het land slaat toe. De Rand, de Zuidafrikaanse munt, maakt een vrije val.

Dat dwingt Zuma om zich al na vier dagen weer te ontdoen van zijn stroman. Met Gordhan terug aan het roer keert de rust op de financiële markten weer terug.

Smet op reputatie

Hij is niet alleen een man van aanzien, maar geldt tegelijk als onkreukbaar. Het bewuste KPMG-artikel in de Sunday Times is een smet op zijn reputatie. Gordhan gaat dan ook in de tegenaanval. Tegelijk met Pillay en Van Loggerenberg stapt hij naar de ombudsman voor de pers. Die concludeert dat de Sunday Times de drie mannen onnodig heeft beschadigd en zich daarvoor op de voorpagina moet excuseren.

De ombudsman rekent het de krant zwaar aan dat zij slechts beschikte over de samenvatting van een voorlopig KPMG-rapport waarvan de inhoud niet vast stond, maar de feiten hierin als definitief presenteerde.

En hij gaat nog een stap verder. Sterverslaggever Piet Rampedi die het bewuste rapport onderhands kreeg toegespeeld, is ‘ofwel misleid door zijn bron of heeft zelf opzettelijk het publiek, zijn krant en ook mij misleid’, oordeelt de ombudsman. Hij laat het aan de krant om deze kwestie verder af te handelen.

Excuses Sunday Times

De Sunday Times is verbolgen over deze harde veroordeling en tekent beroep aan. Tot een rechterlijke uitspraak komt het niet. Hangende het beroep, sluit de krant binnenskamers een akkoord met Gordhan, Pillay en Van Loggerenberg. De Sunday Times publiceert ruiterlijke excuses en voorkomt daarmee schadeclaims.

Rampedi noemt deze deal onethisch en voelt zich door de hoofdredactie in de steek gelaten, zo blijkt uit zijn ontslagbrief. Duidelijk in zijn relaas wordt dat vooral Gordhan via zijn advocaten de Sunday Times de duimschroeven had aangedraaid.

Rampedi schreef de opzienbarende artikelen over de schurkeneenheid samen met twee andere vooraanstaande journalisten. Zij behoren tot de prestigieuze onderzoeksredactie van de Sunday Times.

Ook dit tweetal is inmiddels weg bij de krant vanwege een andere dubieuze publicatie. ,,Het was een chaotische tijd. We stonden onder druk om primeurs te scoren. We hadden meer afstand moeten nemen”, verontschuldigt een van hen zich later publiekelijk tegenover een voormalige leidinggevende bij Sars. Die was zijn baan en aanzien kwijtgeraakt en roept de journalist daarvoor tijdens een boekpresentatie ter verantwoording.

KPMG zakt door het ijs

Ook KPMG zakt door het ijs. Onderzoek en bevindingen zijn niet, zoals het hoort, intern tegen het licht gehouden (gereviewd). Het rapport, dat wil zeggen de eindversie die bij Sars-baas Moyane is afgeleverd, wordt ingetrokken. Wat daar in staat is nimmer geopenbaard. De 24 miljoen Rand (1,2 miljoen euro) die dit onderzoek heeft gekost, krijgt de belastingdienst van KPMG terug. De projectleider is ontslagen.

De KPMG-bazen in Nederland zetten meteen ook het voltallige Zuid-Afrikaanse topmanagement aan de kant. Dat de firma tezelfdertijd als huisaccountant optrad van de beruchte Gupta-broers, was teveel van het slechte. Deze Indiase ondernemers wisten via hun banden met president Zuma en diens familie, greep te krijgen op allerlei staatsinstellingen en zichzelf daardoor te verrijken.

En de Gupta’s waren bepaald niet de enige profiteurs. De uitverkoop van de overheid gebeurt in die dagen zo systematisch dat wordt gesproken van staatskaping.

Hoe deze staatskaping in elkaar steekt wordt al geruime tijd tot de bodem uitgezocht door een speciale onderzoekscommissie, in opdracht van president Ramaphosa. Een dusdanig grote klus, dat haar rapport vermoedelijk pas in het voorjaar van 2021 zal verschijnen. Deze commissie buigt zich daarbij ook over de perikelen bij Sars.

Met zijn diepe knieval probeert KPMG in Zuid-Afrika het vege lijf te redden. Speciale woorden van verontschuldiging zijn er voor minister Gordhan. Suggesties in het rapport dat hij als Sars-baas wist van onwettige schurkenstreken blijken uit de lucht gegrepen.

De Haviken

De aanbeveling die KPMG had gedaan voor nader onderzoek naar Gordhan’s betrokkenheid bij de schurkeneenheid pakt niettemin heel vervelend voor hem uit. De minister krijgt de Haviken op zijn dak. De elitespeurders van de nationale politie sommeren hem publiekelijk antwoord te geven op 27 indringende vragen over zijn Sars-verleden.

De verontwaardigde minister zet in zijn reactie helder uiteen dat de belastingdienst zware wettelijke bevoegdheden heeft om fiscaal onderzoek te doen, ook als daar georganiseerde misdaad in het spel is. De speciale eenheid die daarvoor destijds onder zijn leiding werd opgericht moet door kunnen dringen in criminele organisaties.

De bedoeling was om dat samen te doen met de nationale inlichtingendienst maar die haakte af. Dus opereerde de eenheid met ‘een passend mandaat’ binnen de onderzoeksdivisie van Sars. De Haviken hebben dan ook geen reden om mij te onderzoeken, besluit de minister.

Minister aangeklaagd

Daar denkt de openbare aanklager geheel anders over. Een half jaar later stelt hij Gordhan in staat van beschuldiging wegens fraude met belastinggeld. Als Sarsbaas stuurde hij zijn rechterhand, Ivan Pillay, met vervroegd pensioen en huurde hem vervolgens weer in als consultant. Vragen hierover van de Haviken, heeft Gordhan genegeerd.

Wéér steekt een storm op. De Rand keldert. De oude garde binnen het ANC schaart zich publiekelijk achter Gordhan. Ook president Zuma spreekt zijn steun uit in de minister van financiën. Een rechtszaak tegen Gordhan brengt het broze economisch herstel in gevaar. De minister zelf spreekt van een politiek gemotiveerde campagne tegen zijn persoon.

De storm is weer net zo snel voorbij als hij opstak. Justitiebaas Shaun Abrahams, trekt de beschuldiging schielijk in. De regeling met Pillay blijkt geheel volgens de regels tot stand gekomen. De rechtszaak tegen Gordhan (en Pillay) wordt kort voor aanvang afgeblazen. De Rand krabbelt weer op. De economie niet.

Zuma ontslagen

De dagen van president Zuma zijn geteld. Vier maanden later, februari 2018, dwingt de ANC-top hem tot aftreden. De staatskaping die onder Zuma aan de gang is, brengt Zuid-Afrika te veel schade toe. Vice-president Cyril Ramaphosa neemt het roer over. Hij belooft de natie schoon schip te maken.

Bij de belastingdienst laat de nieuwe president er geen gras over groeien. Topman Tom Moyane wordt direct geschorst, in afwachting van nader onderzoek naar de wantoestanden bij Sars. Daarvoor benoemt hij de Nugent-commissie, al eerder genoemd in dit verhaal. Die adviseert na drie maanden onderzoek om Moyane uit zijn functie te zetten.

Het besluit hiertoe van Ramaphosa vecht Moyane tevergeefs aan bij het hooggerechtshof in Pretoria. Op 11 december 2018 valt voor hem het doek.

Zijn opvolger Edward Kieswetter moet de belastingdienst uit het slop halen. Een gerespecteerd wetenschapper en bovendien goed bekend bij Sars waar hij in de glorietijd al eens vijf jaar als tweede man aan de top stond. ‘Komt u naar ons toe, anders komen wij naar u toe’, raadt hij belastingplichtigen aan. Dit motto lijkt op dat van de oude Sars.

Ondertussen moeten Pillay, Van Loggerenberg en Janse van Rensburg in april 2018 nog wél voor de rechter verschijnen. De openbare aanklager beschuldigt hen ervan justitie en de nationale recherche te hebben bespioneerd. Op zoek naar informatie in een geruchtmakende zaak tegen een voormalige chef van de nationale politie, werden camera’s geplaatst in de kantoren van deze diensten, zo luidt de aanklacht tegen hen.

Machtsmisbruik

Ook deze zaak komt in een ander vaarwater als justitiebaas Shaun Abrahams later dat jaar het veld moet ruimen. Het constitutionele hof, de hoogste rechter, haalt alsnog een streep door zijn benoeming. Zuma had de weg voor Abrahams vrijgemaakt door zijn voorganger met een gouden handdruk weg te kopen. De president handelde hiermee onwettig en pleegde machtsmisbruik, oordeelt het hof.

Abrahams wordt opgevolgd door de onberispelijke juriste Shamila Batohi. De Zuid-Afrikaanse komt van het internationaal strafhof in Den Haag. Batohi moet het vermolmde justitiële apparaat weer optuigen voor de zware strijd tegen corruptie.

Weldenkend Zuid-Afrika kijkt reikhalzend uit naar het moment waarop vooraanstaande politici en zakenlieden die druipen van de corruptie het gevang in gaan. Zover is het nog lang niet.

Wél laat Batohi de strafzaak tegen de drie voormalige Sars-employées binnen Justitie grondig tegen het licht houden. Zij krijgt het advies om de strijd te staken. Want: er zijn ‘geen redelijke vooruitzichten op een succesvolle vervolging’. Batohi sluit het boek. Vrijspraak volgt.

Dat is de stand van zaken op 17 februari van dit jaar waarmee dit verhaal begon. De commerciële zender etv besteedt ’s avonds in het acht uur-journaal als enige tv-omroep aandacht aan deze vrijspraak. ,,Dit is heel goed nieuws. Voor Pillay en zijn mede beschuldigen die veel te lang het doelwit zijn geweest van boosaardige leugens. En ook voor de toekomst van de rechtsstaat”, becommentarieert rechter Johann Kriegler.

Rotte appels

Deze voormalige opperrechter laat al jaren als waakhond van de rechtsstaat luidruchtig van zich horen. Hoogste tijd nu volgens Kriegler dat binnen het Justitie-apparaat ‘de rotte appels die verantwoordelijk zijn voor de valse beschuldigingen in deze zaak, worden opgespoord en verwijderd’.

Een week later brengt de Afrikaanstalige zondagskrant Rapport een paginagroot interview met hoofdrolspeler Johann van Loggerenberg. ‘Ek wens my pa kon dit hoor’, staat boven het verhaal. Vader Hennie van Loggerenberg, oud-presentator op radio en tv en gevierd componist van boerenmuziek, overleed na een lang ziekbed in 2014. Zijn zoon verkeerde toen in diepe problemen.

Het interview toont een strijdbare man die popelt om terug te slaan naar de mensen die zijn leven en dat van zijn ontslagen collega’s bij de belastingdienst hebben verknald. Al geeft hij ook toe ‘dom’ te hebben gehandeld in zijn liefdesrelatie met spionne Barbara Walter. Maar bovenal moet nu de waarheid over de ondermijning van Sars boven tafel komen.

Zijn vijanden zijn gewaarschuwd. Van Loggerenberg is een jager die zich tot de tanden bewapend in zijn sprooi vastbijt. Dat blijkt ook overtuigend uit drie spannende boeken die hij schreef over zijn strijd bij de belastingdienst tegen fraude en witwassen door de georganiseerde criminaliteit.

Dood en belastingen

In zijn laatste boek Death and Taxes (‘niets in het leven is zeker, behalve dood en belastingen’) verhaalt Van Loggerenberg hoe hij Jacob Zuma achter de broek zat voor belastingontduiking. Niet door bij hem in te breken en hem af te luisteren zoals de Sunday Times berichtte, maar door diens boekhouding, aangeleverd op bevel van de rechter, door een team Sars-experts binnenste buiten te laten keren.

Met als eindresultaat dat Zuma alsnog belasting betaalt, plus een symbolische boete als schuldbetekenis.

‘We hebben hem net zo behandeld als iedere andere belastingbetaler’, schrijft Van Loggerenberg. In een beëdigde verklaring voor de rechtbank, bijgevoegd in het boek, geeft Zuma zelf in juridische termen aan dat Sars hem een stevige poot heeft uitgedraaid en dat hij daarbij niet is gematst.

Dit speelt in de tijd dat Zuma bezig is de macht te grijpen binnen het ANC, op weg naar het presidenschap van Zuid-Afrika. Met de daarvoor doorslaggevende hulp van stokebrand Julius Malema, toen president van de ANC-jeugdliga.

Malema beschuldigt Sars er luidkeels van anti-Zuma te zijn en het ook te hebben voorzien op diens vriendenkring. Hij wappert met dossiers waaruit dat zou blijken.

Gevecht met Julius Malema

Ook Malema zelf krijgt het aan de stok met Van Loggerenberg en zijn eenheid. De schrijver wijdt er een boeiend hoofdstuk aan. ‘JuJu’, zoals zijn bijnaam luidt, leeft op grote voet. Woont in een duur huis. Draagt peperdure horloges. Weinigen begrijpen waar hij deze luxe van betaalt.

De belastingdienst doet onderzoek en stuit op belastingontduiking via een familiekartel. Hij wordt aangeslagen voor 20 miljoen Rand (een miljoen euro). Malema weigert te betalen.

Van Loggerenberg zit er bovenop. Het wordt een taai en langdurig gevecht. Malema slaat wild om zich heen. Sars legt beslag op zijn huis en boerderij en laat ze veilen. Dat levert niet genoeg op om JuJu’s belastingschuld te vereffenen. Van Loggerenberg ontmoet hem één keer tijdens dit gevecht. ,,Hij is zo scherp als een scheermes, maar ook opvallend charmant”, schetst hij.

Malema ligt op dat moment onder een politiek vergrootglas. Hij heeft gebroken met Zuma, is uit het ANC gezet en net met een eigen partij, de Economische Vrijheidsstrijders (EFF) , in het parlement gekozen.

Nu dreigt de belastingdienst hem failliet te laten verklaren. Dan moet JuJu zijn parlementszetel opgeven. Een hachelijke toestand breekt aan. Onder grote druk komt er een akkoord met Malema.

Laatste kunstje

Het is Van Loggerenbergs laatste kunstje bij Sars. De nieuwe baas Tom Moyane blaast op eigen houtje de deal af en vraagt het faillissement van Malema aan. Het is een opzichtige poging om president Zuma van een politieke plaaggeest te verlossen. Malema stapt naar de rechter met de eis dat Sars de overeenkomst met hem nakomt.

Hij wil Van Loggerenberg, inmiddels weg bij de belastingdienst, daarbij als consultant inschakelen. Het honorarium is vorstelijk, maar Van Loggerenberg weigert.

JvL is daarmee nog niet van Malema af. De EFF-leider vindt dat de nieuwe Justitiebaas Batohi de verantwoordelijken voor de schurkeneenheid niet had mogen laten lopen. Hij wil haar besluit aanvechten. ,,De boosdoeners van Sars moeten zich verantwoorden voor een onafhankelijke rechter. Geen zetbaas van Pravin Gordhan,” sneert hij.

In deplorabele staat

Gordhan heeft echter niets te maken met Batohi. Die is na een inzichtelijke selectieprocedure met meerdere kandidaten door president Ramaphosa uitverkoren. Gordhan is inmiddels minister van staatsondernemingen, die vrijwel allemaal door wanbeheer in deplorabele staat verkeren.

Ingrijpen is onontkoombaar. Banenverlies en privatisering liggen in het verschiet. South African Airlines is de eerste die sneuvelt. De nationale luchtvaartmaatschappij wordt geliquideerd en vervangen door een nieuw luchtvaartbedrijf. De coronacrisis gaf de laatste zet.

De economische neergang is een voedingsbodem voor Malema om zich te profileren als voorvechter voor radicale verandering. Steeds meer zwarte Zuid-Afrikanen die nog steeds in armoede verkeren en zich door het ANC in de steek gelaten voelen, zien in hem de verlosser.

De EFF werd bij de laatste verkiezingen de derde partij van het land. Dat succes voedt de ambitie van Malema om president van Zuid-Afrika te worden.

Hij profileert zich als de strijder die de economische macht van de blanken definitief gaat breken. Zoals Robert Mugabe dat deed in buurland Zimbabwe en het voormalige Rhodesië daarmee naar de afgrond leidde.

In Malema’s campagne tegen ‘de racistische financiële sector’, is Pravin Gordhan het mikpunt. Om de haverklap eist hij het vertrek van de man op wiens kompas de financiële wereld in Zuid-Afrika vaart.

Hetze naar kookpunt

Deze hetze bereikte laatst een kookpunt in het parlement. ‘Opperbevelhebber’ Malema en zijn rode brigade maken president Ramaphosa het uitspreken van de jaarlijkse staatsrede onmogelijk, onophoudelijk ‘Pravin moet weg’, scanderend.

Gordhan blijft tijdens deze wanvertoning uiterlijk onbewogen. Na een uur chaos voor het oog van de natie verlaten de oproerkraaiers het parlement.

Door het Sars-schandaal in leven te houden, kan Malema het vuurtje tegen de ANC-minister blijven opstoken. Als hij doorzet en de rechter aan zijn kant weet te krijgen, komt er een nieuw onderzoek. ,,Laat hij dit alsjeblieft doen”, zegt Van Loggerenberg in het interview met Rapport.

Hij wil elke gelegenheid aangrijpen om boven tafel te krijgen hoe al die verhalen over de schurkeneenheid de wereld in zijn geholpen. ‘Al die tijd hebben anderen van alles geroepen en heb ik gewacht. Nu is het mijn beurt’, hoopt hij.

Pagina 5 van 7

Website gemaakt door Timmermans Media